Ik heb dit heel lang voor mezelf gehouden en ik denk dat wij allemaal als familie zwijgen over hetgeen dat was gebeurd. Niet dat we het met elkaar hadden afgesproken om hier nooit mee de buitenwereld te betreden, het was volgens mijn zeggen een ongeschreven regel waar we ons allemaal aan probeerden te houden. Want wat we in het huis hadden meegemaakt, gaat tot de dag van vandaag, mijn verstand te boven. Echt waar. Ik vraag bij deze bij voorbaat om vergiffenis aan de rest van de familie, maar dit verhaal moet ik hier vertellen. No disrespect. Alle namen hier zullen fictief zijn, dat is het minste dat ik kan doen voor m’n familie.
Een Familiegeheim uit 1994
Ik breng jullie terug naar 1994. In dat jaar speelde dit alles zich af. Ik ben Mireille en ik ben de oudste dochter van mijn moeder. Ik heb twee jongere zussen, Marianne en Glenda, en een oudere broer Tocherro. Onze vader en moeder leerden elkaar kennen in het jaar 1960. Het ontmoetingsverhaal hebben ze ons zo vaak verteld, dat ik het jaar nooit ben vergeten. Mijn vader heette Augustus en mijn moeder Juliette.
Wat ik mij kan herinneren van mijn jeugdjaren waren de meeste leuke momenten met mijn familie en de buren van de straat. Je weet, vroeger in Suriname, als je woonde in een straat, was bijna iedereen min of meer een familielid, ook al was je geen bloedverwant. Naarmate we ouder werden en wij onze eigen gezinnen gingen starten, vertrokken we ook 1 voor 1 uit het ouderlijk huis en namen we intrek in onze eigen huizen, behalve ik.
Ouder worden, Zorgen en Verlies
Ik startte mijn gezin in het ouderlijk huis, gewoon vanwege het feit dat ik mijn ouders niet alleen wilde laten in het huis. Het was ook een afspraak die ik met mijn broer en zussen had gemaakt. Kijk, zodra ouderdomsproblemen en ziektes opdagen bij mijn ouders, wilde ik erbij zijn om voor ze te kunnen zorgen. Daar hielden wij allemaal natuurlijk rekening mee, want ze blijven niet jong. Het begon met de ziekte van Parkinson, daarna suiker, daarna werden ze langzaam slechter ter been. Maar ik bleef.
Ondertussen had ik ook een gezinnetje gestart en woonde dus samen met mijn man in het ouderlijk huis. Ik heb een dochtertje genaamd Bianca en een zoontje genaamd Jason. Mijn man is Fred. We woonden dus met z’n zessen in het groot huis. Het was een huis met een bovenverdieping, waar mijn gezin boven woonde en mijn ouders beneden. Mijn moeder sliep in een aparte kamer beneden en mijn vader, die al heel erg bedlegerig was geworden, sliep in een andere kamer. Zowel de benedenverdieping als boven hadden hun eigen keuken en slaapkamers. Je kan zeggen twee complete huizen op elkaar.
Het Onvermijdelijke Afscheid
Het verdriet sloeg ons allemaal toe toen mijn moeder overleed aan een kortstondig ziekbed in het ziekenhuis. Zij was ons en onze vader voorgegaan. Niet lang na de begrafenis en de rouwperiode, kwam mijn vader te overlijden. Men zei al dat we ons erop moeten voorbereiden, want ze waren zeer gehecht aan elkaar. En het gebeurde. Hij kwam te overlijden. En bij zijn overlijden gebeurde hetgeen ik hier zal vertellen. We hadden ons allemaal op zijn dood voorbereid. Mijn broer en zussen en hun kinderen waren dagen voor zijn overlijden haast dagelijks over de vloer of bleven slapen en gingen van het ouderlijk huis naar hun werk of school. De huisarts van beide mijn ouders was ook al op stand-by, want het kon any-time gebeuren. En de dag brak aan. Wij waren allemaal rond zijn bed om afscheid van hem te nemen. Alle kinderen en kleinkinderen en vooral voor Bianca en Jason was het ‘t zwaarst, omdat wij al die jaren met hem hebben gewoond. We gaven hem zijn laatste slokjes water.
Onze vader overleed thuis in zijn slaapkamer.
De dokter had zijn bezoek al gebracht en hij stelde officieel de dood vast. Nadat de stukken waren opgemaakt en het witte laken over zijn lijk was geplaatst, gingen we allemaal na het afscheid nemen terug naar de woonkamer wachten op de lijkwagen om het lichaam op te halen voor het mortuarium.
Het Waterglas Incident
Daar zaten we dan, elkaar te troosten in de woonkamer maar tegelijkertijd ook bezig te zijn met voorbereidingen voor het eten. Het was trouwens 4 uur in de middag en het middageten was nog niet klaar. Ik stond kousenband te snijden bij het keukenaanrecht toen Bianca me vroeg om een glas water. “Mama, mag ik een glas water,” vroeg ze. In de roes van droefheid zocht ik er echt niets achter hoor. Ik pakte een glas en vulde het voor een kwart met water en gaf het aan haar. Ze liep toen gelijk naar achteren. Niet lang daarna, ik denk dat het misschien 3 minuten kon zijn geweest, kwam ze terug en trok aan m’n rok om het glas uit haar handen te nemen. “Wat, zo snel heb je gedronken, Bianca,” vroeg ik verwonderd. Toen uitte ze de woorden: “Nee mama, opa heeft alles gedronken.” en alles werd oorverdovend stil. Voorzichtig keek ik naar de familie en dan weer naar het onschuldig gezicht van Bianca. “Wanneer heb je opa water gegeven,” vroeg ik rustig. “Zo net mama, opa vroeg me om water te nemen,” zei ze onwetend.
Een Koude Rilling door de Familie
Op dat moment sprong iedereen op, klaar om naar de slaapkamer te rennen. Ik liet alles staan, tilde Bianca op en rende met haar mee naar de kamer. Het eerste dat ik zag was het witte laken zich neerstrijken op het lichaam van mijn vader. Net als wanneer je een laken over jezelf heen zou slaan als je op bed lag. We hebben het allemaal gezien. Met onze eigen ogen.
Genageld aan de grond keek ik toe hoe de anderen het laken weg trokken om te zien of hij nog leefde. Ze voelden aan zijn hals, polsen, maar er was geen enkel teken van leven. “Wat heb je gezien Bianca,” vroeg Glenda opeens helemaal verward kijkende uit haar ogen, “zeg me wat heb je gezien.” “Praat niet zo Glenda,” zei ik streng tegen m’n zus, “Je kan dat kind bangmaken.” Om uitspattingen te voorkomen ben ik direct met Bianca naar boven gegaan.
De rest van de familie bleef achter, zichtbaar ontdaan. Toen ik eenmaal boven was met Bianca, zette ik haar op het bed en keek haar aan. Haar ogen, die onschuldige ogen, hadden iets gezien dat wij niet konden begrijpen. Ik wilde haar niet bang maken, maar ik moest weten wat er precies was gebeurd. “Bianca, vertel mama precies wat je hebt gezien?”
Ze keek me aan, haar stem zachter dan normaal. “Opa lag daar op bed, maar hij keek naar me, mama.” “En hij zei dat ik water moest brengen.” Er liep een koude rilling door me heen. Hoe kon dit? Mijn vader lag dood, maar toch had Bianca hem gehoord, zelfs gezien. Ik vroeg haar nog een keer of ze het zeker wist, en ze knikte rustig.
Onverklaarbare Gebeurtenissen Stapelen Zich Op
Ik ging met een zwaar hart naar beneden en vertelde de rest van de familie wat Bianca had gezegd. Er viel een stilte die zwaarder was dan ooit tevoren. Glenda keek me aan met grote ogen, en Tocherro had zijn armen stijf over elkaar geslagen, zwijgend alsof hij met zijn eigen gedachten vocht. Zelfs Marianne zat stil, alsof ze iets probeerde te begrijpen wat haar verstand niet kon vatten. En daar zaten we, mijn familie en ik, in een huis dat ineens vreemd aanvoelde. Het was alsof de lucht zelf zwaar werd, alsof het huis ons omringde met iets dat we niet konden zien.
Niet lang daarna kwam de lijkwagen aan om papa naar het mortuarium te brengen. De mannen vroegen ons om afscheid te nemen, en ik voelde dat dit het moment was. Maar toen ik weer de kamer van papa binnenstapte, voelde ik iets wat ik niet kon uitleggen. De kamer was koud, zwaar, alsof hij nog steeds daar was, niet in lichaam, maar in geest.
Na de begrafenis probeerden we allemaal ons leven weer op te pakken, maar niets voelde meer hetzelfde. Kleine, onverklaarbare dingen begonnen zich voor te doen in het huis. De oude klok, die jaren stil had gestaan, begon ineens weer te tikken. En soms, vooral ‘s avonds, hoorde ik beneden voetstappen, ook al was ik alleen thuis. Bianca bleef volhouden dat opa haar ‘s nachts bezocht om haar een “goedemorgen” te wensen. Telkens als ik haar vroeg wat hij precies zei, antwoordde ze simpelweg, “Hij zegt dat hij water wil, mama.”
Een Familie die Wegvlucht voor het Verleden
Met de tijd begon ik te merken dat de rest van de familie liever niet meer langs kwam. Glenda verbood zelfs haar kinderen om ooit nog een voet in het huis te zetten, en ook Tocherro vond altijd wel een reden om weg te blijven. Marianne zei zelfs dat het misschien beter was als ik zou verhuizen. Maar ik kon dat niet. Dit was het huis van mijn ouders, waar we samen opgroeiden, waar papa zijn laatste adem uitblies. Ik had het gevoel dat hij hier nog was, dat hij misschien iets zocht of wachtte op een moment van vrede.
De Dorst van de Doden
Ik weet dat dit verhaal misschien twijfels oproept, dat sommige mensen het als bijgeloof zullen afdoen. Misschien zal de familie het moeilijk vinden dat ik dit vertel. Maar ik kan het niet langer voor mezelf houden. Papa lijkt hier nog te zijn, en het voelt alsof hij ons iets wil zeggen. Aan mijn familie vraag ik vergiffenis, want misschien wilde niemand dit verhaal horen. Maar ik voelde dat ik het moest delen, zodat we misschien eindelijk rust konden vinden.
En nu? Nu sta ik elke ochtend op met eenzelfde vreemd gevoel. Elke avond doe ik de vaat, droog alles netjes af en zet alles terug in de kast. Ik zorg dat de keuken altijd helemaal opgeruimd is voor ik ga slapen, maar toch… elke ochtend, zonder uitzondering, staat dat ene glas, papa’s waterglas, op de keukentafel. Elke ochtend opnieuw. Ik weet zeker dat ik hem heb weggezet, maar toch staat hij daar weer, alsof hij iets van me wil.