De Seance – Deel III: De Echo’s

De Seance – Deel III: De Echo’s
De Stilte in Mijn Hoofd

Ik dacht dat het voorbij was.
Na die nacht bij Jairo, toen het horloge tikte alsof het mijn hart commandeerde, heb ik het ding in een plastic zak gedaan en op een leegstaand perceel gegooid.
Maar sinds die dag hoor ik het overal.

Niet hard, niet duidelijk.
Soms in het zoemen van de koelkast. Soms in het druppen van de kraan.
Tkk.
Altijd in dezelfde cadans.

Mark appt me niet meer. Jairo zegt dat Luc wakker is geworden—maar anders.
“Zijn ogen, bro,” fluisterde hij in een voicenote. “Hij kijkt, maar hij is er niet. Alsof hij wacht op iets.”

Ik durfde niet te antwoorden.
Want diep vanbinnen wist ik waar hij op wachtte.

Wat Overblijft

Die avond droomde ik van Luc. Hij zat in diezelfde keuken, het horloge voor zich.
Hij zei niets.
Hij tikte gewoon mee met zijn vinger op tafel, precies in ritme met dat klikgeluid.

Toen ik wakker schrok, hoorde ik een langzaam krassend geluid. Ik tuurde in het donker en zag dat mijn kamerdeur vol krassen zat.
Vier lange lijnen, alsof iemand met een mes had geteld.

Later die dag kwam Jairo langs. Zijn ogen waren rood, en hij trilde.
“Mark is dood,” zei hij.
Ik verstijfde.
“Wat zeg je?”

“Ze vonden hem in zijn kamer, bro. Klok op de grond, glas gebarsten, stond stil op 00:03.”

Ik voelde het bloed uit mijn gezicht trekken.
00:03 — hetzelfde uur. De tijd van toen.

Jairo’s lippen beefden. “Hij had iets op zijn deur gekrabt. Vier letters.”
Hij liet me een foto zien.
In de donkerbruine houten deur stond geschreven: help.

De Stem in de Tijd

Ik had mezelf wijsgemaakt dat het allemaal psychologisch was. Trauma. Schuldgevoel.
Maar toen ik alleen in mijn kamer zat, midden in de nacht, hoorde ik weer dat klikgeluid.

Niet in mijn hoofd. Achter me.

Tkk.
Ik draaide me om, langzaam, alsof elke beweging mijn laatste zou kunnen zijn.

In de hoek stond iets. Een schaduw die geen licht brak.
Het stond daar gewoon, zacht wiegend, alsof het ademde.

Toen sprak het, met die stem van Luc uit de seance—die vreemde, holle stem die van elders kwam.

“Lek’ fa linga dis’ broko. A abi bigin a abi kaba. Na so yu ten o doro.”

Ik schreeuwde, maar er kwam geen geluid uit.
De schaduw liep naar voren—nee, gleed.
En toen ik wegdook onder de dekens, gleed het door mij heen.

Een brandend gevoel trok door mijn borst, alsof mijn hart werd omgedraaid.
Toen hoorde ik een tikkend geluid in mijn eigen ribbenkast.

Tkk… tkk…

De Echo van Luc

De volgende ochtend belde Jairo opnieuw.
“Luc is weg,” zei hij. “Ziekenhuis leeg. Ze zijn hem aan het zoeken met de politie.”

Ik wist waar hij was.
Ik voelde het in mijn botten.
Ik pakte de fiets en reed naar de woning aan de Gemenelandsweg, die van Luc. De lucht hing zwaar, net als toen.

Binnen rook het naar as. Het bord van de seance lag in stukken op het erf.
En binnen, op de keukentafel, lag het horloge.
Droog. Glanzend. Alsof het nooit was weggegooid.

Het tikte niet meer.
Tot ik dichterbij kwam.

Toen schoof het.
En ik zag mijn eigen gezicht in het glas.
Maar het bewoog los van mij. Mijn mond lachte terwijl ik verstijfde.

“Fo linga, Fo sili,”
fluisterde een stem.
“A abi bigin a abi kaba”

Toen viel het horloge op de vloer, en op datzelfde moment hoorde ik een harde dreun op de vloer achter mij. Daar lag hij, Luc. Uit zijn mond stroomde rook—donker, kronkelend, levend.
En ik hoorde hem gorgelend praten.
Luc.
Fluisterend, lachend, klikgeluiden makend.

Tkk… Tkk…

Ik rende weg en liet mijn fiets achter.
Maar zelfs buiten, onder de lucht aan de Gemenelandsweg, hoorde ik het geluid verder gaan.
Eén klik per hartslag.
En ik wist: T’Koro is niet meer in Luc.
Hij is in mij.


Einde van Deel III – De Echo’s

Wordt vervolgd: De Seance – Deel IV: Het Kanaal (laatste deel uit deze serie De Seance)

SPANNEND VERHAAL?

Deel op Facebook
Deel op X
Deel op Linkdin
Deel op Pinterest

Laat een Comment

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven