#SpukuTorie 332015 Ik heb een aantal jaren geleden een camera aangeschaft als tool voor mijn hobby, fotografie. Het was een Finepix, gewoon een ‘point & shoot’. Van mijn werk gebruik ik nu goede DSLR-camera’s en mijn eerste baby, die Finepix, heb ik op een legplankje geplaatst in mijn woonkamer wandmeubel, waar de rest van mijn zogenaamde fotograaf-starter-kit ligt als memory display. Het voelt goed aan om terug te kijken naar hoe ik ben gestart en waar ik nu ben. It was a ‘rough road’…voor mijn Finepix en ik, zoveel foto’s geschoten dat je je niet eens zou indenken dat 2 harde schijven van 1TB niet eens genoeg zijn voor al die data. Ik had een nieuwe laptop en wilde wat foto’s overzetten van mijn portable harddrive naar mijn laptop, zodat ik me kon voorbereiden voor de opkomende ‘Lightroom onlinecursussen’, toen ik mijn collectie van “zwervers” tegenkwam. De herinneringen sprongen mij gelijk voor de ogen. Deze speciale collectie zou gebruikt worden voor mijn eerste expositie, maar het liep heel anders af. Ik had niet verwacht dat deze collectie aan foto’s een andere wereld zouden openbaren van vlees en bloed, maar toch vreemd. Nu zal ik mijn verhaal vertellen.
Een jaar nadat ik mijn nieuwe camera had gekocht schreef ik mezelf in voor een expositie voor fotografen. Ik was ervan bewust dat mijn thema over de zwervers zou gaan, omdat ik een heel jaar lang veel unieke ‘shoots’ van deze mensen heb genomen. Na een week van bewerken van de foto’s heb ik de files laten printen op canvas. Geloof me, ‘they were stunning pictures’. Ik had 30 nieuwe lijsten gekocht voor elke foto. Met de hulp van mijn nicht, hebben we in 1 avond alle canvas kunnen inlijsten. Nadat ik ze had geplaatst in de woonkamer, mooi op een rij, begon ik me te verdiepen in het verhaal achter de foto. Ik wilde dat men mijn thema, moest kunnen aflezen en dat zich een verhaal zou vormen in de gedachten van elke bezoeker. Ik keek 1 voor 1 naar elke foto…maar er bleef een vraag in me opkomen die ik uit alle macht probeerde te onderdrukken. Ik zei toen tegen mezelf: “Irvin, wie zijn deze mensen?” Maar even serieus…wie zijn deze mensen die ik heb gefotografeerd? Wat zijn hun namen? Wie is hun familie? Wie zijn ze? Een foto zegt meer dan duizend woorden. Let op je compositie voordat je schiet…de woorden van meneer Muridan. En in mij kwamen al deze vragen op, waar ik geen antwoord kon geven. Was dat ook de bedoeling? Moet ik dit ook precies zo laten, zo leeg? Wat zal de bezoeker denken van mijn composities? Ik wil meer, ik wil weten wie deze mensen zijn en de beste plaats om te beginnen met het vinden van antwoorden zou zijn in PCS.
Het was een beetje moeilijk om via de afdeling Communicatie en Voorlichting van het PCS aan informatie te komen over de zwervers, maar ik kon wel een lezing bijwonen die georganiseerd was door een stichting die vaak hulp bied aan het PCS door middel van schenkingen en fondsen. De lezing ging over de link tussen winti en psychiatrie en het was heel erg interessant. Ik zal er niet verder op ingaan. Er waren genoeg bezoekers en ik denk dat er iemand van ‘Spukutorie’ zeker deze lezing heeft bijgewoond. Na de lezing konden we nog gezellig na babbelen en genieten van een natje en een droogje. Zo kwam ik dan in contact met een zuster, die de “Dag Opvang” van PCS onder haar leiding had. Bij de Dag Opvang, komen dus zwervers binnen stromen en worden ze voorzien van schone kleding, een flink bord eten en zeker ook drinken. Ik vertelde haar over mijn opkomende expositie en dat ik zwervers had als thema, maar dat ik meer van ze zou willen weten. Ze lachte en keek me toen vanuit de bovenkant van haar bril aan en zei: “Vreemd dat iemand gewoon zo op een blauwe dag geïnteresseerd is in onze cliënten”. Ja, ze noemde deze mensen cliënten, i.p.v. patiënten. Het gaan allemaal om respect, zoals ze mij uitlegde. Ik mocht met haar meelopen naar de registratie ruimte waar ze voor me zou zoeken naar de namen van de cliënten die ik zal gebruiken voor mijn expositie.
Ik nam plaats naast het bureau en haalde de print-outs uit mijn tas en plaatste die op tafel. De zuster nam mijn stencil en keek naar alle foto’s 1 voor 1. Zij plaatste het stencil op tafel en zei dat het hier om cliënten gaat die wel geregistreerd staan, maar met namen, die zij ze zelf hebben gegeven. “Deze specifieke cliënten zijn eigenlijk een beetje onbekend, omdat we de ouders niet kennen en ook omdat we geen politie historie van deze mensen hebben. Ze zijn dus ook niet bekend bij de politie.”: zei de zuster. “En er is een trend te bespeuren als we de registers nagaan, daar ze bepaalde momenten van het jaar helemaal niet verschijnen op de Dag Opvang”: voegde ze eraan toe. Dus de enige plek waar ze in bewaring kunnen worden genomen is bij PCS zelf. Deze zelfde cliënten nemen geen kleding aan, ondanks het aan ze gegeven wordt. Ze nemen ook geen bad, ondanks het ze gevraagd wordt. En ze zitten vaak alleen en ver van de openluchtzaal of ze pakken het eten en gaan op 1 van de bankjes aan de overkant zitten. Ze vermijden rechtsreek oogcontact met iedereen. Zodra ze hebben gegeten gaan ze direct weg. Zoals de lezing van vandaag het had over de winti cultuur en psychiatrie werd ik geadviseerd om niet verder te onderzoeken vanwaar deze mensen komen of waar ze naartoe gaan en ook niet wie ze zijn. Ik bedankte de zuster voor haar hulp en tijd. “Ik zal het advies in overweging nemen zuster Genevieve”: grapte ik nog met haar. “Je bent gewaarschuwd”: zei ze streng, terwijl ze weer keek over het montuur van haar laaghangende bril.
De volgende ochtend was ik klaar voor mijn onderzoeks-tocht. Ik nam mijn camera bij me en ben bij de Chinese winkel op de hoek van de Letitia Vriesdelaan gaan zitten om te zien wie allemaal langs gaat voor de Dag Opvang. Ik had de gezichten van al mijn foto’s onthouden en keek dus uit naar die mensen. Ik zag een paar zwervers langslopen, maar geen enkele kon ik herkennen van mijn foto collectie. Ik heb daar gestaan en gezeten van half 7 tot 12 uur in de middag en opeens zag ik van de kant van het Leger Des Heils gebouw een bekend gezicht. Hij kwam mijn kant op en zou elk moment de Letitia Vriesdelaan kunnen inslaan, dus zette ik met camera op ‘standby’. Ik keek door mijn lens vanuit een hoek van de Chinese winkel en zag dat het inderdaad een zwerver/cliënt was van 1 van mijn foto’s. Hij was slank, eigenlijk mag, had kleine hele korte vlechtjes op zijn hoofd en het vuil plakte hem zo dik op het lichaam dat het leek alsof hij een doffe glans had op zijn huid. Hij stopte en keek recht in mijn lens…ik schrok me dood en keek direct op hem en zag dat hij het op een lopen zette, mijn richting op. Ik hoorde hem ineens praten, blazen, grommen, waardoor ik in paniek raakte en uit vrees uit de winkel holde richting CCS. Ik keek nog even om en daar stond hij…hij stond gewoon naar me te kijken. Ik stak mijn hand op om minstens hem het gevoel te geven dat ik contact wilde maken. Ik liep langzaam naar hem toe…hij begon wild met zijn armen te bewegen en te zwaaien. Hij brabbelde luid in een taal die ik niet kon verstaan noch kon herkennen. Hij werd wilder in zijn vertoning, waardoor ik niet dichtbij kon gaan, bang dat hij mijn camera kapot zou slaan. Ik maakte voorzichtig foto’s van het hele gebeuren en ben toen weggegaan. Ik had genoeg aan zo een ervaring dus ben ik maar naar huis gegaan. Toen ik thuis ben aangekomen heb ik direct mijn camera gekoppeld aan mijn laptop om de foto’s over te plaatsen en te bekijken in details. Jammer dat ik een trage sluiter had ingesteld, dus alles was wazig en de handbewegingen waren het ergst…die waren eerder vegen dan wat anders. Maar dat gezicht…dat gezicht was zo strak, scherp en overduidelijk. Ik vergrootte de foto en keek alleen naar het gezicht en het was dezelfde uitdrukking…als de foto voor mijn expositie…geen enkele emotie, gewoon hetzelfde gezicht. Ik maakte de folder open waar alle rauwe foto’s zitten en zocht naar de foto’s van deze zelfde man…en toen viel het me op…het maakt niet uit in welke positie hij zich bevond, maar zodra ik een foto schoot, was het zijn gezicht die opvalt. Van de bijna 300 foto’s, zijn in allemaal hetzelfde gezicht te zien. Mijn hart begon tekeer te gaan omdat dit niet normaal is. Ik maakte de folders open van de andere zwervers en zag dat bij hun allemaal hetzelfde zich voor heeft gedaan. In al hun foto’s hebben ze dezelfde gezichtsuitdrukking zonder enige emotie. Ik stond op en maakte een aantal stappen achteruit en staarde naar alle foto’s die nog steeds tegen de muur op de vloer in de woonkamer zitten. “Wie zijn jullie?” dacht ik in mezelf. Een auto kwam toen mijn inrit binnen…het was mijn nicht. Ze liet zichzelf naar binnen terwijl ik nog met een mond vol tanden stond te kijken naar al die foto’s. “Irvin, wat is er? Lijkt wel alsof je een spook hebt gezien”: zei ze op grappige toon. “Misschien wel…misschien wel”: zei ik in gedachten verzonken.
Ik heb haar laten zitten voor mijn pc, haalde de foto’s tevoorschijn en legde haar tot in de details uit van alles dat ik vandaag heb meegemaakt en wat me is opgevallen. Nadat ik haar alles had verteld was ze, net als ik, met stomheid geslagen. “Ik heb een idee, Jenny”: zei ik, terwijl ik in mijn tas zat te wriemelen naar de hand-outs van de winti lezing. Er was een businesskaartje geniet aan de hand-outs, waar alle contact gegevens stonden van de personen die de lezing verzorgden. Ik maakte direct contact met de persoon en vroeg om een afspraak voor morgenochtend. Ik vertelde hem zo een beetje wat ik allemaal heb meegemaakt en waarom ik het contact zoek. Ik wilde namelijk meer weten over deze personen die onbekend zijn bij mensen, onbekend zijn bij de politie en zelfs onbekend zijn op PCS. Ik had de afspraak verzegeld en Jenny en ik hadden verder een leuke avond van gemaakt met lekker eten en een filmpje pakken. ‘Nadat ze is waren vertrokken, ben ik gaan slapen’.
De volgende ochtend, na een onrustige nacht, had ik mijn lijsten opgestapeld en in de achterbak van mijn auto gedaan. Ik moest ze meenemen naar de afspraak omdat ik ook hem alles in details wilde uitleggen. Aangekomen op het adres aan de ‘Kasabaholoweg’, mocht ik op het achter terras plaats nemen. Ik stalde al mijn foto lijsten uit en maakte mijn laptop aan en begon met dezelfde uitleg als bij Jenny, gisteravond. August was zijn naam. August K. Nadat hij mij had laten uitpraten, was het eerste dat hij zei: “weet je dat deze mensen niet genoeg hadden van het leven?”. “Ze zijn zo verbonden aan het leven dat ze terugkomen, niet de persoon die je ziet, maar de werkelijke identiteit”. “Meneer Irvin, om je even duidelijk te maken…. Een mens bestaat uit 3 dingen: 1. Een geest, de werkelijke identiteit van je ík. Deze geest is verbonden met dat waarin je geloofd via Godsdienst. 2. De ziel, die is verbonden met het zelf. Dit is je Wil, Emoties en het Intellect. Daarna nummer 3: Het lichaam, deze is verbonden met de wereld door middel van zintuigen –zien, -horen, -ruiken, -proeven, -voelen. Deze 3 dingen zijn in evenwicht, maar ze moeten in een bepaalde hiërarchie gerangschikt zijn, namelijk LICHAAM, ZIEL en GEEST, waar geest de laatste plek inneemt en lichaam de eerste plek. Daarom dat men zegt dat wij allemaal een vleselijke natuur hebben, wat eigenlijk de gangbare natuur is. Maar als baby zit de rangschikking anders: GEEST, ZIEL en daarna LICHAAM. Omdat het lichaam nog niet ontwikkeld is en nog ervaringen moet opdoen d.m.v. zijn zintuigen, word de ziel niet gevoed door de impulsen voor wíl, Emoties, Verstand en Intellect. De geest van zo een baby staat op de eerste plaats en is vaak het doelwit van dingen die we niet kunnen zien met onze menselijke ogen.” Ik begon toen te begrijpen dat wij mensen eigenlijk allemaal geesten zijn, maar dat we dus een lichaam hebben om te kunnen moven op deze aarde. Maar naarmate we beginnen te groeien in deze wereld, neemt ons lichaam de overhand en werken we meer met ons intellect, onze wil en ons verstand en de zintuigen…maar we cijferen de geest weg.
Ik begon toen een beeld te schetsen van de hiërarchie van deze mensen. “Wie zijn ze dan, of moet ik vragen wat ze eigenlijk zijn?” vroeg ik dhr. August. “De geest heeft daar de overhand Irvin, het lichaam wordt weggecijferd en zelfs de ziel wordt niet gebruikt. Zijn zien door geestelijke ogen, ondanks je het lichaam in fysieke toestand ziet, ze zien jou. Ze zien niet jouw lichaam Irvin…ze zien jouw geest.” Daarom hebben ze maar 1 gezichtsuitdrukking. Maar op het moment dat zijn ogen naar je hebben gekeken, de echte menselijke ogen, dat betekend dan dat er een impuls is gegeven, omdat je bent opgevallen in het nabij zijn van zoiets. Omdat die geest zelfden gebruik maakt van het lichaam waarin hij woont, kan hij zich ook niet uiten door middel van normale spraak, vandaar dat hij zich zo wild gedroeg.”: vertelde August. Toen kwam de slag. “Deze lichamen zijn mensen geboren, maar ze worden gebruikt door geesten. Wanneer 1 geest het lichaam verlaat, wacht een andere om het lichaam over te nemen en te gebruiken om te kunnen lopen als ons, op deze aarde. Maar in de meeste gevallen zijn de geesten van deze lichamen geen mensen geesten, maar andere soorten geesten die we classificeren als demonen, winti’s en andere bij naam bekende entiteiten”. “Mijn advies naar jouw Irvin, stop met de expositie, want je weet niet waar de erkenning van zo iemand naartoe kan leiden” zei August op een serieuze toon. “Geef me je hand” zei hij. Ik stak mijn hand uit, terwijl hij opstond en me naar het erf leidde, hij nam een kalebas met water en plaatste het in het midden van zijn handpalm. Ik weet niet wat hij allemaal meer zei, maar elke keer leek het alsof de kalebas uit zichzelf kantelde en water op de grond liet vallen. In mijn ooghoek zag ik opeens iemand lopen…”Jenny?” zei ik zachtjes en geschrokken. “K’MUTU DJA…. DJA ANO PRESI’F TAN…. GO BAKA PE’Y’ K’MOPO!!!!!” schreeuwde August uit. En ineens zag ik Jenny niet meer in de hoek van het erf staan. August liet me mijn gezicht en hals wassen in een andere kalebas met geurtjes water. “Wie is Jenny van je?”: vroeg August, “want ik hoorde je haar naam noemen”. Ik verteld hem dat het mijn nicht is en dat ze me ook heeft bijgestaan met het project voor mijn expositie. “Dat wat je hebt gezien, was niet je nicht, het was diezelfde geest die bij of in de zwerver was, waarover je me vertelde.”
Ik hoefde mij geen zorgen meer te maken zei August. Het zijn vaak deze zelfde geesten die zich voordoen als mensen die dichtbij je zijn, zoals familie en ‘close friends’, maar het zijn ook diezelfde geesten die de gedaante overnemen van een overledene…en mocht het zijn dat je ooit iemand in de stad hebt zien rondlopen die je herkent, maar waarvan je weet dat de persoon is overleden, stap niet naar de persoon toe, praat niet met de persoon en vermijdt het contact indien “het” met je komt praten. Het is, zoals August het noemt, een “Agersi Sanie”.
El Dorpha “Admin Collectief”