Het Lied Voor De Kinderen 1

#‎SpukuTorie 342015 Toen wij vertrokken vanuit huis om de anderen op te halen, had ik met mijn kinderen over en weer gesproken over alles met betrekking tot ons weekend buiten-de-stad. Je weet, als moeder zijnde wil je dat alles goed en veilig verloopt, vooral als het om je eigen kinderen gaat. Ik heb gelukkig kinderen die gehoorzaam zijn. Mijn zus had ons een week daarvoor verteld dat ze een huis kon vinden op Commewijne voor ons allemaal, want zij zou ook meekomen met haar gezin en zo ook mijn zwager en gezin. Mijn zus zou als eerst daar aankomen omdat ze zelf op Commewijne woont. Maar enfin, we hebben alles ingepakt, de auto gestart en daar gingen we dan, richting Commewijne.



Toen we de plantage inreden was het een pracht van een landschap aan weerszijden van de weg; echte natuur en het mooiste van Suriname. En toen we bij het huis aankwamen, kon ik mijn ogen niet geloven…het was een mooi wit huis met twee verdiepingen en een grote buiten trap in het midden. De heren begonnen gelijk met het uitladen van alle bagage en plaatsen alles boven op het balkon, terwijl we met de kinderen alvast een verkenningstocht maakten op het erf. We vonden een verschroeid plekje zand op een kaal plekje in het gras waar zeker een kampvuur was gebouwd. “Dit lijkt op de juiste plek voor een kampvuur vanavond he, Sandra”: zei mijn zus. En ja, dat zou de beste plek zijn op zo een eerste avond van onze vakantie.

Nadat we onze verkenningstocht hadden gedaan en de kinderen bezig waren met het sprokkelen van hout, zijn wij (de dames) het huis binnen gegaan om onze kamers ready te maken en ook om het eten voor te bereiden. Op de eerste verdieping waren er 3 ruime kamers en op de tweede verdieping waren er 4 kleine kamers. De kinderen kregen de kamers van de tweede verdieping toegewezen en wij als ouders nemen de kamers van de eerste verdieping. ‘No problemo’. Nadat we klaar waren met huishouden konden we beginnen met de voorbereidingen voor de lunch en diner wat altijd gezellig babbelen met zich mee bracht over koetjes en kalfjes, maar ook over de leuke dingen die we als gezin hebben meegemaakt in het afgelopen jaar, we zien mekaar eigenlijk ook nauwelijks omdat we allemaal een druk leven leiden.



Mijn jongste dochter van 7 jaar, wilde mee helpen in de keuken, maar ze nog niet zo lang voor de tafel waar we groeten aan het plukken waren. “Henk, kan je die stoel pakken van de woonkamer; die ene die in de hoek staat”” vroeg ik mijn man. Hij bracht de stoel voor mijn jongste en plaatste het aan de tafel. Ze kon ons toen helpen met het plukken van groenten, al was het niet wat het wezen moet, maar enfin…ze wilde ons graag helpen. Opeens schoof de stoel en mijn dochter viel ervan af. “Mama, wie heeft die stoel gestoten”: begon ze met haar huilbui. Ach, daar ben ik dan weer als trooster om haar tot rust te brengen en terwijl ik haar optilde liep ik naar het balkon om haar even op andere gedachten te brengen. De heren waren bezig met het opzetten van een BBQ en de andere kinderen waren bezig met spelletjes. Nadat mijn dochtertje was afgekoeld, liep ik naar binnen en wilde haar weer op de stoel plaatsen, maar het was niet meer daar. “Uhm, heeft 1 van jullie doe stoel teruggezet”: vroeg ik aan de anderen. Maar ze keken me ook zo bedonderd aan en we keken toen alle drie naar de woonkamer en ja hoor…de stoel was weer in de hoek van de kamer. “Henk, had jíj die stoel teruggezet in de woonkamer?”: gilde ik een beetje luid uit het raam. “Over welke stoel heb je het nou Sandra; ik ben de hele tijd hier met de anderen hoor.” Zei hij terug. Hm, dacht ik in mezelf, dit zal niet zo erg zijn als ik denk. Ik zei nog aan de dames dat we misschien moeten praten in de ruimte dat we hier zijn komen voor een korte tijd en zeggen dat we geen kwaad zijn komen doen. “Je weet hoe die dingen zijn buiten-de-stad, he”. En dan moet je mijn ‘bra’djarie’ zus Helga voor hebben die dan een hele hoop bij mekaar zal gillen in de ruimte, maar gelukkig niets negatiefs hoor, maar ze brengt ons altijd aan het lachen.

De middag verliep vrij rustig en gezellig. Na het diner hebben we de kinderen geholpen met het opzetten van hun mini-slaap tenten rond het kampvuur. We hadden een tafel vanbinnen gekomen en op het balkon geplaatst voor onze ‘troef call-gezins-wedstrijd’. Na wat flinke potten ‘troef call’ hebben, zaten we te kijken hoe ons kinderen zich vermaakten rond het kampvuur. We lachten soms als ze van die gekke opmerkingen maakten en dan kregen we direct ook de wind van voren van mijn neefje Imran: ”Wat lachen jullie daar man…gehoon wille jullie ons uitlachen nah?” Maar de kinderen schonken al gauw geen aandacht meer aan ons.



Ik keek even achterom richting de keuken. Helga, mijn zus, maakte gelijk de opmerking dat ze wat heeft gehoord, maar ze heeft er bewust geen aandacht aan geschonken. “Sandra, na wan dorosei presi, dus w’o jere san’” zei Helga. Maar toen hoorde ik het overduidelijk. Wij allemaal op balkon zaten ineens rechtop in onze stoelen en keken elkaar aan met grote geschrokken ogen. Het was een geneurie. Duidelijk een geneurie van een bekende melodie. Helga zou net haar mond opendoen om wat te zeggen, toen we mijn dochtertjes stem hoorde zingen: “Faya siton, no bron mi so no bron mi so”. Helga stond direct op en rende de trap af naar de kinderen en zei op een rustige toon dat ze even op het balkon moeten komen zitten. Toen Helga alle kinderen op het balkon had gebracht hoorden we kind huilen en toen het gedreun van voetstappen de trap af richting de achterdeur naar buiten…en toen het luid schril gegil van een jong kinderstem. Mijn dochtertje, die bij de voordeur naar binnen keek, vroeg toen: “mama, dat meisje d’r handen doen pijn, daarom huilt ze daar” en ze wees haar de achterdeur.

Klik hier voor het vervolg.

El Dorpha “Admin Collectief”


Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven