Mijn Vreemde Vriend

#SpukuTorie 802015 Het kwartje viel…en het viel hard. Ik heet Marianne en dit wat ik vertel zal als een waarschuwing moeten zijn voor anderen. Speciaal voor hen die gevoelig zijn voor “de dingen” die je niet kan zien. Ik heb het aan den lijve moeten ondervinden. Ik, iemand die nooit geloofd heeft in spoken of bovennatuurlijke krachten, heb van dichtbij mogen ervaren wat het is om aangevallen te worden door “de dingen”.

Het begon allemaal bij ZsaZsaZsu. Ik was met vriendinnen wezen stappen die avond toen ik oog in oog kwam met een leuke heer. We babbelden nog even, dansten samen en wisselden telefoonnummers. Op het eerste oog zag hij er heel knap uit, goede lichaamsbouw, netjes en had een hele vriendelijke en verleidelijke manier van praten. Ik viel direct driedubbel en dwars in verliefdheid. Net voordat ik met mijn vriendinnen zou vertrekken, gaf hij aan dat ik een telefoontje kan verwachten de volgende ochtend. En dat gebeurde ook. We hebben uren aan de telefoon gesproken en deelden heel wat leuke momenten van de avond daarvoor met elkaar en ook echt dingen over het leven. Hij was zakenman en reisde heel vaak naar het buitenland. Zo jong al heeft hij zijn eigen huis, eigen auto en een klein importbedrijfje in Suriname. Hij wist me ook te vertellen dat hij van plan was het bedrijf uit te breiden tot een auto-import bedrijf. Allemaal wat ik in een man nodig had. Ik toen nog student en was bezig met mijn Masters. Maar we groeiden dichter bij mekaar en na mijn afstudeer hadden we besloten om te verloven en alvast samen te wonen. Toen begon ik het echte leven te zien.

“Mijn huis is jouw huis”, zei hij, toen ik verhuisde en introk in de woning. Ons verlovingsfeest hebben we zelfs in zijn huis georganiseerd. Het begon al de eerste nacht toen ik in bed met hem lag. Zodra ik met ogen dichtmaakte kreeg ik het gevoel alsof ik vanbinnen in worstelde met iets. Ik kan het niet echt beschrijven, omdat ik dit nooit heb meegemaakt. Als ik me wilde omkeren, lukte het met veel moeite, als ik de deken verder op me wilde trekken ging dat zelf met vele moeite en inspanning. Ik leek uitgeput en moe zodra ik lig op het bed. Ik vertelde het hem, maar hij zelf kon het niet begrijpen –zo dacht ik – terwijl hij degelijk wist wat er gaande was. De volgende ochtend werd ik wakker met pijn over mijn hele lichaam. Hij was toen al uit bed en ik hoorde hem beneden in de keuken bezig zijn. De zon scheen door het raam naar binnen en toen ik met veel moeite kon opzitten in bed, zag ik een schaduw op de vloer, waar de zon naar binnen kwam. Het was zo duidelijk dat ik schrok toen de schaduw in een flits verdween vanuit het licht van de zonnestralen. Opeens voelde ik dat ik me vrij kon bewegen. Ik ging naar beneden en daar stond een heerlijk ontbijt op me te wachten. “Babe, goede morgen…kom eten…heb je lekker geslapen?”, begon hij. Ik vertelde hem dat ik allesbehalve lekker heb geslapen en legde hem uit wat ik daarnet heb gezien. Hij lachte en zei dat gewoon om het feit gaat dat ik in een nieuwe huis slaap en nog even moet wennen met de nieuwe omgeving. Ik zocht er toen niks meer achter.

Nu zijn er dingen die me hinderen en die wil ik opnoemen. Ik zat met zoveel vragen waar ik geen antwoord op had en ook geen antwoord op kreeg. Ik noem de dingen op: “Als hij middernacht wordt opgebeld om “zaken” te gaan regelen, krijg ik als antwoord dat het “business” is.” “Als hij naar het buitenland vertrok verbleef hij eerst een nacht bij een oom, die ik nooit van dichtbij heb gesproken…altijd in de auto die hem komt ophalen”. “Een keer ben ik met hem gereden naar Republiek om iets op te halen. Ik bleef in de auto zitten omdat hij het niet nodig vond dat ik moest uitstappen, het zou maar even duren.” “Als hij terug keert zie ik een post in zijn hand gewikkeld in nat krantenpapier en als hij in de auto stapte rook hij naar Florida water en Pompeia.” Ik bleef stil en wilde er ook niets achter zoeken…ik kom niet aan zijn cultuur en wil me er ook niet mee bemoeien.

Maar een dag mocht ik hem afzetten op Zanderij om dan de auto terug te rijden naar huis. Aangekomen op de luchthaven, bleef ik op een afstand alles gadeslaan, want je mocht toen niet in de rij van incheck staan indien je niet zou vliegen. Het was een drukte van jewelste en opeens zag ik twee kleine mensen naast hem staan. Het leken in eerste instantie op kinderen maar ik kon duidelijk zien dat ze een uiterlijk hadden van volwassen mannen. 1 keerde zijn hoofd om en keek me aan met een grijns van vergeelde rotte tanden. Ik voelde de rillingen over mijn lichaam gaan, omdat ik toen pas tot de ontdekking kwam dat het geen mensen zijn. Ik zie “dingen”. Ik keerde me direct om en keek naar het parkeerterrein. Na een poos keek ik weer en zag dat hij aan de beurt was. Hij sprak nog met de mevrouw achter de balie, ze overhandigde hem zijn stukken en hij liep richting de security. Het viel me op dat ze van een strak zuur gezicht opeens heel vriendelijk en vrolijk keken en hem zelfs vriendelijk begroetten. Hij liep door en kwam toen naar buiten. “Ken je die mannen?”, vroeg ik. Hij zei dat hij zo vaak reisde dat hij een bekende is bij de security en vandaar dat ze heel vriendelijk met hem waren. Het werd zo opvallend dat iedereen hem begroette die hij tegen kwam. “Ken je al die mensen die je groeten?”, vroeg ik geïrriteerd. “Maak je daar niet druk over…Marianne”, zei hij, “ik ga alvast naar binnen schat…ik ben over een weekje terug.”

Ik wuifde hem nog na, toen ik, naast zijn broek, een kleine hand zag wuiven. Het “ding” gluurde vanachter zijn broekspijp en keek me diep in mijn ogen aan…ik voelde me opeens moe en uitgeput…hetzelfde gevoel dat ik kreeg als ik op het bed lag. Toen ik hem niet meer zag ben ik haastig naar de auto gegaan en ben gaan zitten. Ik begon toen uit te gillen van wanhoop en verwarring. Opeens hoorde ik iemand tikken op de ruit, maar toen ik mijn ogen opendeed en keek, zag ik niemand. Ik begon alle rillingen weer te voelen en startte de auto direct en reed terug naar Paramaribo. Ik was zoals altijd toen weer alleen in het huis, maar dat was maar een illusie. Ik was niet alleen in het huis. Ik voelde duidelijk dat er iets niet goed was aan het huis en het ergste was in de slaapkamer. Ik werd ineens zo bang dat ik niet durfde te slapen in de kamer, dus heb ik geslapen in de woonkamer beneden op de sofa. Gedurende de nacht voelde in een zware druk op mijn buik en borst. Ik maakte mijn ogen open en wat ik zag zal ik me nog lang heugen. Er zat een zwarte kat op mijn buik te kijken naar me. Hij verstijfde van de schrik, maar toen die kat opeens miauwde, gilde ik het uit van angst, sloeg het beest van me af en sprong op…maar er was niets…er was niets in de woonkamer. Ik heb door het hele huis gezocht naar een enkele opening waar het dier misschien naar binnen zou kunnen zijn gekomen. “Alles is potdicht”, zei ik luid op. “Als je hier bent, beter rot je op en laat me met rust…heb ik je iets aangedaan strontzak…GA WEG EN LAAT ME MET RUST”, schreeuwde ik het uit in de ruimte…en met een zware klap werd ik gevloerd. Opeens voelde ik een harde ruk aan mijn haren en het ging maar door. “LAAT ME LOS LAAT ME LOS MET M**” en al gillend ben ik uit het huis gerend naar de auto en ben gereden naar mijn ouders. Ik vertelde ze alles en gelukkig wist mijn vader een beetje over de “culturu” wereld. Hij adviseerde me om mijn vreemde vriend te laten. “Zodra hij terugkomt, zeg hem dat je niet door kan in deze relatie”, zei mijn vader. “Marianne, als je nog wilt leven, neem dit advies ter harte”, zei mijn moeder bezorgd.

De dag toen hij terug zou komen, ben ik naar het huis gegaan met mijn ouders. We hebben al mijn spullen ingepakt. Een oom, die een grote pick-up had, bracht al mijn spullen terug naar het ouderlijk huis. Mijn vader en moeder hebben toen samen met mij gewacht totdat hij terug zou komen. Toen ik de auto voor de deur hoorde stoppen, stond ik op en liep naar de voordeur. Ik werd opeens aan mijn sjaal gegrepen en meegesleurd naar achteren en met een klap viel ik op mijn rug, plat op de grond. Mijn moeder gilde het uit en begon met bestraffen. Mijn vader rende me tegemoet en trok de sjaal los van mijn hals en opeens hoorden we allemaal een stem zeggen: “M’e kir’ yu te y’o go – M’e kir’ yu te y’o go”. Mijn vriend maakte toen de deur open en met een geschrokken blik in zijn ogen vroeg hij wat dit allemaal te betekenen heeft. Ik stond op, trok de verlovingsring af en stopte het in zijn handen. “Ik kan niet meer…er zijn zoveel dingen die je me niet verteld waar ik niet mee kan leven…ik ken je, maar tegelijkertijd ken ik je niet…sorry, maar ik kan niet meer met je zijn…veel succes met je bonu leven”, zei ik huilend. We gingen uit huis en hij zei niets…letterlijk niets…niet eens “nee babe, blijf”…gewoon níéts! En dat was voor mij al duidelijk dat ik geen belang had in zijn leven en hij omgekeerd ook niet.

Ik heb geen last meer gehad sinds ik uit het huis ben. Ik kwam er later achter dat het “zakenleven”, niets minder was dan “smokkelen”. De dingen om hem heen beschermden hem en volgens mij beschermen ze hem tot de dag van vandaag. Mensen worden vriendelijk. Maar bij mij verbruikten ze mijn energie. Volgens mijn vader was ik niets minder dan een offer. Iemand moet betalen voor hetgeen hij deed. Het was bevestigd door familieleden van mij, dat elke vriendin die hij heeft gehad, op vreemde wijze kwam te overlijden aan ziektes.

“Niet alles dat blinkt, is goud”, zegt een spreekwoord. Ik heb geluk gehad, dat ik er gauw uit ben gekomen. Want misschien zou ik niet eens hier zitten en dit verhaal schrijven.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven