Bizarre Encounters: De Boeboelaas van Amsterdam

Ik ben 24 jaar jong en heb twee kinderen die mij zeer dierbaar zijn. Als je op dit moment het gevoel hebt dat er iets achter je staat of naar je kijkt, geloof me, je gevoel bedriegt je niet. Kijk dan even goed om je heen. Ditzelfde gevoel, waar ik het over heb, begon op een avond. ’s Ochtends open ik altijd mijn ramen als ik wakker word en maak me klaar voor de dag. Met twee kinderen zullen de meeste ouders wel weten wat voor een karwei het is om ze klaar te maken voor de opvang, vooral als je ook nog zelf moet werken. Het raam van de kamer van mijn kinderen, dat open ik als laatste voor wat frisse lucht, en ik doe het pas weer dicht als ik thuiskom. Dit gebeurde elke dag.

Bron Foto: Spuku Tori OpenArt
Bron Foto: Spuku Tori OpenArt

Maar om terug te komen op dat vreemde gevoel. Ik kreeg plotseling dat vreemde gevoel en de neiging om het raam van de kamer van mijn kinderen snel dicht te doen. Ik snapte niet waar dat gevoel vandaan kwam en waarom ik het eigenlijk deed. Maar, volgens mijn gevoel, deed ik gewoon wat ik dacht dat het beste was.



Mijn dochtertje is drie jaar oud en mijn zoontje is negen maanden oud. Als ik thuiskwam, had ik alle tijd voor die twee, ze waren mijn schatjes. Als het tijd was om ze naar bed te brengen, wilde mijn dochtertje plotseling een speeltje meenemen. Ik ging ervan uit dat ze er gewoon mee wilde slapen, en als ze het leuk vond, waarom niet.

Die avond zat ik nog naar de televisie te kijken toen ik geluiden en voetstappen in de kamer hoorde. Ik zette de televisie zachter en luisterde naar de geluiden die uit de kamer van de kinderen kwamen. Opeens hoorde ik mijn dochtertje giechelen. Ik wist dat mijn zoontje vast sliep, dus het kon niet zijn dat ze met hem aan het spelen was. Ik riep toen: “Quimora, wat doe je… waarom lig je niet?” Ik hoorde weer voetstappen en daarna hoorde ik haar zeggen: “Ik doe niets, mama.” “Waarom lig je dan niet in bed? Ik hoor voortdurend geluiden in de kamer,” zei ik luid.

Het werd even stil en toen zei ze: “Mama, ik ben aan het spelen.” Dat was genoeg voor mij, en streng zei ik: “Quimora, je moet nu meteen in bed gaan liggen, want morgen moeten we weer vroeg op.” – ‘Okay mama’ -.



Ik zette de televisie weer harder en keek verder naar een spannende film terwijl ik genoot van een bolletje ijs. Maar door het geluid van de film heen, hoorde ik weer iets, maar dit keer was het zacht. Ik zette de televisie uit en luisterde aandachtig. Ik hoorde mijn dochtertje fluisteren. Het leek eerst alsof ze aan het zingen was, maar later hoorde ik dat ze echt aan het fluisteren was. Ik stond op en liep naar de deur, maakte die open en zag hoe ze zich snel probeerde te verbergen. “Nu is het genoeg, Quimora, tijd om te gaan slapen.” Ik zeg je, ik heb echt geloofd dat ik me verbeeld had, toen ik zag dat een gedaantje in een fractie van een seconde, zich achteruit waande onder het bed van Quimora. Het heb er niets achter gezocht.

Een paar dagen gingen voorbij, maar het gevoel bleef me elke keer weer overvallen. Op een avond zat ik in de woonkamer aan de telefoon te praten met een kennis terwijl de televisie aan stond, of ik keek door het gesloten raam naar buiten. Ik weet niet of het mijn verbeelding was, maar het leek alsof er beweging was midden in de nacht… er stond iets naar me te kijken. Ik schrok en verstijfde, voelde hoe alle bloed uit mijn gezicht weg trok, en kreeg kippenvel.



Ik probeerde nog naar de plek te staren waarvan ik dacht dat er iets was, en toen realiseerde ik me meteen dat het geen mens kon zijn, want ik bevond me op de bovenste verdieping. “Schat, ik hang op,” zei ik opeens, want ik zag duidelijk een schaduw langs het raam schieten. Ik rende naar het raam en keek naar buiten, maar zag niets. Ik trok meteen de gordijnen dicht en ging met een zeer onrustig gevoel naar de slaapkamer. Dit gebeurde op een vrijdag. Ik liep naar mijn slaapkamerdeur, had hem al open gedaan toen ik opeens rennende voetstappen in de woonkamer hoorde. Ik liep weer terug, controleerde alle deuren en ramen om er zeker van te zijn dat ze gesloten waren, en ging toen met een zeer ongemakkelijk gevoel naar bed.

– “MAMAAAA…”- Haar gil ging door merg en been. Het was zaterdag ochtend en ik rende naar de kamer toe van de kinderen. Mijn zoontje was volgens mij geschrokken van de gil en begon te huilen. Ik pakte hem uit bed en ging direct naar Quimora toe en vroeg haar wat er was gebeurd en waarom ze zo gilde. “Mama, boeboelaas is onder me bed en speelt met me koffer.” Ik ben toen naast haar gaan zitten en zei dat er geen enkele boeboelaas in de kamer was. Opeens keek ze langs mij heen en schreeuwde: “Mama, kijk hij loopt in de kamer met mijn koffer.” Ik zag natuurlijk helemaal niets toen ik om keek en pakte mijn dochters hand vast en zei: “Quimora, ik ben de enige boeboelaas hier in dit huis, okay…niks en niemand komt je hier bang maken. Kom dan wijs je me waar hij is.”

Nee mama, doe dat niet, anders wordt hij boos en zegt hij ‘Quimora, kom hier,‘ en dan zal hij bloed hebben.

We liepen toen de kamer door en ze wees me onder het bed. Ik keek en zag niets. Ik had de koffers ook vanonder het bed gehaald en heb haar zelf laten kijken onder het bed…er was niets. Ik zei toen aan haar: “Wel, weet je Quimora, als je die boeboelaas weer ziet, zeg hem dat mama boos gaat worden en hem eruit gaat schoppen.” Toen zei mijn dochtertje iets heel vreemds: “Nee mama, doe dat niet, anders wordt hij boos en zegt hij ‘Quimora, kom hier,‘ en dan zal hij bloed hebben.” “Gheeeyyy, Mi skin gro” (Ik kreeg kippenvel). Dit kon niet goed zijn, vooral niet als een kind je zo gedetailleerd probeerde uit te leggen wat er zou gebeuren als ze iets tegen die boeboelaas zou zeggen. Opeens keek ze me aan en zei: “Mama, hij is onder het bed.” Op datzelfde moment schoof er iets onder het bed vandaan.



Ik pakte mijn kinderen en ging naar mijn slaapkamer toe en nam het flesje “dresi” (medicijn) dat mijn moeder aan me had gegeven. Ze zei uitdrukkelijk dat ik het alleen moest gebruiken in zulke gevallen. Ik schonk in alle hoeken van het huis een klein beetje. Zelfs voor de ramen en deuren, onder elk bed en ik elke kast. Geen enkele ruimte bleef bespaard. Nadat ik alle ruimtes en alle ramen en deuren had beschonken met de “dresi”, begon ik met de volgende woorden door het huis te lopen: “No wan enkri boeboelaas n’e kon frede mi nanga mi pkien dya in unu oso. Mi dat’ na master en a enkri boeboelaas dya en ’t ef’ mi si noso yere wan vreemde sani, mi nanga yu o feti te dede. Mi dat’ n’e frede no wan m** san’ en mi n’e frede yu…SO DONDEROP”. (Geen enkele boeboelaas komt mij noch mijn kinderen bang maken in ons huis. Ik ben de meester- en enige boeboelaas hier en als ik je zie of een vreemd ding hoor, gaan wij beiden vechten tot de dood. Ik ben niet bang voor niemand en ook niet voor jou…dus donderop)

Mijn dochter verstond geen Sranan, ze was te jong, maar toen ik klaar was met praten, zei ze opeens: “Mama, kijk… hij rent naar buiten bij de deur, mama.” Ze rende naar de woonkamer en stond bij het raam naar buiten te kijken. Ik ging naast haar zitten en keek ook naar buiten. Precies op de plek waar ik dacht iets te hebben gezien, stond een grote boom. Ik tuurde in de boom en zag iets zwarts en mistigs bewegen. “Mama, zie je die boeboelaas? Hij zit in die boom en trekt aan de bladeren.”

Vertrouw op je gevoel en luister altijd naar je kinderen, mensen. Ik wens iedereen een veilige en goede nachtrust toe. Dit alles heb ik meegemaakt in Amsterdam, waar ik woon en werk.

#SpukuTorie 1352015 #Amsterdam #Boeboelaas #Mysterie #Paranormaal #Bovennatuurlijk #Angst #Sranan #MoederEnKinderen #Veiligheid


Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven