Het Ouderlijk Huis

#SpukuTorie 1412015 Nadat mijn ouders kwamen te overlijden, kort achter mekaar, was er nu een issue ontstaan tussen de echte en buitenechtelijke kinderen van mijn vader en moeder. Het ging allemaal om de erfenis. Gelukkig ontstonden er niet zulke ruzies waar mensen elkaar in de haren vlogen, maar de erfenis delen leek een immense taak te gaan worden. De buitenechtelijke kinderen hadden het eigenlijk niet voor het zeggen, maar zouden wel kunnen genieten van de erfenis van mijn ouders tenzij ze akkoord gingen met bepaalde standpunten van de ons, de echte kinderen.




Mijn naam is Ramona en ik ben de jongste dochter van de 8 kinderen van mijn ouders. Ik zelf ben woonachtig in Suriname, maar de anderen broers en zussen wonen allemaal in het buitenland en hebben daar hun eigen leven, werk en gezin. Na de begrafenis, zijn we nog bij elkaar gekomen om de erfenis te bespreken. Mijn vader en moeder waren mensen die altijd familie op de eerste plaats zetten. Elk familiefeest werd groots gevierd en het zorgde voor de cohesie van de familiebanden. We mogen trots zijn op onze ouders dat ze dit in stand hebben gehouden. De buitenechtelijke kinderen hadden hun erfenis kunnen krijgen via de wil die mijn vader had opgemaakt bij een notaris (houdt me ten goede als ik het juiste woord gebruik), maar ze wilden meer.

We besloten allemaal dat wij, Ramona en gezin, in het huis mochten verblijven, wonen en kinderen grootbrengen. We kwamen allemaal tot dit akkoord, omdat ik in een huurhuis woonde en mijn broers en zussen allemaal in Nederland alles al hadden. Als ze op vakantie kwamen, dan konden ze gewoon in het ouderlijk huis logeren. We zetten toen allemaal geld bij elkaar om het huis op te knappen, te verruimen en klaar te maken als vakantiehuis.



Het huis werd van een 1 woning met boven verdieping tot 3 woningen in 1. Het erf was groot genoeg om het huis zodanig te verbouwen dat elke “woning” 3 kamers kreeg, een eigen bad en toilet, een eigen keuken en een woonkamer. De garage werd verlengd tot een L-vorm voor 5 auto’s. Ik nam mijn intrek nadat de verbouwing klaar was en het huis werd opgeleverd. De inboedel voor de “woningen” zouden zo af en toe ingekocht worden als de anderen in Suriname waren. Ik nam de beneden woning met het zicht naar de straat. Na onze intrek ging alles zo goed als lekker.

Geen huur, dus genoeg geld om mijn gezin te verzorgen en om meer in de spaarrekening te zetten. Ik was er niet lang totdat ik bezoek kreeg van 1 van de buitenkinderen van mijn vader. Ze belde van tevoren voor een afspraak en ik kon haar niet weigeren, want we zijn trouwens familie. Ze wilde zo graag zien wat we allemaal hebben gedaan aan het huis omdat ze ook bezig was met het verbouwen van haar woning. Ze vond de keukens vooral heel indrukwekkend en vroeg me om de contact gegevens van de heer die de keukens had gemaakt. We hadden nog samen lekker gegeten toen de kinderen thuiskwamen van school. In de middag vertrok ze en ging weg…maar toen begon de ellende.

Het was volgens mij 3 uur in de ochtend toen ik werd wakker gemaakt door een vreemd stekend gevoel in mijn gezicht. Ik dacht dat mijn man mijn zijn grove “likdoru” handen bezig was me in mijn gezicht te strelen. Maar toen ik mijn ogen openmaakte zag ik dat hij sliep. Het gevoel bleef maar om mijn gezicht komen en ik dacht dat het de crème was die ik had gebruikt, die een allergische reactie op me had.



Maar opeens voelde ik spinnenwebben over mijn ogen komen. Ik probeerde het weg te vegen maar het kwam er elke keer weer. Ik wist toen dat dit niet normaal was, omdat ik van mijn moeder had geleerd dat dit vaak gebeurd wanneer een entiteit zich niet wil laten zien. De steken in mijn gezicht werden erger en erger en op een gegeven moment kon ik het niet meer uitstaan en stond op uit bed en liep naar de badruimte in de kamer.

Ik maakte het licht aan en stond voor de spiegel naar mezelf te kijken en keek of ik rode plekken zou zien op mijn gezicht. Niets. Ik waste mijn gezicht bij de wasbak en droogde het af en daar stond ik nog een tijdje voor de spiegel. Ik kon het bed van ons zien en zag dat er zich wat bewoog over mijn man heen. Het leek op een schaduw van een hond op voeten, omdat het hoofd ervan, de vorm van een hondenkop had…iets met een hele lange snuit.

Ik schrok en zou me net omkeren om te kijken of de deur sloeg dicht voor mijn neus. Mijn slaapjapon werd toen getrokken van alle kanten. Ik gilde het uit van de angst en sloeg om me heen en probeerde de deur open te krijgen, maar niet lukte. Mijn man had me wel horen schreeuwen en ik hoorde hem vechten aan de andere kant van de deur om het open te krijgen. Opeens ging de deur met een ruk vanzelf open. Mijn man en ik stonden naar elkaar te kijken in verbazing en vrees. Dit maakten we natuurlijk voor het eerst mee. In een flits, zag ik iets achter hem, dichtbij het bed, springen naar het plafond en verdween. Hij had het ook gezien omdat hij in de spiegel kon zien die achter mij stond. We hebben toen niet meer geslapen in die kamer, maar hebben een opblaasbaar matras genomen en zijn op de kamer van de kinderen gaan slapen.



Mijn zoontjes kwam een keer vanuit zijn kamer rennen naar beneden en zei: “Mama, die kabouter heeft gezegd dat hij je gaat steken.” Ik schrok me dood. Ik wist me geen raad en ik vond het toen echt jammer dat mijn moeder er niet meer is, want die zou weten wat te doen. Gelukkig had ze goede contacten met de mensen van de straat onderhouden toen ze nog in leven was en kenden wij ze dus ook. Ik ging toen voor hulp en advies naar de buurvrouw aan de overkant die heel veel weet heeft van deze dingen. Ze stelde me een heleboel vragen over het wel en wee met de erfenis en of er mensen in de familie zijn die het niet eens waren met het besluit.

Ik vertelde haar open en eerlijk dat alles wel goed is afgesproken met de kinderen, behalve de buiten kinderen van mijn vader…die hadden er moeite mee. Ze vroeg me om een kijkje te nemen in het huis om zodoende te weten wat er allemaal speelt en of die entiteit gezonden is of eventueel van de plaats zelf kan zijn. Bij mij thuis pakte ze haar halsketting en begon te bidden. De ketting hield ze vast aan het uiteinden terwijl het anker naar beneden wees. Ik weet nog dat er een steen aan het anker was.

We liepen samen door het huis en ze wilde de kamer van mijn zoontje toen betreden toen het anker van die ketting plotseling werd opgeheven in de licht en weer terugviel. Het ging toen in de richting van de kamer van mijn zoontje. “A dja”, zei die mevrouw toen. Ik kon mijn ogen niet geloven toen de ketting gestrekt in de ruimte was met het anker in de richting van de kamer. We liepen naar binnen. Die mevrouw stond toen even stil om zich te oriënteren in de kamer en zei opeens in de ruimte: “Suma na yu…sa yu kon du dja.” (Wie ben jij en wat ben je hier komen doen)



Op hetzelfde moment schoten er weer spinnenwebben over mijn gezicht. Ik probeerde ze weg te vegen van mijn ogen, maar er kwam niets in mijn handen. De mevrouw zei toen dat het zich schuil probeerde te houden en niet gezien wilde worden. “Ik kan je wel zien”, zei ze toen. Opeens hoorde we beweging dichtbij het bed van mijn zoontje en binnen een fractie van een seconde vloog iets zwarts door het plafond heen naar boven.

Het anker ging toen ook de lucht in en bewoog zich opeens helemaal naar achteren. “Waar is de trap om naar boven te gaan?”, vroeg die mevrouw. Ik bracht haar naar de binnentrap en klommen naar boven. Ze volgende de ketting en plotseling viel het en als een pendule begon het heen en weer te zwaaien tegen de kamerdeur van de laatste kamer boven. We maakten de deur open en de kamer was leeg, omdat niet alle inboedel nog gekocht was. We liepen door de kamer heen en opeens hoorde we een gekrijs dat leek op het gegil van een aantal kinderstemmen. Het gordijn bewoog.

De mevrouw haalde een fles uit haar zak en begon de inhoud te besprenkelen over de gehele ruimte totdat ze bij de gordijnen terecht kwam. Ze trok het gordijn open. Op de vensterbank stond er een klein beeldje van een wolf en een man. Het was van porselein. Die mevrouw waste haar handen met de inhoudt van de fles en begon toen te bidden en te bestraffen op het beeldje. Ze pakte het en wees me een gat aan de onderkant ervan gevuld met iets dat gewikkeld was in een witte stof. “Ken je dit ding?”, vroeg ze toen.



Ik schudde mijn hoofd van ‘nee’. Toen viel het kwartje…die buiten zus van me was op bezoek geweest. Ik vertelde het aan de mevrouw en zei maakte direct de opmerking dat ze stond ze op balkon stond te kijken toen die mevrouw parkeerde voor het huis. Dingen liepen met haar mee het huis in. Ze had een bosgeest meegenomen om mij en mijn gezin te treiteren. De mevrouw vroeg toen aan mijn zoontje hoe het eruit zag, die kabouter. “Het had grote tanden, een baby gezicht en wilde dat ik met hem moest spelen…maar ik wilde niet…dan werd het boos op me en zei dat het mama gaat steken als ik niet met hem speel”, zei mijn zoontje.

Ik ben die mevrouw heel erf dankbaar dat ze erger heeft kunnen voorkomen. Ik heb het contact verbroken met die buiten zus van me en heb haar openlijk gezegd dat ik wist waarmee ze bezig was. “Hier thuis ben je nooit meer welkom en als je het flikt om nog 1 keer iets te sturen…denk niet dat ik slaap…ik kan veel erger met jouw doen dat jij denkt te doen met mij…opgepast”, zei ik tegen haar aan de telefoon. Ik weet nog dat ik naar haar huis ben gereden met het beeldje gewikkeld in papier.

Ik toeterde en stond voor haar poort. Toen ze open maakte nam ik het beeld en smeet het over de poort heen op haar erf met de woorden: “Dit is van jou…het past beter in jouw huis dan in het mijne…veel succes ermee.” Een maand daarna vernam ik van anderen dat ze ernstig ziek was geworden. “Wie een kuil graaft voor een ander…”


Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven