#SpukuTorie 1222015 Ik heet Ismelda en ben een vrouw van 29 jaar. Ik was een gezonde baby toen ik geboren was, maar op een iets latere leeftijd leek alles mis te gaan. Ik kan zeggen dat ik met heel veel geluk en bijstand van mijn ouders dit alles heb kunnen overleven. Vreemd was het wel, maar op een gegeven moment werd het deel van mijn leven. De mensen in mijn directe omgeving wisten het en hielden er ook rekening mee. Ik kan me nog herinneren wanneer het precies begon. Ik was 10 jaar en het was de grote vakantieperiode. Mijn ouders en ik waren toen op familiebezoek in het binnenland en ik kan me nog herinneren dat het een hele leuke periode was. In de natuur voelde ik me vrij en het water, de rivier en de sula, waren voor mij echt het toppunt van genieten in de natuur. Het was september, volgens mij was het de 1 voor de laatste week van september, dat ik een middag in de buurt van het huis van mijn oma, een man had gezien die me vriendelijk groette. Ik ken de hem niet en wist ook niet wie het was. De man liep toen naar het huis van mijn oma en zat een hele tijd voor de houten stoep in het rond te kijken. Opeens liep hij naar me toe en zei dat hij iets moest afgeven aan mijn oma, maar dat hij zo lang wachtte. Hij vroeg me om het aan haar te geven. Het was een gebonden doek met daarin iets zwaars. Het was zo zwaar dat ik het liet vallen op de grond. Toen ik voorover boog en op het punt stond het op te rapen, zette ik zoveel kracht en viel achterover…het gewicht was verdwenen. Ik keek snel in het rond en een beetje angstig, maar de man was nergens te bekennen. Met het doekje in mijn handen, zat ik rustig te wachten totdat mijn oma en ouders van hun kostgrond kwamen. Maar opeens voelde mijn handen heel heet aan. Ik staarde naar het ding in mijn handen en zag dat er zich rook ontwikkelde erin. Ik liet het direct vallen en sprong een eind van het nu al brandende doekje en bleef kijken totdat alles was verbrand. Er was niks meer over van het doekje. Ik dacht dat dit gewoon een grap was, een opgezette grap om me bang te maken.
Ik werd vanaf die dag heel erg ziek. Mijn ouders brachten me met spoed terug naar Paramaribo om een bezoek te brengen aan onze huisarts. Na veel onderzoek kon de dokter niets en dan ook niets vinden. Volgens de resultaten van het onderzoek bleek dat ik kerngezond was en dat dit misschien zal wegwaaien. De school zou de week daarop van start gaan en ik was helemaal verheugd om terug naar school te gaan in mijn nieuwe schooluniform en nieuwe tas. Maar op school voelde ik me niet prettige. Ik was uitgeput en viel tij en ontij in slaap, totdat de juf me stuurde om mijn gezicht te gaan wassen bij de toilet unit. Ik had altijd een zakdoekje mee van mijn moeder om mijn handen af te drogen als ik naar het toilet was gegaan. Terwijl ik mijn handen aan het afdrogen was, rook ik een brandlucht, maar ik had toen nog niet door dat mijn zakdoek aan het branden was. Opeens voelde ik de hitte en sloeg de zakdoek uit mijn handen. Het ging zo snel, dat de zakdoek helemaal was afgebrand, voordat het op de grond terecht kwam. Ik rende terug naar de klas en was vanaf toen klaarwakker. Ik wist niet wat ervan moest maken, maar ik begon toen terug te denken aan de tijd toen ik in het binnenland was. Maar mijn kindergedachte zocht er nog niets engs achter. Ik kon het gewoon niet verklaren.
De bel ging en de school ging uit. Ik liep naar de poort toen ik opeens een schoolvriendinnetje hoorde gillen: “Ismelde, je tas…je tas brand!” Ik keek om en wilde har vragen waarom ze dat zei, of ik zag een leerkracht naar me toe rennen die de tas gelijk van mijn rug rukte. Ik stond geschrokken te kijken naar mijn tas die verkoold werd door het vuur. Plotseling hoorde ik de juf, die achter mij stond, haar stem zeggen: “Isje…mijn God, trek je hemd ook uit…”, terwijl ze heel snel probeerde mijn hem van mijn lichaam te halen. Mijn schoolhemd had een heel groot gat aan de rugzijde en aan de randen van het gat, zaten er duidelijke brandmerken. “Hoe is dit mogelijk”, zei de juf en ze keek me aan alsof ze een spook had gezien. Ze bracht me direct naar het kantoor om me te wikkelen in drapeer doeken die ze bewaarden in het magazijn. Toen mijn moeder voor de poort stond, riep de juffrouw haar om naar het kantoor toe te komen. Ze sloot de deur achter zich en keek mijn moeder met vreselijke bange ogen aan. “Uw dochter…uw dochter heeft een fayablo.” Mijn moeder fronste haar wenkbrauwen toen de juf dat zei. “Hoe komt u daarbij?”, vroeg mijn moeder. De juf begon toen te fluisteren en ik zag dat ze mijn uniform aan haar wees. Mijn moeder nu op haar beurt werd helemaal ongerust en wilde zo gauw als mogelijk weggaan van de plek. Toen mijn moeder me bij de hand pakte en naar buiten liep, probeerde de juf haar zoveel dingen te vertellen en opeens hield de juf mijn moeder vast bij haar schouder. “Kijk daar…dat is uw dochters tas”, zei ze, terwijl ze wees naar de verkoolde tas. Mijn moeder keek heel even ernaar en rende toen met me van het schoolerf af. We kwamen thuis aan en ze begon me een heleboel vragen te stellen. Feit is, dat het bij haar overkwam alsof ik met vuur zou hebben gespeeld en dat ik dat niet meer moest doen. “Zie je het gevaar Ismelda…nu moet mama een nieuwe tas voor je kopen”, zei ze. Ik keek haar aan en begon te stotteren en te vertellen dat die man me iets had gegeven bij oma’s huis. De man met de doek. Mijn moeders ogen werden zo groot dat het leek alsof ze wist wie die man was. Ik kreeg het gevoel dat ze wist dat die man kwade bedoelingen had. “Mama…wat is er?”, vroeg ik snikkend, want ik begon me toen pas echt bang te voelen. Ze omhelsde me en zei dat alles goed komt.
Die avond sprak ze met mijn vader over het verleden. Ik kon niet alles begrijpen, want blijkbaar had het zich afgespeeld in het binnenland. Het woordje “fayablo” viel toen weer en mijn vader keek toen ook een beetje angstig. “Isje, mama en papa gaan je naar iemand brengen zodat ze kunnen kijken wat er precies met je is ja? Je moet niet bang zijn hoor…”, zei mijn moeder toen tegen me. Ik voelde me gerust op dat moment. Die nacht werd ik wakker van de geur van rook. Dezelfde geur als bij de zakdoek op school. Ik keek naar mijn slaap pyjama en zag dat er zich zwarte kleine cirkeltjes vormden erop. Er ontstond een rook ontwikkeling. In de verte van mijn kamer stond iemand met zijn rug gekeerd naar me. Ik wilde net gillen toen het hoofd van die man naar achteren sloeg en hij met een ondersteboven hoofd naar me stond te kijken. Hij zetten z’n vinger op z’n mond en histe “sssssstt”. Toen hij dat deed leek mijn hele lichaam in vuur te staan…het werd zo heet. Ik begon toen pas echt te gillen. Mijn ouder renden mijn kamer binnen. De man verdween en ik weet nog dat ik probeerde te rollen op het bed om de hitte te doven. Moeder vader en moeder renden met me naar de badkamer en lieten me staan onder de douche. Mijn pyjama zat vol gaten. Mijn moeder begon te huilen en hield me zo lang vast onder de douche. Ik hoorde haar nog proberen me te troosten. Aan mijn vader zei ze dat ze wat moeten doen. Zo vroeg mogelijk voordat het te laat wordt. Die nacht sliep ik na lange tijd weer bij mijn ouder op de kamer.
Om een lang verhaal kort te maken. Mijn ouders hadden me naar een oudere man, een zekere Johannes genaamd, gebracht om voor me te kijken waarom het ding bij mij was. Hij maakte iets voor mijn boven arm dat ik altijd moet dragen om zo de dingen weg te houden die de oorzaak zijn van het branden van mijn kleren. Bij al de keren was er niets met mijn huid gebeurd. Ik begreep pas op oudere leeftijd dat dit een entiteit is, die was geplaatst bij mij om mijn familie kwaad te doen. De man die ik zag was zelf een entiteit die het ding had gebracht voor mijn oma. De Fayablo zelf is een entiteit met hele hoge energie en die in combinatie met de mijne, vuur kon laten ontstaan. Ik heb jaren hiermee geworsteld, maar het waren de mensen dicht bij mij die mij altijd te hulp schoten. Ik had altijd extra kleding mee indien het weer mocht gebeuren, wat wel zo af en toe werkelijkheid werd. Maar gelukkig was het niet zo erg dat ik anderen ermee heb kwaad gedaan. Op mijn 18e heb ik voorgoed een ritueel gedaan, om mezelf af te snijden van de entiteit. Het was teruggegaan naar de persoon die het had gestuurd en bij diens overlijden, was het ook bekend gemaakt bij een ritueel. Iedereen van het dorp wist dat het gewoon jaloezie was. Ik ken nog meer mensen die deze entiteit bij zich hebben en het soms niet eens doorhebben. Als ik kijk naar wat er gebeurd is vandaag aan de Fayadjanstraat met het huis. Ik weet niet of het waar is, maar ik heb begrepen dat het de 6e keer is dat hetzelfde huis gebrand is en elke keer weer wordt het weer gebouwd. Er is iets in dat huis…en als het steeds dezelfde persoon is die in dat huis woont…ik wil die persoon aanraden…laat de Fayablo weghalen.
Ik maak het nu goed en het zal een onderwerp zijn geweest die altijd een beetje in het gewisse werd gelaten. Ik heb het van dichtbij meegemaakt. Precies zo werkt het. Het is een entiteit waar je heel goed van uit moet kijken.