In 2006, te midden van de mysterieuze Brownsberg, ontspon zich een verhaal dat diep doordrong in de onbekende regionen van het bovennatuurlijke. Het was een excursie die mijn vader voor ons had georganiseerd, en ja, hij was ook onze docent. De ochtend van onze tocht brak aan met stortregens terwijl we om 6:30 uur vertrokken.
Aan de voet van de berg hoorde ik mijn vader, meneer Bihari, en een andere vrouwelijke docent, juf Cairo, met de buschauffeur overleggen of het veilig was om de berg te beklimmen. De chauffeur verzekerde hen dat hij dit al jaren deed, zowel in droge als natte omstandigheden. Met deze geruststelling begonnen we aan onze tocht omhoog. Ik zat bij het raam, staarde naar de steeds diepere ravijnen, en onze bus gleed meer dan dat hij reed. Te midden van het gegil en gelach bereikten wij als excursiestudenten eindelijk de top van de Brownsberg, onze eindbestemming.
Ik, Darsha, was in die tijd nog bezig mijn weg te vinden in de spirituele wereld. Vanaf jonge leeftijd was ik in staat dingen waar te nemen die anderen ontgingen. Het wennen aan de aanwezigheid van entiteiten om me heen en het leren omgaan met deze ongeziene krachten was geen eenvoudige opgave. Nu jullie dit weten, zullen jullie dit verhaal beter begrijpen.
We betrokken een huis op palen, het enige in zijn soort naar mijn weten. De avond viel en het was tijd om te rusten. Een van mijn medestudenten stond bekend om haar sporadische epileptische aanvallen, waarbij ze minutenlang afwezig leek en in de verte staarde. De andere studenten wilden geen kamer met haar delen, wellicht omdat ze niet wisten hoe ze moesten reageren als ze hulp nodig had.
Mijn vader vroeg me om de kamer met haar te delen, zodat ze zich niet buitengesloten zou voelen. Die eerste nacht onthulde meer dan we ons hadden kunnen voorstellen. De volgende dag stond de afdaling naar de Irene Vallen op het programma, een ware beproeving gezien de regen en het glibberige pad.
Terug in het huis waren we uitgeput. Terwijl anderen zich opfristen en naar bed gingen, bleef ik wakker. Te midden van de nu heersende stilte kwamen verschillende dieren tevoorschijn, en ik legde hun mysterieuze verschijningen vast op foto’s. Voor ik het wist, was het volledig donker en braken de nachtelijke geluiden de pijnlijke stilte. De generator viel uit. Het was exact 23:00 uur. Eindelijk lag ik naast mijn medestudent in bed en worstelde met het duister.
Luisterend naar het verre gedonder van onweer, voelde ik plotseling dat ik niet alleen was. Naast mijn medestudent bevond zich iets anders in de kamer. Gespannen spande ik al mijn spieren aan, starend in het pikdonker, en zag daar een schaarsgeklede vrouw aan mijn voeteneinde staan. Ze was spierwit, met zwarte ogen en extreem lang, golvend haar. Haar uitnodigende handgebaar leek me te wenken om haar te volgen.
Vastgenageld aan het bed, trachtte ik al mijn zintuigen scherp te stellen om te beoordelen of deze entiteit goed of kwaad was. Ondanks de duisternis zag ik haar voortdurende uitnodiging, en ik besloot haar te volgen. Op het punt om uit bed te stappen, voelde ik plotseling iemand naast mijn bed staan. Ik keek op en zag een oude vrouw van vergevorderde leeftijd. Haar blik was strak gericht op de spierwitte verschijning. Een wirwar van verwarrende signalen doorkruiste mijn zintuigen.
Ik rende de kamer uit, viel bovenop mijn vader die in de woonkamer sliep, en stamelde fluisterend iets over een oude vrouw in de kamer. Mijn vader bleef kalm, stak een kaars aan en stuurde me naar het andere bed in de woonkamer. Uiteraard sloot ik geen oog. Voortdurend keek ik naar de openstaande deur waar mijn medestudent alleen lag, angstig voor een mogelijke aanval door de entiteit of een epileptische aanval. Begrijpelijk dat ik de volgende ochtend doodop was, omdat ik geen oog had dichtgedaan.
De ochtend brak aan, en juf Cairo werd op de hoogte gesteld van de gebeurtenissen van de vorige nacht. Ze vertelde me dat ze op de hoogte was van de oude vrouw op leeftijd en dat meerdere mensen haar in het verleden hadden gezien. Juf Cairo had gehoord van bezoekers aan de Brownsberg dat de entiteit van de oude vrouw eigenlijk in een kamer onder het huis verbleef.
Die nacht besloot juf Cairo in de kamer te slapen waar mijn medestudente verbleef, nadat ze het nieuws had vernomen en ook bang was om alleen in de kamer te slapen. Om een oogje in het zeil te houden, sliep juf Cairo dus in die kamer. Voordat ze die volgende nacht ging slapen, legde ze een bijbel en een rozenkrans neer en smeekte de schaarsgeklede vrouwelijke entiteit en de oude dame om de kamer te verlaten.
Zo brachten we de volgende nachten door, zonder veel vreemde voorvallen. Weliswaar bleef ik een magneet voor spirituele aantrekking, dus er gebeurden nog wel dingen, maar ik kon ze uit mijn geestelijk gezichtsveld blokkeren. Aan het einde van de rit hadden we een zeer succesvolle excursie.
Wie de oude dame eigenlijk was en hoe ze daar terechtkwam, weet ik nog steeds niet, maar ik vermoed dat ze mij wilde beschermen tegen die andere entiteit. Wat die witte entiteit was, weet ik evenmin, maar het voelde niet goed aan.
Ingezonden door Anoniem:
Creatief Recht: ML