#SpukuTorie 552015 Ik heb 40 jaren van mijn leven gewoond en gewerkt in Nederland. Op jonge leeftijd ben ik er naartoe gebracht. Ik ben in Suriname geboren en ik ben altijd op z’n Surinaams opgevoed met “die hanger of die riem”. Ja, ik had echt een leuke tijd tijdens mijn kinderjaren. Ik ben nu in Suriname en woon er sinds 2011 weer. ‘Mijn land, mijn leven, mi lobi Sranan’. In de jaren dat ik in Nederland gewoond en gewerkt hebt, heb ik flink gespaard om tenminste een huis en inboedel te kopen en een vervoersmiddel om rond te komen in Suriname. En het is me gelukt. Ik ben tot nu toe gelukkig en heb het naar mijn zin. Maar er is iets dat ik van dichtbij heb meegemaakt op mijn eigen nieuw erf en woning. Ik noem het “nieuw”, maar het huis dat op het erf staat dateert uit 1916 en er is heel wat werk aan de winkel om het huis weer in zijn oude glorie terug te brengen. Maar ik had het ervoor over.
Ik kwam in Suriname aan toen ik samen met iemand van een makelaars bureau een kijkje ben gaan nemen in de woning die zij mij ten verkoop wilden aanbieden. Het was een pracht van een huis. Nadat ik het huis gekocht had en binnen een maand alle inboedel die nodig was heb aangeschaft, ben ik in contact gekomen met een aannemer die poolshoogte kwam nemen over de te renoveren gedeeltes van het huis. Het huis zag erop zich heel goed uit, maar er waren toch delen van het huis die de aandacht van een restaurateur nodig hadden. Mijn auto, die ik toen gewoon parkeerde naast het huis op een oude betonnen vloer, stond in weer en wind. Ik had er helemaal geen zin in om in de regen in te stappen of in een hete auto te zitten als ik van huis vertrok naar het werk of omgekeerd. Dus had ik met de aannemer afgesproken een garage bij te bouwen die aansluit op het huis. Hij maakte zijn kostenplaatje op en ik ging akkoord met de prijs. Ik maakte een afspraak met de aannemer om de maandag daarop van start te gaan. Ik zou die ochtend heel vroeg uit huis vertrekken om wat zaken in orde te maken, dus had ik afgesproken met hem dat hij alvast kon beginnen. “Als er wat is bel me”, zei ik hem.
Maandag middag kom ik heel laat thuis aan. Toen ik voor de poort parkeerde zag ik niemand, niet eens de auto van de aannemer. Ik keek over mijn stuur heen naar de plek waar de nieuwe garage zou komen en er was niets te bespeuren…ik had verwacht alsof iemand daar zou hebben gewerkt. Ik pakte de telefoon uit mijn tas, om te zien of ik 1 of andere ‘misscall’ heb ontvangen van de aannemer, maar niets. Een beetje geïrriteerd bel ik de aannemer op: “Meneer Grunberg, wat heeft dit allemaal te betekenen?”, “We hebben een afspraak en dan komt u die helemaal niet na…zo werk ik niet hoor”, “Sampsa nanga a wroko man?”. En tot mijn ergernis komt die man me zeggen dat ik hem heb gezegd dat zij het werk moeten staken en notabene vroeg hij mij, wat er met mij aan de hand was. Hij was natuurlijk boos want opeens begreep ik het helemaal. Ik stond verteld en perplex toen hij zei dat ik die ochtend toen ze aankwamen, op balkon stond en ze netjes heb bedankt. Ik zou ze zelfs hebben gezegd dat zij niet meer welkom zijn op het erf. Na een heel gehaal en getrek kwamen we beiden tot de conclusie dat er meer achter het gebeuren van die ochtend zit. Ik reed mijn auto naar binnen, parkeerde en toen ik probeerde uit te stappen, zag ik opeens iets onder de auto verdwijnen. Het ging zo snel dat ik niet eens wist wat het was. “Misschien een poes”, dacht ik in mezelf. Ik stapte toch maar uit en ging het huis binnen. Ik deed mijn dagelijkse huishoud werkzaamheden totdat ik helemaal klaar was met werken. Ik zat op een gegeven moment achter mijn laptop toen er opeens op de zijdeur geklopt werd. “Dus die persoon is zo vrijpostig geweest, om mijn poort open te maken en naar binnen te lopen om dan nog te kloppen aan mijn zijdeur. Ik liep naar de deur en keek door het kijkvenster van de deur naar buiten, maar ik zag niets en niemand. Het was trouwens ook al goed donker want het was ongeveer 10 uur in de avond. Ik keek toen naar mijn auto. De achterruiten van mijn auto waren echt donkergetint, maar ik kon beweging merken aan de andere kant van het voertuig. “Mus’ fu de f’furman”, dacht ik in mezelf. Maar “de persoon” bewoog zich vreemd voort achter mijn auto. Het leek eerder op iets dat liep als een hele grote ‘doks’, maar dan in ‘slowmotion’. ‘Opeens mi skin bigin gro’. Ik wist toen gelijk dat er iets niet goed is. Ik rende van de deur af en nam de ‘pimba’ en wreef het over mijn gezicht en armen, terwijl ik wat Florida water sloeg op mijn nek en hals. Opeens zag ik dat het ding onder mijn auto ging. Het werk heel zwart onder mijn auto en toen verdween die duisternis in het niets. Opeens hoorde ik BAM! Ik keek om en zag dat mijn laptop op de vloer lag. Ik begon toen gewoon in de wilde weg te praten: “So hallo daar, ja jij, misschien had je me de eerste keer niet gehoord of verstaan, ma dis’ na mi osso now…jullie horen hier niet thuis. Heb respect voor mijn huis en mijn spullen en ik zal respect tonen voor jouw dingen en spullen, maar blijf weg, want niets dat hier is, is van jou.”
De volgende ochtend had ik die aannemer gevraagd om te komen met zijn mannen, want een afspraak hadden we reeds gemaakt, ondanks het was misgelopen door een “misverstand”. Hij kwam rond 10 uur met zijn mannen en startten direct met de werkzaamheden. Ik was toen vertrokken naar mijn werkplaats. Het was 13:00 uur toen de meneer Grunberg mij opbelde om me te zeggen dat ik met de meeste spoed naar het huis moest komen. Ook al hoe ik hem vroeg wat er precies aan de hand is, hij bleef maar zeggen dat ik moest langskomen, anders gaan ze niet langer werken aan de garage. Ik kwam gelukkig veilig en tijdig aan bij mijn huis. Ik zag zijn mannen aan een kant staan en staren naar de plek waar mijn nieuwe garage moet komen te staan. Dhr. Grunberg kwam me halen en bracht me naar de nieuwe uitgegraven fundering. “En?”, vroeg ik hem. “Kijkt u goed naar het midden van het graafwerk. We zijn gestuit op dat ding daar, bent u er bekend mee?”, vroeg hij terwijl hij ernaar wees. Ik ging dichterbij staan en zag een grote stenen plaat van ongeveer 2 meter lang bedolven onder het zand. Ik vroeg ze om het zand ervan te verwijderen, maar ik kreeg direct de wind van voren van de aannemer. “Is dit u bekend?”, vroeg hij een beetje nors. “U ziet toch dat het een grafsteen is?”, vroeg hij. Mijn ogen werden zo groot en ik voelde mijn hart tot in mijn keel slaan. Ik wilde bijna conclusies gaan trekken over dat wat ik gisteravond heb meegemaakt. Ik pakte mijn telefoon en belde die Mark op, die mij het huis heeft verkocht en stelde hem specifieke vragen hieromtrent. Hij wist er jammer genoeg ook niets van en zo ook in de documenten over de geschiedenis van de woning, komt er nergens iets van een graf in voor. Ik haalde de politie erbij. Toen het forensisch team was gearriveerd, hebben ze de grafsteen verwijderd. En daar zag ik een gekreukeld en poreus doodskist, verborgen onder halfdroog klei. Het was een hels karwei om de poreuze kist uit de klei te krijgen zonder het te beschadigen. Maar om direct te komen op de vondst…er zaten skeletten in van 2 personen. Volgens de dienstdoende expert, ging het om twee kinderen. Ze werkten tot vroeg in de ochtend om elke detail uit het graf te krijgen, die misschien kan identificeren wie deze twee mensen zijn en waarom ze 1.5 meter onder het betonnen platform waren begraven.
Ik wist de volgende avond, wat het betekend om uit je rust verstoord te worden. Ik heb het dan niet over de menselijke rust, maar de laatste rustplaats voor hem die er niet meer zijn. Ik was mijn tanden aan het poetsen en toen ik bukte om te spugen in de wasbak, zag ik dat kleine handen mijn benen vasthielden. Ik dacht eerst dat ik me verbeeld, maar toen een hand bewoog om een betere greep te hebben aan mijn been, gilde ik het uit van schrik…ik heb mijn spiegel kapotgeslagen toen ik ze naast mij zag staan. Nadat ik weer bij zinnen was, keek ik naar mijn benen en om me heen…geen handen en geen “kinderen”. “Wat wil je”, vroeg ik toen in de wilde weg. Ik zag toen iets bewegen op de spiegel scherven op de vloer. Ik rende direct de badruimte uit en ben in de woonkamer gegaan om rustig in een hoek te zitten, zodat ik alles kon overzien. De stroom viel toen opeens uit. Ik zakte neer op de stoel en sloot mijn ogen. Opeens voelde ik koude rillingen over mijn lichaam. Ik weet niet hoe ik dit moet verklaren maar het leek voor mij erop, alsof ik zou wonen in een ander huis. Waarom ik dit zeg, komt, doordat er in mijn hoofd of gedachte zich een beeld vertoonde van hetzelfde huis maar met andere inboedel, andere kleuren…alles was anders. Ik probeerde te bewegen maar er kwam niks daarvan terecht. Opeens zag ik een huilende man in de woonkamer zitten op een bruine lederen stoel. Een jongen en een meisje zaten naast hem en hielden hem vast. Maar opeens probeerde ze zich los te rukken van de greep, een wurg greep aan hun hals. Ik kon het ook bij mezelf voelen. Het werd stil, de kinderen werden stil en keken met starre opengesperde ogen naar mij. Alleen hun mond bewoog, als of ze wat probeerden te zeggen. Ik keek in het rond om te zien of ik iets anders zou kunnen herkennen, maar ik hoorde een zwaar gesleep en BAM! Voor mijn voeten viel een houten zelf gemaakte doodskist neer. Plotseling knipperde de lichten en er was weer vol op licht in mijn huis. “Shit, wat is dit allemaal nou”, vroeg ik mezelf af. Ik had die nacht geen last meer van niets en niemand. De volgende ochtend belde ik de rechercheur van Politie op om hem het een en ander te vertellen van wat ik heb ervaren. Ik zei hij dat ik niet bijgelovig wil overkomen, maar die resten moeten terug geplaatst worden om de plek waar we ze vandaan hebben gehaald. Ze verdienen de rust.
Pas na veel ophef en opschuif heb ik mijn zin doorgedrukt en konden de resten weer terug geplaatst worden. Ik heb zelf nog iets plechtigs georganiseerd voor die twee kleinen, die ik helemaal niet ken, maar die wel een impact op me hebben gehad in dat visioen. De rechercheur was er toen ook bij. Toen ze de steen weer op het graf zouden plaatsen, fluisterde de rechercheur nog in mijn oor: “Ik hoop dat je weet wat je doet, Trees”.
Mijn garage was af na 3 maanden. Ik had een garagedeur laten installeren die met afstand bediening open en dicht kon. Ik heb geen last meer van ze gehad. Volgens mij was het ook nooit last. Ik voel dat ze er zijn. Soms krijg ik het gevoel dat ze bij me in de auto zitten op de achterbank en soms lijkt het alsof ik ze zie wegrennen als de garagedeur opengaat wanneer ik thuis kom. Ze mogen blijven, voor zolang ik in mijn eigen huis van mijn mooi land Suriname kan genieten. Maar de pret werd verstoord door heel droevig nieuws…mijn groottante kwam te overleiden.
El Dorpha “Admin Collectief”