De Duistere Entiteit: Mijn Bizarre Strijd op de IC

In het jaar 2006 belandde ik op de Intensivecareafdeling van het Academisch Ziekenhuis hier in Suriname. Ik kan me nog een aantal dingen herinneren van voor het ongeluk, maar toen ik eenmaal in coma raakte, werd alles zwart. Het leek alsof alles om me heen tot stilstand kwam zonder dat ik me er bewust van was. Ik zeg dit zo omdat, na de maandenlange coma, het voor mij leek alsof het ongeluk zich een dag eerder had voorgedaan. Maar mijn verhaal begint net voor het ongeluk en precies nadat ik uit coma ontwaakte. Mijn naam is Jurgen, en dit is mijn verhaal.

Bron Foto: Spuku Tori OpenArt

Het was vrijdagmiddag toen ik van het werk naar huis reed op mijn bromfiets. Het was spitsuur, dus je kunt begrijpen hoe druk het was op de Jaggernath Lachmonstraat. Ik had haast, want ik wilde zo snel mogelijk thuis zijn om me voor te bereiden op een trip naar Nickerie. Maar helaas, dat zat er niet in. Ik wist dat ik het gedeelte met de drempel zou naderen en begon vaart te minderen. Maar in de verte zag ik iemand langs de kant van de weg staan. De persoon leek me diep in de ogen te kijken. Hij was zwart, gitzwart, onnatuurlijk zwart.

Mijn gevoel zei me om uit te wijken, maar ik kon dat niet omdat er auto’s naast me reden. Als ik abrupt op mijn rem zou trappen, zou ik in een slipgevaar terechtkomen. In plaats daarvan gaf ik juist meer gas, gewoon omdat ik dat ‘ding’ snel wilde passeren. Een meter verwijderd van de zwarte gedaante verscheen er een brede grijns op zijn gezicht en verdween hij. Op dat moment, ik kan me er niet veel van herinneren, klapte het stuur van mijn bromfiets naar links en reed over de drempel heen, en toen… weet ik niets meer. Maar één ding was vreemd: ik stond aan de kant te kijken naar mezelf… ik lag onder een auto.



Ik wist niet hoelang ik buiten bewustzijn was geweest, maar ik lag in kritieke toestand op de Intensive-Care Afdeling. Ik hoorde gemurmel en een piepend geluid (achteraf bleken het de apparaten te zijn die met elektroden over mijn hele lichaam waren geplaatst), en ik opende mijn ogen. Alles was nog wazig om me heen, en mijn gehoor was dof. Ik begon, tegen mijn wil in, te schreeuwen. Ik had geen controle over mijn stem of mijn lichaam. De muren van de kamer waren volledig van plastic.

Opeens rende verpleegpersoneel naar binnen, allemaal met mondkapjes en hoofddoekjes, terwijl ze bezig waren allerlei dingen aan mij te controleren. De arts kwam binnen en begon me van alles te vertellen over wat er precies was gebeurd, waar ik me bevond, en wat mijn gezondheidstoestand was. Hij stelde me allerlei vragen waarvan ik tot op de dag van vandaag niet weet hoe ik ze heb beantwoord.

Mijn stem en mond leken een eigen leven te leiden, en er ontstond een gesprek met de arts zonder dat ik dat wilde. Het was angstaanjagend. Stel je voor dat je jezelf hoort praten zonder dat je daar bewust controle over hebt. Het leek wel alsof ik gek werd. Pas toen besefte ik dat het ongeluk een maand geleden had plaatsgevonden. Ik moest nog een tijdje in bed blijven liggen omdat ik veel botbreuken had opgelopen en mijn lichaam voor 65% bedekt was met gapende wonden.

Familieleden kwamen me bezoeken. Ondanks de mondkapjes en hoofddoekjes kon ik ze herkennen aan hun ogen. Ik kon geen normale gesprekken met hen voeren zoals ik zou willen, want mijn stem en mond voerden een door mijn wil gestuurde conversatie met hen over onderwerpen die ik tot op de dag van vandaag niet begrijp. Vooral mijn moeder maakte zich zorgen en riep constant de verpleegster om te vragen waarom ik me zo vreemd gedroeg en waarom ik onsamenhangend sprak (ze schreef het toe aan de morfine).



Ik was me bewust van mijn omgeving, van de bezoeken van familie en vrienden, en van de verplegers en verpleegsters, maar de mensen die gewoon bleven staan en naar me staarden, mensen zonder mondkapjes en hoofddoekjes, die kende ik helemaal niet. Op een avond (ik noem het avond, maar het kon net zo goed overdag zijn geweest, want het was altijd donker binnen), kwam er een man naast mijn bed staan en begon met me te praten.

Hij stelde me vragen en ik gaf antwoorden zonder dat ik controle had over mijn eigen woorden. Maar deze keer kon ik het gesprek goed horen. “Zie je wat je met hem hebt gedaan?” zei de man. “Wat heb ik met hem gedaan… hij heeft dit zelf over zich afgeroepen… het is zijn schuld en dat weet hij,” zei mijn stem. “Waarom laat je hem niet met rust… laat hem met rust… laat hem met rust,” zei de man.

Plotseling ging mijn linkerarm omhoog, en ik zag toen pas de vele metalen pennen die in mijn hele arm zaten. Dat had ik niet eerder geweten. Mijn stem sprak op ruwe toon: “Zie je wat je met jezelf hebt gedaan… zie je… daarom verdien je het om te sterven… je bent het niet waard om te leven.” En telkens tussen mijn woorden door sloeg mijn arm zich tegen de veiligheidshekken van het bed…”bam, bam, bam”.

Ik begon me toen pas te realiseren dat ik letterlijk geen controle had over wat er gebeurde. Het was alsof iets anders bezit van mijn stem en lichaam had genomen om me nog meer te martelen, ondanks dat ik niets kon voelen. De man stond nog naast mijn bed, maar verdween plotseling. In de tussentijd waren alle verplegers en verpleegsters naar mijn kamer gerend om te zien wat er aan de hand was. Mijn lichaam begon te schokken en alles werd zwart.



Toen ik enkele schokken voelde en weer bij bewustzijn kwam, stond er iemand achter de man met twee defibrillator electrodes in zijn handen. Het was dezelfde gitzwarte verschijning met een grote grijns op zijn gezicht. Toen ik hem zag, begon ik pas echt te schreeuwen van angst. Mijn stem was terug. Ik had er weer controle over. Ik begon alle pijn te voelen. Ik probeerde te spreken en te vertellen wat ik zag, maar niemand begreep me op dat moment.

De arts liep naar een infuus en spoot er een flinke dosis morfine in. Binnen korte tijd was ik weer volledig uitgeschakeld. Maar dat wezen bleef daar staan, achter de apparatuur. Het bleef naar me staren met grote witte ogen (met in elk oog een zwart puntje) en die brede grijns. Ik viel daarna in slaap.

In mijn tijd op de IC kreeg ik vaak bezoek van mensen die aan mijn bed kwamen staan en tegen me praatten. Ik durfde geen antwoord te geven op hun vragen, want ik kon de vragen toch niet beantwoorden. Ik was meer gefocust op mijn herstel dan op geesten die om mijn hulp vroegen. “Help me… help me,” zeiden ze.

Anderen stelden me vragen over waarom ze op de IC waren beland, en sommigen vertelden me wat ze hadden gedaan om daar terecht te komen. Toen ik eindelijk van de IC werd ontslagen, werd ik naar de bovenste verdieping overgebracht. Daar lag ik samen met vier van de mensen die aan mijn bed hadden gestaan. Ik kon hun gezichten herkennen, maar als ik ze vroeg of ze me kenden, was het antwoord altijd ‘nee’.

Maar dat wezen, die zwarte verschijning, liet me niet met rust. Het was overal. Als ze de balkondeuren sloten en de luiken dicht deden, stond hij buiten naar me te kijken. Soms gluurde hij vanuit de gang de zaal binnen. Maanden gingen voorbij en uiteindelijk werden de pennen verwijderd. Nadat de kleine gaatjes van de pennen waren genezen, mocht mijn arm en been in het gips. Het zou zeker nog een jaar duren voordat ik volledig zou herstellen. Maar ik mocht eindelijk naar huis.



Toen ik eindelijk mijn eerste nacht thuis kon doorbrengen, verliep het bijna verkeerd. Ik lag te slapen toen ik ineens getik hoorde tegen de deur. Ik werd wakker van het geluid. Misschien was het mijn moeder of een ander familielid. “Wat is er?” riep ik luid. De deurklink ging naar beneden en de deur zwaaide open. Ik verwachtte iemand te zien, maar er stond niemand voor de deur en niemand leek de deur te hebben geopend.

Ik probeerde overeind te komen, en vanuit mijn ooghoek zag ik beweging in het donker. Er was iets in mijn kamer… dat wist ik zeker. Ik begon om hulp te roepen, en met een harde klap werd mijn hoofd tegen de houten muur gedrukt. Ik voelde duidelijk hoe een onzichtbare hand probeerde zich tussen mijn tanden te wringen om in mijn mond te komen. Ik sloeg met mijn andere hand zo hard als ik kon tegen het nachtkastje. Op dat moment ging mijn mond wijd open, en ik voelde iets dat mijn lichaam wilde binnendringen. Net op het moment dat ik me wilde overgeven aan mijn lot, verscheen mijn moeder in de deuropening en begon te schreeuwen alsof haar leven ervan afhing.

Vlak voor mijn gezicht vormde zich het zwarte gezicht, en vlak naast mijn hoofd hoorde ik: “We wachten op je.” Toen werd mijn hoofd met een harde ruk tussen mijn benen gedrukt. Ik voelde een hevige pijn in mijn ruggengraat, en ik dacht eerlijk gezegd dat mijn rug gebroken was.

Het rende toen langs mijn moeder de trap af naar beneden. Iedereen in het huis was toen wakker geworden en kwam mijn moeder en mij te hulp. Mijn moeder rende huilend naar me toe en omhelsde me beschermend. Ze was bang, dat kon ik aan haar stem horen.



De volgende dag brachten ze me naar een Javaanse vrouw die met behulp van getallen (ik weet niet hoe dat heet) ontdekte dat ik eigenlijk aan de dood was ontsnapt, maar dat ik nog steeds verbonden was met de geest die me wilde halen. Maar hoe meer ze keek naar wat er was gebeurd, bleek dat dat wezen uit eigen beweging had gehandeld en daar niet had moeten zijn toen het ongeluk plaatsvond. Het was gewoon op zoek naar een slachtoffer.

Die band of verbinding die was ontstaan, moest op de een of andere manier worden verbroken, anders zou het blijven proberen. Met de hulp van een duman (advies van de Javaanse vrouw) is het gelukt om de band met de entiteit te verbreken door middel van rituelen. Maar de duman zei toen iets vreemds: “Je bent nu een magneet geworden voor geesten… ik denk dat het door het ongeluk komt… wil je dit behouden of moet ik het weghalen?”

Ik was er niet klaar voor om meer geesten te zien… ik had al genoeg gezien in het ziekenhuis… dus zei ik tegen haar dat het de grootste opluchting voor mij zou zijn om ze niet te zien. “Ik wil gewoon een normaal leven leiden, precies zoals voor het ongeluk,” vertelde ik haar. Toen we eindelijk klaar waren en een reeks regels kregen, kan ik zeggen dat ik tot op de dag van vandaag niets vreemds meer heb meegemaakt, noch iets heb gezien, gehoord, gevoeld of geroken. Het duurde maanden voordat ik weer helemaal de oude was. Dankzij intensieve revalidatie kan ik nu weer lopen, schrijven en werken.

#SpukuTorie1832016 #Paranormaal #Overlevingsverhaal #IntensiveCare #DuistereEntiteit #ComaErvaring #BovennatuurlijkeGeburenissen #Mysterie #ICReis #Griezelig #Geesten


Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven