#SpukuTorie 502015 Ik werkte als receptioniste in een klein bekende hotel in Paramaribo. Het hotel heeft 10 kamers, een grote eetzaal, een hele kleine lobby, een kantoortje, een achter terras, een kelder en een balkon op de eerste verdieping met een mooi uitzicht naar de rivier toe. In 1750 was er een klein huis gebouwd op de plek waar het hotel nu staat. Een grote brand verwoestte de gebouwen in deze straat en het huisje ging ook op in de vlammen. Men vertelt dat er iemand in het huis was en dat die persoon levend is verbrand. De brand was in het jaar 1821. Als je nu naar dit gebouw zou kijken van een afstand, lijkt het nauwelijks op een hotel. Het huis dat nu fungeert als hotel is gebouwd in het jaar 1830. Het eerste verhaal dat ik heb vernomen van collegae, ging over een jongen in de kelder. Ditzelfde verhaal hebben ze gehoord van andere (ex) collegae, toen zij in dienst kwamen. Ik liet me niet afschrikken van deze vreemde verhalen, want mijn prioriteit is om geld te verdienen, zodat ik in mijn levensonderhoud kan voorzien. Toen ik pas begon met werken, liep ik mee bij elke shift; 7-3 | 3-11 | 11-7. Elke shift heeft een verschil in werkzaamheden, vandaar dat ik ook met elke shift meeliep voor de eerste twee weken. Nadat ik alles onder de knie had –van het inchecken tot het afhandelen van kleine details-, mocht ik zelfstandig beginnen met werken.
Ik werd al gauw ingeroosterd om elke shift in een week te kunnen draaien. Zo gingen dagen en zelfs maanden voorbij totdat ik een avond naar de TV in de lobby zat te kijken en ik plotseling een krakend geluid hoorde dat vanuit de vloer kwam. De vloer van het hotel is van hout en heeft een hele zware dikke karpet erop, uitgestrekt over de gehele begane grond. Het was mijn zoveelste nachtshift en ik had een bezetting van 0% overgenomen van mijn collega. Het hotel was letterlijk leeg. Ik negeerde het geluid en keek door naar de tv. Opeens ging de telefoon over. Ik schrok ervan en dacht dat het een buitenlijn zou kunnen zijn, maar op het scherm kon je duidelijk zien dat er gebeld werd vanuit kamer 4. Opeens begon ik te twijfelen over de bezetting; waren er wel gasten in het hotel in kamer 4? Ik nam de telefoon op en zei, “Met de receptie goede avond tot Latoya spreekt u”. Ik hoorde een geruis in de telefoon en door het geruis kon ik een stem horen die met moeite de woorden “Hallo, met de receptie” kon uitspreken. Maar het was zo onduidelijk dat ik dacht dat het gewoon een echo was van mijn stem, door 1 of andere storing in de centrale. Ik legde toen neer, maar er is niet meer gebeld vanuit kamer 4 tijdens die shift.
De volgende ochtend vroeg ik aan mijn collega of ze misschien weet heeft van een storing op de centrale. Ze zei dat er nog nooit een storing had plaatsgevonden. Enige dat eens was voorgekomen is dat 1 van de printplaten van de centrale was doorgebrand door blikseminslag. “Hoorde je toen een geruis?”, vroeg ik haar. “Nee, je hoorde gewoon niets…helemaal niets”, zei ze. Ik sloot af en ging naar huis. Diezelfde avond zou ik weer de nachtshift hebben. Toen ik die avond aan het werk was, was er gelukkig een bezetting. Het waren twee oudere mensen die van een binnenlandse trip kwamen en die dringend een plekje nodig hadden om te slapen. Het was een heel uitputtende trip voor de oudjes, dus waren ze ook vroeg binnen en zijn gelijk gaan slapen. Nadat ik de shift had overgenomen en mijn collega was vertrokken, deed ik nog de laatste audit en keek daarna naar wat leuke films op het internet. Er was trouwens niets meer te doen die nacht. Opeens ging de telefoon weer over en voila…het kwam vanuit kamer 4. Na even in het roommasterprogramma te hebben gekeken en zag dat de oudjes waren geplaatst in kamer 9. Ik nam op en luisterde. Ik hoorde weer hetzelfde geruis, maar nu een beetje krakend en toen pas hoorde ik heel in de verte een stem door het gekraak heen, zeggen: ”Hallo acha, ben je daar acha?”. Ik heb die telefoon bijna kapotgeslagen toen ik het op de hoorn sloeg. “Mi skin ben gro direct” (Ik kreeg direct kippenvel). Opeens hoorde ik gehol op de bovenste verdieping. Ik keek naar het plafond en vroeg mezelf af of dat paarden waren die daar op de gang renden. Het was zo luid maar niets trilde of schudde. “Je wilt me toch niet zeggen dat die oudjes rennen op de gang…want het is wel een beetje laat”, zei ik luid op. Het was toen al half 2 in de ochtend. Ik liep de trap langzaam op naar boven om te gaan kijken wat er precies gebeurde, maar toen ik boven was stopte het geluid. Ik ging weer naar beneden en heb het geluid verder genegeerd voor de rest van de avond.
Toen mijn shift weer zo goed als om was, kreeg ik te horen van mijn collega dat zij het geluid ook een paar keren heeft gehoord en dat er ooit in het verleden een jongentje in de kelder was mishandeld en vermoord…het was de zoon van een huisslaaf. Opeens ging de telefoon over en ik zei nog aan mijn collega dat indien het kamernummer 4 is, zij niet moet opnemen. Maar gelukkig, het was kamer 9. De oudjes vroegen of er die avond ook nog andere gasten in het hotel waren, omdat ze kinderen hoorden rennen op de gang. Maar we hebben ze duidelijk gemaakt dat zij de enige twee gasten waren in het hotel tot nu toe. We stelden ze gerust door ze te zeggen dat het eventueel langsrijdend zwaar materieel kan zijn geweest dat het huis deed schudden. Die avond kwam ik met koorts terug aan het werk. Ik was ziek geworden. Ik voelde me echt niet lekker en kon niet te lang staan op mijn benen. De bezetting was weer eens 0% en op een gegeven moment kon ik niet meer en ben gaan zitten op 1 van de stoelen aan de zijkant van de lobby. Ik viel in slaap. Ik hoorde opeens een diep zwaar gezoem rond mijn hoofd gaan. Opeens hoorde ik door het gezoem 3 tikken tegen een raam. Ik probeerde wakker te worden maar het lukte me niet. Ik hoorde weer de drie tikken op het raam achter mij…maar ik vocht om uit de slaap te komen maar het lukte me niet. Ik dacht dat het misschien de securityman was die zijn ronde deed. Opeens kon ik met een harde zucht loskomen. Ik keek direct richting de deur of ik zag die securityman oversteken van de overkant van de weg richting het hotel. Ik sprong op en keerde me om, om buiten het raam te kijken of ik iemand zou zien. Maar er was niemand daar. Ik begon een schietgebed op te zeggen voor bescherming en dat niets me moest komen hinderen van mijn werk. De nacht ging verder rustig door totdat mijn shift weer zo goed als om was.
Zondag had ik de ochtend shift en na een dag vrij te zijn, kwam ik fris aan op het werk. Het was zondag en meestal is het een hele stille en rustige dag. De dame van de housekeeping was er ook bij en na ons werk te hebben gedaan, spraken we nog over “het een en ander” toen opeens de ronde lamp in de lobby begon te knipperen. Maar opeens zagen we dat bijna alle lampen op dezelfde manier begonnen te knipperen. Ik hoorde het diep en zwaar gezoem weer tot in mijn oor trommels. Ik zei nog geschrokken: “Alweer geen stroom, of die lampen doen gewoon gek”. Ik liep snel naar de tv en zag dat het ruis had op het beeldscherm en wat klonk als hetzelfde geruis dat ik hoorde door de telefoon toen er vanuit kamer 4 werd gebeld. Niet lang daarna viel alles uit. Ik liep naar de brekerkast en zag dat alle schakelaars op normaal stonden…niets was “gesprongen” dus betekent dit dat het stroom moet zijn. Ik keek even gauw naar de kantoorruimte en naar boven en zag dat die wel stroom hadden…het was alleen onze ruimte, de lobby, die geen stroom had. Ik liep naar de telefoon en checkte of de binnenlijnen werkten…die deden het prima, maar de buitenlijn deed het helemaal niet. Op een gegeven moment hoorden we beide een geklingel van glas. We zagen dat de koeler op de gang begon te trillen en dat de wijnflessen wild tegen elkaar begonnen te slaan. Ik keek vol angst naar de koeler. De dame van de housekeeping rende direct naar mij toe en zei luidt op: “Stop anga KA…tapu nanga a san disi” en opeens stopte de koeler met trillen. Maar precies naast ons hoorden we een geluid en zagen hoe de foldertjes van de tourbedrijven uit de folderbakken kwamen…alle ramen en deuren waren gesloten, dus kon het niet de wind zijn geweest. En de wind waait dingen snel weg, maar deze foldertjes kwamen langzaam uit de folderbakjes en dwarrelden naar de vloer. Mijn hart sloeg zo hard dat ik het kon voelen in mijn keel. “Wat is dit nou, we doen toch niemand kwaad”, zei ik luid op. De lampen knipperden en er was toen weer stroom. Mijn shift was om. Ik liep nog naar boven om de deur van het balkon dicht te doen. Toen ik dat had gedaan liep ik terug door de gang toen ik de klink van de deur hoorde losgaan.
Ik stopte met lopen en keerde me om. Ik zag de handel van de deur langzaam draaien terwijl de vloer begon te kraken en toen BAM!!! Keihard sloegen de opengevlogen deuren tegen de wanden van de gang. Ik viel achterover van de schrik en gilde uit: “Mi no e klets yu, dus gwe fu dja…gwe fu dja”. Ik zag een zwarte schim plotseling verdwijnen in de gesloten deur van kamer 4.
“Ingezonden”