1942 | 9 Maanden tevoren zijn wij geland op hetzelfde vliegveld die wij moeten bewaken midden in de Surinaamse savanne tijdens Tweede Wereld Oorlog. Niet alleen het vliegveld, maar ook de bauxiet mijnen moesten zwaar bewaakt worden. Alle bauxiet, hoeveel dan ook, was nodig voor het bouwen van gevechtsvliegtuigen. Mijn naam is Joey. Ik ben 19 jaartjes jong en ik heb post Suriname gehad in mijn dienst in deze oorlog. Suriname, een mooi land, met heel veel zon, was niet het ideale land om diensten te draaien, omdat ik en zovele andere collega’s van mij, de hitte niet gewend waren. Het uitgestrekte Savanne landschap en de vele struiken en hoge Mauricius palmen waren voor het oog wel schoon in zo’n landschap. In de 2 maanden hebben we telkens korte verkenningstochten gemaakt in onze vrije tijd. Het is niet eenvoudig, omdat we weten dat we rekening moeten houden met alles in de tropen van gevaarlijke dieren tot zelfs dodelijke gifslangen.
“De Indianen van Zanderij. Er waren dorpen in de nabije omgeving van de luchthaven en deze waren ook plekken die wij bezochten. We brachten dan ook altijd wat alcohol en andere goederen mee als blijk van respect naar de stamhoofden. Maar als jonge soldaat, ver weg van je eigen land, zie je ook veel moois in de vorm van vrouwen. En voor onze waren het tropische schoonheden, tropische wilden, de mooie indianen van Suriname. Half naakt en altijd met een lach naar je kijkend, niet uitnodigend, maar wel vriendelijk. We hielden ons daarom ook, in respect van de ouderen, ver van deze dames. Maar door hun schuwheid, bleven ze ook heel ver van ons.”
“Op een dag werden wij vroeg werden afgelost door een ander peloton. 1 Uur in de middag hadden we met 5 andere collega’s afgesproken om weer op verkenningstocht te gaan zuidwesten van het vliegveld. We namen wat alcohol mee voor de lange tocht. Met machetes in de hand waden wij ons een weg door de savanne. Na 1 kilometer te hebben gelopen kwamen we op een pad. Je kon zien dat het een pad is dat elke dag belopen wordt. Al snel hadden we besloten om dit pad te volgend en te zien waar het ons zou brengen. Na 2 kilometer lopen ontdekten we een zwart water kreekje nabij een Indiaans dorp. Een collega maakte nog de opmerking: “hey man, this looks like a Coca-Cola filled creek. Look at the color of the water”. Je mag weten dat Coca-Cola een heel populair drankje is in Amerika, vandaar de opmerking van die collega. “I’ll call this creek Cola Creek”: zei hij. En dat was ook de nieuwe naam van dit klein smal kreekje. Al gauw vertelden we de anderen soldaten en hebben een idee voorgedragen aan onze overste om dit plekje een officiële plek te maken voor soldaten. We kregen geld vrij en bouwden kleine barakken, groeven de smalle kreek breder en metselden mooie stoepranden aan de oevers. Het was immens werk, maar we hadden er geen spijt van. Onze eigen “Cola Creek for the Americans”.”
Op vrijdag 27 maart 1942 waren we met dezelfde groep van 5 aangekomen op ons plekje toen we in de verte een mooi Indiaanse dame gehurkt zag langs het water. “Nice girl at 12 o’clock” zei Mike. Hij liep gelijk naar die dame toe, terwijl wij onze eigen plekje zouden zoeken om onze baddoeken uit te spreiden. Ineens hoorde ik gegil. We stonden op en renden op het gegil af. Mike probeerde uit alle macht het meisje bij zich te houden en naar zich toe te trekken, -hij had ook al wat op van de lange weg wandelen-zo ook de anderen, want die werden aangestoken door het gedrag van Mike. In een mum van tijd ging het er zo heftig aan toe dat dit alles uitliep tot een groepsverkrachting. Er was een hele grote boom in het midden van de savanne waar Mike en de anderen haar hebben gebracht en om de beurt hebben verkracht. Ik kon dit niet meer aanzien en probeerde dit alles te stoppen, maar met een paar vuist slagen aan mijn hoofd, was ik met een duizelig hoofd op de grond. Ik voelde een knie op mijn borstkas gedrukt en een hand om mijn keel. Ik kon de rode kleur van het bloed aan de boom zien. Ik hoorde Mike toen zeggen: “Bring her to the water” en daar zag ik hoe zij haar weg sleepten naar de kreek toe. Ik werd opgetrokken door mijn collega die me op de grond vastgenageld hield en meegesleept naar de plek waar ze haar brachten. Ze brachten haar de kreek in en verkrachten haar verder in het water. Ze keek me aan tot diep in mijn ogen. Ik zag de angst, vrees, onbegrip en de onschuld in haar ogen. Toen dompelde Mike haar onder het water, hield haar heel lang onder –ik gilde het uit van woede: “STOP IT MIKE STOP IT!!!!!” – hij trok haar weer op en door haar overhangend haar, dat haar gezicht bedekte, zag ik weer haar ogen. Ogen van woede en haat. Mike dompelde haar voor de laatste keer onder en op dat moment verdronk zij. “Oh shit” riep Mike. Mike en de anderen renden het water uit en lieten het levenloze lichaam van het meisje in het water. Ze pakten alle baddoeken en renden terug naar kamp. Ik ben gesprongen in het water en heb haar aan de kant gebracht. Ik probeerde haar nog te beademen en haar hart te masseren, maar tevergeefs. Ik heb haar naast het water gelaten op de stoep en ben terug gerend naar kamp.
Het nieuws was al gauw terecht gekomen bij onze overste maar zogenaamd wist niemand wie de daders waren. Ik kon mijn mond niet voorbijpraten omdat ik vreesde voor mijn eigen leven. Als Mike in staat is dit te doen, wat staat mij dan te wachten? We hebben vernomen dat de ouders van het meisje haar lichaam hebben gevonden waar ik het had neer gezet. Het doorbrekende nieuws dat mij de stuipen deed trekken is dat haar vader de sjamaan was van het dorp. We kregen het nieuws te horen dat er een ritueel langs en in het water is gedaan. De boodschapper was een indiaanse jongen die buiten ons kamp stond te schreeuwen. We konden niet verstaan wat hij zei, omdat het in zijn eigen taal is uitgesproken. We hadden wel tolken binnen ons kamp en die vertaalden het voor ons.
“Elke man die het water van de Coropina betreedt, drinkt of op welke wijze dan ook gebruikt, zal sterven. De geest van de Coropina, onze dochter, ons bloed zal wreken op hen die haar vermoord hebben”. Dit was het bloedverbond met de kreek. De kreek heeft mijn collega’s genomen op een dag. Alle 4 waren verdronken. Mike had de kreek de naam gegeven van het populair drankje Coca-Cola. Mike was de eerste die verdronken was…de kreek die nu bekend staat als ‘de Colakreek’.
Het verhaal is een neergepende ervaring in Joey’s diary. Joey is op 90-jarige leeftijd overleden. We mochten dit verhaal ontvangen van een nazaat in Suriname.
El Dorpha “Admin Collectief”
#SpukuTorie 212015 #DeVrouwVanDeCoropina #Suriname #TweedeWereldoorlog #Geschiedenis #Mysterie #Avontuur #Coropina #Soldaten #Oorlogsverhaal #SurinaamseSavanne #Colakreek #Tragedie #Jungle
Aangrijpend verhaal. Ik bezocht de Cola kreek in 1975. Heel mooi.