Een Boodschap van het Onzichtbare: Be Careful What You Pray For

Hierbij doe ik alvast iedereen de groeten en hoop dat u allen wat bij kunt leren met dit verhaal. Het is mijn persoonlijke ervaring geweest die ik niet meer zou willen meemaken. Ik heb altijd geloofd dat er meer is op deze aarde dan de dingen die we kunnen zien.
Ik ben een zeer gelovig mens, maar een Christen is altijd een stereotype in de ogen van niet Christenen. Ze zijn “kloppen-in-de-handjes-kerk-gangers”, ze proberen je altijd “tot-bekering” te brengen en ze kleden zich vaak ook anders. Ik heet Joyce Turnie en dit is mijn verhaal.
Bron Foto: Spuku Tori OpenArt
Bron Foto: Spuku Tori OpenArt

 

Ik wil alvast hiermee zeggen dat dat maar een tipje van de sluier is van wat je ziet. Maar wat je ziet met je ogen is slechts deel van dit aardse, terwijl het Christendom in werkelijkheid alles te maken heeft met de geestelijke. Zo ook in elk ander geloof. En om eerlijk te zijn, wist ik dat niet. Ik deed alles intuïtief en op gevoel.

Ik zal een voorbeeld geven: “Mijn goede, ik voel de Heilige Geest”…néé, je kan het niet voelen met je aardse zintuigen. Het is een geestelijke manifestatie. Wat kan gebeuren is dat de Heilige Geest je letterlijk en figuurlijk kan vervullen en je kan opeens niet bewegen of staan. Je valt in elkaar, omdat iets anders in je lichaam is gekomen. Mijn verhaal begon daarom ook in de kerk. Ik wilde zodanig vervuld worden met Gods Geest, dat ik zelf vurig begon te bidden en te vragen aan God om met geestelijke ogen te kunnen zien.

“Be careful what you pray for…ik weet waarom ik dat zeg.”

Mijn man was nog niet bekeerd toen ter tijde, maar we waren al jaren getrouwd en hebben 2 kinderen. De oudste, mijn zoon Samuel, die is 18 jaar en de jongste, mijn dochter Maoushka, is 14. We hadden altijd een heel goed leven gehad en wij beiden werkten en hadden een goede baan. We waren niet arm, maar ook niet rijk. Onze kinderen hebben we altijd opgevoed met respect voor elkaar, voor ouderen enz. echt typisch Surinaams. We hebben gewoond op Kasabaholo voor een aantal jaren en daar begon het.



Een mevrouw kwam aan de poort en die vertelde me over Jezus en ze had echt een mooie getuigenis te vertellen. Ik weet niet wat het was, maar ik wist dat ik dit nodig had in mijn leven. Na het gesprek ben ik uitgenodigd voor de eerstvolgende kerkdienst en ik ben er natuurlijk ook naartoe gegaan. Het was voor mij een hele andere wereld die openging; zang, dans, goede stevige muziek en leuke mensen.

Ik weet niet hoor, maar ik was helemaal weg van dit alles en ik begon vanaf die dag vaker te gaan, zelfs twee keer in de week. Ik wilde meer en meer leren over God en het geestelijk leven. Mijn zoon kwam op een gegeven moment ook mee en mijn dochter volgde er kort daarna. Alleen mijn man wilde er toen nog niks van weten. Ik dwong hem helemaal niet en liet het allemaal over aan God.

Na enkele jaren vernamen we dat er een nieuw verkavelingsproject in de omgeving was en we besloten om echt ervoor te gaan. We wilden al jaren een eigen huis bouwen op een eigen erf. Het huis waarin we woonden was van de ouders van mijn man en die woonden trouwens in Nederland. We maakten er werk van.



Binnen twee jaar hadden we een nieuw huis en ons eigen perceel. In de tussentijd sloot ik me ook aan bij een organisatie die liefde-werk doet voor minderbedeelden. Jammer dat de openingstijden van de kerk waar ik naartoe ging op een gegeven moment niet meer strookten met het werk dat ik deed op zondag, dus zocht ik een andere kerk op die ’s avonds wel open was.

Een avond kwam ik dus van de kerk en reed richting huis toen ik aan de kant van de weg een mevrouw zag staan voor haar poort. Ze zag er een beetje droevig uit dus stopte ik langs de weg om een babbeltje met haar te houden. Ze vertelde me een beetje over haarzelf en dat ze Angela heette. Ik vroeg haar toen op de man af of er iets met haar was, want het viel me op dat ze er een beetje bedroefd uitzag.

Ze lachte en zei dat ze soms niet weet wat er precies is, maar dat het lijkt alsof ze iets mistte. “Angela, u hebt Jezus nodig,” zei ik lachend, “Hij houdt van u…no mek’ grap yere, a lob’ yu ‘vaarlijk.” (Vertaald: …maak geen grap hoor, Hij houdt zielsveel van u.”) Ze lachte heel even en ik wist dat het wat met haar had gedaan.

“Woont u hier,” en ik wees naar het bouwvallige huisje. “Ja, hier woon ik,” zei ze. “Kijk, ik ga nu naar huis toe want mijn man en kinderen wachten op me. Maar als ik wat voor u moet doen, kunt u dat altijd zeggen.” “Bent u morgen thuis?”, vroeg ik toen. “Ik ga half 5 van het werk en dan stop ik heel even, goed?” en Angela knikte van wel en dat het goed was.



Ik stapte in de auto en reed door naar huis. Thuis aangekomen vertelde ik mijn man over die vrouw die ik had ontmoet en dat ik haar ook in zou roosteren voor de lijst van levensmiddelen via de organisatie. Ze leek het niet breed te hebben en haar huis zag er ook niet al te best uit. Die avond verliep alles vrij normaal zoals elke zondag en mijn man en ik zijn nog even eruit geweest om wat lekkers te gaan halen bij een BBQ-tent in de buurt.

Bij de BBQ-tent kocht ik wat extra’s met de gedachte dat ik weer zou stoppen bij het huis van die mevrouw en haar wilde verrassen met lekkers. Mijn man was er al helemaal tegen, want die vind dat ik altijd de barmhartige Samaritaan zit uit te hangen, maar hij zei verder niets erover.

We kochten de porties en gingen toen naar het huis toe van de vrouw. Geen lamp was aan. Mijn man toeterde een paar keer en van de zijde van me man zag ik een gordijn opschuiven. Daar stond ze, in 1 van de kamers. “Even yere”, zei ik tegen mijn man. Ik stapte uit de auto en liep naar de poort toe zodat ze kon zien dat ik het was. Het licht van de straat scheen gelukkig op ons beide en ik kon haar zien lachen.



“Mevr. Angela, ik heb wat voor u gebracht. Komt u het even halen?” riep ik luid. “Ik ben even bezig, maar je kan het zetten op de tafel onder het huis”, zei Angela. Ik weet niet waarom ik vond dat ze een beetje terughoudend deed, maar ik begon te denken dat het iets te maken heeft met “Jezus”, misschien was ze daarom terughoudend. Ik vroeg haar nog een aantal keren of ze het niet zelf wilde komen halen, maar ze bleef maar zeggen dat ik het op de tafel onder het huis moest zetten.

Ik maakte toen de zwaar verroeste poort met echt veel moeite open en plaatste het bakje, goed afgesloten in een plastic zak, op de tafel onder het huis. Ik liep weer naar buiten, groette haar en stapte toen in de auto. Mijn man keek me verschrikkelijk bedonderd aan en vroeg direct: “Met wie sprak je in hemelsnaam?” Ach, ik wist hem direct op zijn donder te geven hoor. “Het is maar een portie eten George, klets a.u.b. niet meer erover. Ik wilde het haar geven en klaar is Kees, een ander onderwerp a.u.b.,” zei ik toen.

Hij keek me toen hoofdschuddend aan, startte de auto en we reden naar huis terug. Ai, we hadden genoten van het lekkere eten toen we thuis waren aangekomen. Ik haalde de schone was nog van de lijn en streek de kleren van mijn man en ik en binnen no time waren we in gebed, in diepe rust. De volgende morgen zou een drukke dag worden.

Ik had de dames van de organisatie intussen al op de hoogte gesteld over het adres van Angela en de staat waarin het huis verkeerde. Mevrouw Proeve, die de pakketten doet, vertelde me dat het juist goed uitkomt, want ze hadden al een adres in de Alta Graciastraat waar ze moesten wezen. Ze zouden dan direct kunnen stoppen op het adres van Angela. Ik was ook een beetje opgelucht, want de drukte van de dag zou maken dat ik heel weinig tijd zou hebben om daar te stoppen op het adres. Geen nood, Angela zal verrast worden met een voedingsmiddelen pakket.

Na het werk reed ik gelijk naar huis om te beginnen met koken, maar in de verte stond Angela voor haar poort en ze wuifde naar me toe. Ik ging ervan uit dat ze het pakket had ontvangen en dat ze daarom wilde praten. Ik parkeerde weer langs het stoeprand van de straat en stapte uit de auto. “Hallo Angela, u hoeft me niet te bedanken hoor. Alle glorie aan God. Ik zei u dat hij van u hield,” begon ik alvast. (Ik kan soms echt bradyari zijn hoor, maar in a good way) Ze lachte hartelijk.



Ze repte geen woord over het pakket en ik dacht dat ze gewoon ook een beetje bescheiden was van aard. Opeens vroeg ze: “Kan je me wijzen waar hij is?” Ik schrok er wel even van, maar ze vroeg het toen weer: “God, kan je me wijzen waar Hij is?” “Vrouw, God is geest en hij is overal en vooral in ons. Alleen moeten we het weer aanwakkeren sinds we in de zonde geboren zijn. Maar Hij is zelfs in jou,” zei ik lachend.

Opeens keek ze naar de grond en vroeg of ik voor haar zou willen bidden. “Wilt u dan niet naar binnen gaan?” vroeg ik. “Nee, net hier…hierzo moet u voor me bidden,” zei ze terwijl ze haar handen in elkaar begon te vouwen. Ik ben toen dichter bij haar gaan staan en begon een gebed als een gebed, net daar op straat voor de poort. Toen ik helemaal klaar was leek ze vrolijker dan ooit tevoren en je kon die shine op haar gezicht zien.

“Dank u wel, dank u wel,” zei ze, terwijl ze naar de poort liep. Ik zei haar dat ik een paar goede kleren voor haar ga brengen later op de avond, want ik had een paar stevige jurken die ik niet zo lang had aangetrokken. Ik stapte in de auto en groette haar nog eens en reed weg. Ik voelde me echt goed van binnen dat ik dit had gedaan, echt waar.

Thuis aangekomen heb ik nog een heerlijke pot Bruine Bonen geschaft. Ik was in bad toen ik de telefoon hoorde overgaan en mijn man die sprak met iemand aan de lijn. Volgens mij was het voor mij want hij vroeg de persoon of hij een boodschap kon aannemen. “Okay, ik zal het doorgeven mevrouw Proeve,” zei hij en hij legde neer. “Het was voor mij noh?”, riep ik vanuit de badkamer. “Ja, het was mevrouw Proeve, maar als je uit bad bent, vertel ik je wel”, zei hij.



Ik was helemaal opgefrist, toen ik mijn bordje eten begon uit te scheppen, toen hij me vertelde dat de anderen waren geweest, maar dat niemand thuis bleek te zijn. Hij had het over het Angela’s huis. “Vreemd, want ik heb haar een paar uurtjes terug nog gesproken en ze leek verrast te zijn,” zei ik verbaasd. Ik vertelde hem over het gebed dat ze graag wilde hebben en dat ze wilde weten waar God precies was.

Ik vond het jammer dat ze het pakket niet heeft gekregen. “Ik ga zo een paar kleren voor d’r brengen, want ze leek continu dezelfde kleren te dragen,” zei ik tegen mijn man. “Ai boi…je kan niet altijd de filantroop uithangen vrouw,” zei mijn man toen een beetje geïrriteerd. Breng die dingen morgen of stuur ze mee met het pakket als de mensen van je het brengen naar haar adres.

“Ach, begin niet met me hoor George…we hebben het te goed om anderen niet te helpen…ik breng ze toch,” zei ik bars. “Ga je mee of niet,” vroeg ik hem toen. “Laat Samuel je brengen…SAMUEL…breng je moeder even ergens naar toe,” riep hij luid. Ik ging toen naar boven, pakte de kleren in een mooie tas en liep terug naar beneden de garage in. Mijn zoon zat al achter het stuur en vertrokken naar het adres van Angela.

Samuel toeterde een paar keer toen we voor de poort waren gestopt en liet de koplampen aan. Ik stapte gelijk uit de auto en keek naar het raam of ik haar zou kunnen zien. Een paar keren riep ik luidkeels “Angela”, maar ze scheen me niet te horen. Ik probeerde de poort weer open te maken en liep naar de voordeur onder het huis. Het stonk verschrikkelijk.

Ik bleef maar kloppen aan de deur en probeerde de hendel naar beneden te draaien, maar de deur was op slot. “Samuel, toeter weer”, riep ik voor mijn zoon. Hij toeterde een paar keer, maar dit keer geen beeld, geen geluid. Intussen was Samuel uit de auto gestapt en probeerde door de ramen naar binnen te kijken, maar ze waren bijna allemaal dichtgetimmerd met planken. “Ma, volgens mij woont niemand hier hoor,” zei hij plotseling.

Opeens kreeg ik een heel, echt heel vreemd en raar gevoel van binnen, vooral toen ik die stank rook. Ik zei toen tegen Samuel om dichter bij me te komen staan. Ik liep toen naar de tafel onder het huis en zag dat er een groene zak was, nog steeds gebonden in een knoop die ik gewend ben te maken. Ik maakte de zak langzaam open en daarin was de witte foam bak van de BBQ-tent. Ik klapte de bak open en je kon die wormen horen kruipen over het vlees.



Ugh die geur maakte dat ik bijna overgegeven had. Ik klapte de zak dicht en zei direct: “Samuel kom weg.” Onderweg naar huis zat ik te peinzen over alles wat ik wist van Angela, elk moment dat ik haar had gezien of met haar sprak, het moment van het gebed en nog zoveel andere dingen.

“Ma, wat is er?”, vroeg Samuel me. “Jongen, ik vertel je wel als ik thuis ben, maar ik moet zeker zijn over hetgeen ik heb meegemaakt vandaag,” zei ik hem. Toen ik thuis was aangekomen, liep ik regelrecht naar mijn man en vroeg hem of hij even tijd had om te praten. “Nu?”, vroeg hij. “JA NATUURLIJK NU”, zei ik.

We liepen naar boven en gingen op het balkon zitten. “George, die dag toen we het eten hadden gebracht voor Angela…zag je haar bij het raam staan?” vroeg ik. “Ik zag het gordijn wel even open waaien, maar voor de rest kon ik niemand zien. Misschien komt het op de manier hoe het licht inviel op het raam,” zei hij toen.

“George, je vroeg me met wie ik sprak, dus kom me geen rommel vertellen…heb je haar gezien, JA of NEE”, zei ik toen boos. “Nee, ik heb niemand gezien en ik HOORDE ook niemand praten…alleen jij voerde een conversatie…maar ik dacht maar het te laten voor wat het was,” zei George.

Ik vertelde hem over het bedorven bakje eten dat ik onder het huis had gevonden en de staat van de knoop. Ik begon een beetje paniekerig te worden, omdat ik nooit in mijn leven een geest heb gezien of met een geest heb gesproken in real-time. Die avond heb ik zeer slecht geslapen, Angela’s gezicht zag ik telkens voor me maar altijd met een lach en dat maakte me bang.



De volgende ochtend toen ik aan het werk was, belde ik mevrouw Proeve op om haar te zeggen het pakket te cancelen vanwege omstandigheden. “Joyce, ik wil je niet laten schrikken, maar we weten wel wie Angela is. We vroegen de buren of ze haar kenden en of ze wisten wanneer ze thuis zou zijn. Weet je wat we als antwoord kregen? Die Angela van je was al een aantal jaren overleden in dat huis. Ze deed tippelwerk en volgens de buren is ze overleden aan de “ziekte”. Toen ze haar een paar keren niet zagen, schakelden ze de politie in om een kijkje te gaan nemen en voila…ze vonden haar in haar bed vrouw”, zei mevrouw Proeve.

Ik hield mijn hart even vast en wilde bijna huilen van verdriet, maar opeens voelde ik me zo rustig…er leek een rust over me heen te komen. “Vrouw Proeve, ze is nu in een betere plaats. Het klinkt vreemd, maar ik kan me nu echt alles voor de geest halen. Ik had haar nooit aangeraakt, ik zag haar nooit naar binnen lopen via de zware poort, ik heb haar nooit naar buiten zien komen en ze heeft nooit dat bakje eten aangeraakt. Maar ze vroeg me wel om voor haar te bidden.” zei ik tegen mevrouw Proeve.

Ik legde neer en zat urenlang naar het plafond te staren in ongeloof. Ik herinnerde me opeens de dienst. De preek ging over “Geestelijke Ogen”. Ik heb ervoor gebeden om deze kracht te kunnen ontvangen van God om te kunnen zien met Geestelijke Ogen. Had ik maar geweten dat dit werkelijkheid zou worden. Ik leef oprecht en dien God ook oprecht. Ik heb toen netjes gebeden om niet alles te zien met mijn geestelijke ogen, maar slechts de dingen die voor mij en mijn gezin het best zijn. Ik ben blij dat ik Angela heb kunnen leiden naar God, het licht. Daarom zeg ik nogmaals: “Be careful what you pray for.” Ik wist niet beter.

#SpukuTorie 1272015


Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven