#SpukuTorie 1582016 In mijn jongere jaren was ik in contact gekomen met een geest van iemand die ik nooit in mijn leven had gezien. Ik kan je zeggen dat het niet een prettig gevoel is, vooral als de geest er zich bewust van zichzelf is en zich ook daadwerkelijk toonde. Mijn naam is “Jodey” en wat ik hier schrijf is mij ook echt overkomen. Ik woonde samen met mijn tweelingzus en moeder in een woning die naar mijns inziens spookte. Dagelijks gebeurden er van die onverklaarbare dingen zoals het horen van geluiden en deuren die open- en dichtgaan gedurende de nachtelijke uren. Op een gegeven moment was ik er gewend aan geraakt, maar ik vertelde het aan niemand. Niet aan mijn zus en ook niet aan mijn moeder. Ik wilde niet dat ze zouden denken dat ik gek aan het worden was. Zo gebeurde het dat mijn moeder op een dag druk bezig was in de keuken en me vroeg om wat te gaan halen in de badkamer. Tussen de keuken en de badkamer is er een gang. Toen ik de bocht naar de gang had gemaakt, verstijfde ik van schrik. Er stond iets aan het eind van de gang. Het was een onduidelijke witte mistige gedaante in de vorm van een vrouw. De klederen die ze aan had waren gelijk vitrage of witte lakenachtige stof gedrapeerd om haar lichaam heen. Opeens had ik het gevoel om te gillen en wilde mijn moeder roepen die een paar meters verwijderd was van mij. Maar er kwam geen geluid uit mijn mond en ik kon niet eens meer bewegen. Het leek erop alsof de lucht om me heen als een betonnen capsule tegen mijn lichaam drukte. Ik kon geen kant op. Op haar gelaat zag ik plotseling beweging komen…er vormden zich grote zwarte ogen en een brede grijns op de plek waar haar mond was. Opeens lachte ze luid en verdween in het niets. Ik kwam eindelijke los en liep een aantal stappen achteruit met mijn blik gericht op de plek waar ik het ding voor het laatst gezien had. Ik kreeg het gevoel dat als ik zou omkijken, dat het mij van achteren zou kunnen grijpen of duwen. Dit keer vertelde ik het aan mijn moeder, maar ze zei direct: “Meisje, hou op met die gekke dingen van je hoor.” Ik liet het dus voor wat het was.
De dagen verstreken en niets noemenswaardigs gebeurde er op die dagen totdat ik een ochtend heel vroeg wakker werd. Mijn zus en ik sliepen toen op een stapelbed in 1 kamer. Mijn zus had het onderste bed en ik het bovenste. Het was nog donker buiten en een beetje donker in de kamer. Ik wilde van het bed springen om het licht aan te doen en net wanneer ik op de rand van het bed was gaan zitten, merkte ik op dat mijn moeder voor de deuropening stond en van de schrik riep ik luid “MA?!”. “Ja?!” was het antwoord dat ik kreeg, maar het kwam vanuit mijn moeder haar kamer verder op de gang. Ik keek toen weer naar de gedaante van mijn moeder in de deuropening en riep haar weer: “Ma!!!!” en toen hoorde ik haar stem een beetje geïrriteerd: “Wat is er…ik ben in de kamer…kom”. Ik wist nu zeker dat mijn moeder in haar eigen kamer was en dat het ding dat bij de deuropening stond niet mijn moeder was, maar zich voordeed als haar. Mijn hart stond bijna stil en met een vaart sprong ik weer in en bed en trok de lakens over mijn hoofd. Ik begon te beven van angst en wist niet meer wat ik moest doen. Ik wist niet of dat ding nog steeds bij de deuropening stond of misschien wel naast mijn bed was. Ik gluurde tussen mijn dekens door en zag dat het nog steeds op dezelfde plek stond. Ik raakte nu echt in paniek en begon mijn zus wakker te roepen en gilde het uit naar mijn moeder dat ze moest komen. “Mama er staat iemand in de kamer…KOM AUB MAMA er staat iemand hier!!!”, gilde ik uit. Ik zag hoe de mond van het ding begon te veranderen in een grote brede grijns. Het lachte en verdween in het niets. Ik sprong toen direct uit bed en rende mijn moeders kamer in. “Waarom roep je me als ik nog slaap Jodey…wat is er met je deze afgelopen dagen…je moet echt ophouden nu he”, zei ze boos. Ik liet het dus weer voor wat het was…ze geloofde mij toch niet.
Jaren verstreken en ik werd ouder, maar die gedaante of geest had ik toen niet meer gezien. We verhuisden toen ook naar een ander huis, terwijl mijn zus haar intrek nam in een studentenwoning. Ik bleef bij mijn moeder. Ik weet niet precies wanneer alles weer startte, maar niet lang nadat mijn zus weg was, begonnen zich weer vreemde dingen voor te doen in huis. Dezelfde dingen die gebeurden in ons vorig huis. Ik wist niet wat ik ervan moest maken, maar het leek er bijna op dat deze dingen met mij meegegaan zijn naar ons nieuw huis, maar dat het zich nog niet helemaal bekend had gemaakt in het huis. Op een ochtend werd ik wakker van een luide conversatie die mijn moeder voerde met iemand aan de telefoon. Ik lag nog heel even en dacht om maar op te staan en te gaan douchen. Maar bij die gedachte hoorde ik hele zware voetstappen in de verte. Mijn moeder was nog aan de telefoon en ik dacht in eerste instantie dat ze misschien iemand op bezoek had die zo zwaar liep. De voetstappen kwamen als maar dichterbij en op een gegeven moment ging de handel van mijn deur naar beneden en ging de deur open als door onzichtbare handen geduwd. Ik keek met angst in mijn ogen naar de deur en hoopte dat ik niets zou zien. Maar toen kwam het geluid van de eerste voetstap naar binnen en daarna weer 1 en daarna weer, totdat de voetstappen naast mijn bed stopten. Ik voelde de dekens onder mij straktrekken, terwijl ik zag dat er deuken ontstonden op mijn matras. De afdrukken waren gelijk voetensporen. Iets liep op mijn bed!! Opeens kreeg ik een misselijk gevoel en een benauwende druk op mijn borst en ribbenkas. Iets wilde in mij komen. Mijn lichaam werd ijskoud. Ik kon niet meer bewegen en ik voelde dat mijn spieren spastische trekken maakte waardoor mijn armen, benen en vooral mijn hals en nek zich naar achteren probeerde te slaan. Mijn hoofd drukte zich op de kussen en ik begon in mijn hoofd luidop te roepen: “GOD HELP ME!!! GOD HELP ME!!! GOD HELP ME!!!” In een zware schokkende beweging, liet het ding mij los en verliet mijn borstkas. Met het kleine beetje energie dat ik nog in me had, rende ik uit de kamer en ben op de bank gaan zitten in de woonkamer. Mijn moeder, die nog aan de telefoon was, keek me met een frons aan en vroeg of er iets aan de hand was. “Niets ma…niets aan de hand”, zei ik, want ze zou mij toch niet geloven. Vanaf die dag, was dit een dagelijkse routine. Er ging geen dag voorbij.
Het was eindelijke vakantietijd. Een vakantie waar ik een bezoek kon brengen aan Suriname met de familie. Hier in Suriname, verbleef ik in een appartement en had het vastberaden geloof dat dat ding mij niet tot naar Suriname zou achtervolgen. Hoe zou het mogelijk zijn? Maar ik had het mis!!! De anderen waren wezen stappen door Paramaribo in de vroege ochtend. Ik wilde nog een beetje doorslapen en zette de deur op een kier. Ik was net in bed toen ik dezelfde zware voetstappen begon te horen van ver. Het eerste dat ik zei was: “Oh SHIT!!!” en ik wilde nog snel opstaan om de deur dicht te doen, maar het sloeg uit zichzelf met een klap dicht. En in een grote boog viel ik met mijn achterhoofd op het bed. Mijn lichaam begon weer spastische bewegingen te maken en dit keer bad ik extra “hardop” in mijn hoofd. Opeens viel ik met een klap op het bed. Ik weet niet hoe, maar het leek alsof ik niet op het bed was toen het in me probeerde te komen. Ik rende toen gelijk naar buiten en belde mijn zus op. Op de stoep van de veranda vertelde ik haar eindelijk alles, alles dat ik had meegemaakt al die jaren. Toen ik het had over die geest, was haar eerste reactie: “Komt dat ding ook bij jou? Ik durfde niemand te vertellen, omdat ze me niet zouden geloven.” Ze vertelde me dat het altijd rond 4 uur ’s nachts bij haar kwam, waarop ik haar zei dat ik die aanvallen altijd in de ochtend kreeg. “Dit moet stoppen…nu of nooit…dit is genoeg geweest”, zei ik haar. Na veel speurwerk in Suriname, kwam ik achter het telefoonnummer van een mevrouw die zelfs een luku-vrow is van beroep en ook heel veel kennis heeft van geesten in de Surinaamse cultuur. Toen ik haar opbelde wist ze gelijk wat er gebeurde met mij. Ik vertelde haar dat mijn tweelingzus ook dezelfde aanvallen kreeg. De luku-vrow zei dat het ding ons beiden wat wilde wijzen. Een boodschap misschien. Ik wilde niks van het ding meer weten wist ik haar te vertellen. “Dat ding moet niet meer bij ons komen”, maakte ik haar duidelijk. De luku-vrow zei dat ze ons wel zou kunnen helpen, maar dat het een tijdelijke verbanning is van die geest. Het gaat en zal vroeg of laat terugkomen om de boodschap door te geven. Die luku-vrow heeft alles gedaan, van gebeden tot rituelen waar ik aan onderworpen moest worden. Sinds die dag, heb ik dat ding niet meer gezien… tot de dag van vandaag. We zijn nu 4 jaren verder. Ik vraag me wel altijd af wanneer het terug zal komen.