#SpukuTorie 1372015 Mijn naam is Sara en ik ben 19 jaartjes jong. Dit gebeurde 5 jaren geleden. Ik verbleef bij mijn oma op Zorg & Hoop, samen met mijn moeder, broer en broertje. Het was altijd een druk huis en dat is het nog steeds…Wan Bigi Famiri. Jarenlang hadden we zo gewoond, maar mijn moeder kon op een gegeven moment niet meer met de drukte en besloot toen te verhuizen.
Een tante van ons had een woning te Morgenstond aan de Sabakustraat en bood het mijn moeder aan, omdat niemand daar wilde blijven vanwege de afstand. Mijn moeder stemde toe en binnen een wip waren we verhuisd. Mijn moeder, mijn beide broers, mezelf en een broertje van mijn moeder met zijn vrouw en kinderen. Het was vanaf dag 1 een echte gezelligheid en we genoten van alles dat het huis en erf ons te bieden had. We hadden geen buren, omdat aan weerszijden van ons erf, geen huizen waren…het was gewoon bos. 2 Percelen naast ons was er wel een huis in aanbouw en een paar kilometers verder had je dan Clevia. Geen drukte, geen djugu djugu…we genoten er echt van.
Mijn moeder is iemand die heel diep in culturele dingen geloofd en als klein meisje werd het haar altijd geleerd om de voordeur na 7 u ‘s avonds dicht te doen. Dit leerde ze ons ook. Het werd heel snel donker daar, dus half 7 ging de deur al dicht. Vooral hoe wij geen buren hadden, moesten wij extra voorzichtig zijn.
Mijn moeder had een beste vriendin die haar af en toe kwam halen om een beetje te gaan ontspannen en dit gebeurde dus op een dag. Mijn oom zat aan het werk en zijn vrouw was op rijles in de middaguren. Mijn broer moest dus op ons letten. We waren ook thuis met mijn neefjes en nichtjes, de kinderen van mijn oom en het werd toch een beetje lastig als kinderen alleen thuis zijn. We hielden ons niet aan de regels over de tijd dat de deur dicht moest en pas toen het 9 uur in de avond was, deden we de deur dicht. Er was niets gebeurd die avond hoor, maar er kwamen meer avonden dat we alleen in het huis waren en we letten niet meer op de deur. Mijn moeder zelfs lette ook niet echt erop, omdat ze ook zoveel dingen aan haar hoofd had. Op den duur werd het echt een rommel, iedereen deed wat hij of zij wilde en niemand die iets zei. Op een dag vroeg ik mijn moeder om te gaan naar een schoolreisje en ze zei: “Nee Sara, ik stuur je nooit naar dit soort dingen…je weet het zelf…ik doe deze dingen niet.” Ik werd zo kwaad en liep naar m’n kamer toe en begon in mezelf te schelden. Ik wilde zo graag gaan. Een paar minuten later riep ze mij weer en gaf toestemming dat ik mee mocht met het schoolreisje. Ik was zo blij. De dag naderde en ik ging dus op schoolreis achter Colakreek bij een huisje van meneer Latour. We hadden ons echt vermaakt en hadden het naar onze zin. Toen ik terugkwam van het reisje, kreeg ik het goede nieuws dat onze stiefvader op vakantie was in Suriname en dat hij ons wilde komen bezoeken. Iedereen was blij, omdat we weten dat hij altijd aan ons denkt. Het werd haast elke dag een leuk kleine samenzijn met muziek en kennissen en vrienden van mijn stiefvader die hem kwamen bezoeken bij ons huis. Hij bleef ongeveer 2 weken en ging toen weer weg. Je kan dan begrijpen dat dat van de deur en de regels allemaal vertrapt werden gedurende die tijd. Maar toen hij weg ging, begon alles verkeerd te gaan in het huis.
Die avond sliepen mijn broer en ik bij mijn moeder op de kamer. Rond 3 uur in de ochtend (dit is de Doodstijd), maakte mijn broer mijn moeder wakker en zei: “Ma, ik hoor iets bij het raam”. Natuurlijk schrok mijn moeder wakker en keek gelijk naar buiten. Ik was al zo een beetje wakker geworden, maar toch riep ze me heel zacht en voorzichtig om wakker te worden. “Sara, heb je het ook gehoord?’, fluisterde ze. “Nee mama”, zei ik terug. Mijn broer begon toen te concluderen dat het een hagedis of een ander gedierte was die tegen het raam sloeg. We zijn kort daarna weer in slaap gevallen. De volgende ochtend spraken we erover met mijn oom en zijn vrouw. Wij allemaal werden toen al een beetje bang, omdat we aan zoveel gekke dingen dachten. “Misschien is het de wachter van twee erven naast, waar ze bezig waren met de bouwwerkzaamheden”, zei mijn tante. Op een gegeven moment namen het als een kiek. Verder ging de week rustig voorbij en kregen we geen last van niets. Maar een avond, we zaten toen allemaal in de woonkamer, hoorden we geklop aan de achterdeur. We schrokken wel en keken elkaar vreemd en vragend aan. Mijn moeder, mijn oom en z’n vrouw stonden op en liepen naar de achterdeur en keken door de glazen ruiten naar buiten, maar ze zagen niets. Ik vroeg nog aan mijn moeder: “Mama wat was het?”…. Mijn moeder keek me gewoon in stilte aan en zei: “Laat het zo Sara.”
Vanaf die dag was ik verschrikkelijk bang geworden om in mijn kamer te slapen, dus sliep ik bij mijn moeder. De hele week passeerde en elke dag, zelfs meerder keren per dag, werd op iets geslagen of op iets geklopt en getikt. Het werd frustrerend, omdat deze entiteit duidelijk wilde maken dat hij er is. Soms gebeurde het dat gewoon voor je neus iets bewoog. Het gebeurde met deuren, tafels, stoelen, zelf je bord met eten als je het op tafel legde. Mijn moeder en oom konden het niet meer aan en schakelden meneer Yasmine in om een kijkje te komen nemen in het huis. Na zijn ronde te hebben gemaakte, begon hij een verhaal te vertellen over het “ding van de plaats”, a san’ f’a presi, het was niet blij met onze komst. Het ding verbleef al jaar en dag in het huis en nu kon ik vatten waarom bijna niemand wilde wonen in dit huis…het ging echt niet om de afstand. Meneer Yasmine, begon te praten met dat ding en constant wees hij met zijn wijsvinger naar de voordeur van ons. “Yu ben tap a doro gi eng, a no ben fri moro fu kon insey…dat’ mek’ a hati bron”, zei hij geschrokken (Je sloot de deur voor hem, hij was niet meer vrij om binnen te komen, daarom is hij boos). Hij gaf mijn moeder een middeltjes om in alle hoeken op het erf te schenken en dat moest elke dag geschieden. Maar toen een zwangere tante van me op bezoek kwam, vergat mijn moeder het middeltje te schenken in de hoeken van het erg. Maar geloof me…er gebeurde niets en dan ook niets. We vonden het vreemd, omdat we eigenlijk onze tante wilden voorbereiden op de geluiden die ze kon verwachten en eventueel de dingen die ze zou zien. Maar niets gebeurde. Toen mijn tante na een paar dagen weg ging, kon je de minuten tellen voordat alles weer los barste. 10 Minuten maar…en alles begon weer, het getik, geschuif en het leek erger te gaan worden, want deze geluiden kwamen nu constant non-stop. Het werd te veel voor mijn om en z’n vrouw en hij nam zijn kinderen mee en vertrokken. We waren dus alleen, mijn moeder en ik en mijn twee broertjes. We zaten in de woonkamer en hoorden opeens krakend geluid en keken naar de keuken. De tafel was helemaal van de grond en sloeg met een harde klap neer op de vloer. Mijn moeder belde mijn oma direct om met spoed langs te komen.
Toen mijn oma er was, werd alles weer stil en het leek alsof de entiteit weer rekening zou houden dat er iemand anders in het huis was. We waren allemaal in de kamer van mijn moeder in diepe rust, toen we geschrokken wakker sprongen van het geluid van potten en pannen die hard tegen elkaar geslagen werden. We zaten te luisteren en toen zei mijn moeder: “Het is binnen.” Mijn oma, zo oud en bikkel dat ze is, ging de keuken in en begon door het geluid heen te bidden en mijn moeder ging haar achterna. Ik hoorde beide luidkeels bidden. Klokslag 6 uur viel alles met een klap op de grond en werd het stil. Wel…diezelfde dag verhuisden we weer met spoed naar een huis die we met geluk kregen. Het huis was aan de Brakestraat, een paar kilometers verder, om de hoek van White House te Ma Retraite. We hadden alles met de meeste spoed in gepakt en verhuisden binnen 2 uurtjes. Die nacht werd mijn moeder opgebeld, het was mijn oom. “Pe un’ de…un’ g’we lib’ mi nanga mi vrow ‘anga ptjieng na baka”, zei hij. Mijn moeder vertelde hem over die ochtend en hij kon het wel begrijpen. Hij zou dan alleen in het huis moeten blijven met zijn vrouw en kinderen, maar mijn moeder bood ze wel aan mijn te komen wonen in ons nieuw huis. Maar hij kwam niet…volgens mij was hij ook allang blij dat hij het huis voor zijn gezin had en ze bleven dus erin ondanks de waarschuwingen. Maar ze hadden geen last, tenminste dat vertelde hij ons later.
Mijn oma vertelde mij toen ze op bezoek kwam: “Weetje waarom dat ding lastig deed? Het had alle vrijheid in dat huis tot de dag dat jullie erin gingen wonen en de voordeur dicht maakten tegen half 7. Jullie hebben een verandering gebracht in zijn patroon en dat heeft hem boos gemaakt. Maar toen jullie ook het huis open lieten staan, kwam hij weer vrij binnen maar had nog af te rekenen met jullie.” Ik heb tot de dag van vandaag een trauma van dit hele gebeuren overgehouden. Elk geluid, elke wisje-wasje…ik bel mijn moeder direct op. Maar dan maakte ze me wel sterk en brengt me tot rust: “Wees sterk Sara, het bloed van Jezus overtreft alles. Mi moi blaka poptji, no frede…!!”