#SpukuTorie 1312015 Ik ben Clifton. Ik ben de enige zoon en enigst kind van mijn ouders. Ik was nooit in aanraking gekomen met dingen van de onderwereld of de geestenwereld zoals men het noemt. Maar voor alles is er een begin. Mijn vader en moeder waren van die mensen die niet zonder mekaar konden. Ze waren altijd samen, deden alles samen, kort gezegd, ze waren onafscheidelijk van elkaar. Ik weet nog dat ze soms “tori” spraken in het toilet. Ongelooflijk maar waar. Maar er is nu iets waar ik althans geen antwoord op kan krijgen, maar ik heb me erin berust. Mijn vader is er niet meer. Maar mijn moeder is de persoon die nog steeds worstelt met het gemis van haar man. Het was zo erg geworden dat ze de psychiater moest bezoeken voor professionele hulp. Ze maakt het nu weer goed, maar is nog steeds onder de medicamenten. Langzaam maar zeker zal ze dit een plekje geven, al is het nu 7 jaren geleden.
We kwamen van de winkel, mijn ma en ik, toen we bemerkten dat de auto van mijn vader geparkeerd was voor de poort. Het was een beetje te vroeg voor hem om thuis te zijn, dus er zal iets gebeurd zijn. We reden de garage in en gingen het huis binnen via de zijdeur. Mijn moeder regelde heel snel de boodschappen in de kast en terwijl ze dat deed riep ze naar mijn vader en vroeg of hij allang thuis was aangekomen. Ze kreeg geen gehoor. En natuurlijk vond ik het ook vreemd, omdat ik dit niet gewend ben van mijn vader. Mijn moeder ging toen de trap op om naar hun kamer te gaan en ik ging verder met de boodschappen regelen. Een gruwelijke gil maakt dat ik een twee glazen flessen bruine bonen liet vallen op de vloer. Ik rende met een vaart naar boven en zag haar bij de deuropening staan van haar kamer. Ik rende haar tegemoet en ving haar net op tijd op voordat ze achterover zou vallen. Ik keek in de kamer en zag mijn vader liggen op het bed en tegen de muur…de muur was rood. Hij had een dubbelloops jachtgeweer in zijn handen. Het was de schok van mijn leven en vooral voor mijn moeder was het ’t zwaarst. De politie werd direct ingeschakeld. Mijn moeder was kapot.
Daags na de begrafenis ging het slechter met haar, ze baadde niet, at niet, verzuimde van haar werk. Ze ging echt achteruit. Familieleden waren er dagelijks over de vloer om haar te troosten, maar ze kwam er niet bovenop. Op een gegeven moment hebben we een psychiater gehaald die haar zou kunnen helpen in deze situatie. Met veel moeite en geluk kwam ze weer op beide benen met behulp van medicatie. Gedurende de periode dat alles weer helemaal goed leek te gaan, was ik op een dag bezig met koken toen ze naar beneden rende en zei al huilend: “Clif, je vader heeft me vandaag gesproken.” Ik keek haar geschrokken aan en dacht dat ze haar medicatie niet op had. “Ma, get over it…”, zei ik een beetje geïrriteerd. Ik had niet eens door dat ze een patta van de grond haalde en het smeet naar mijn hoofd. “MAAA, hou op jere…papa is weg toch…wat heeft de dokter gezegd hierover…laat het a.u.b. liggen”, zei ik boos. Maar mijn moeder was er helemaal vol en ook serieus over dat mijn vader met haar gesproken had. Ze haalde de recorder tevoorschijn die ze gebruikte bij haar vorige baan en zei toen: “Luister ernaar…” Ze speelde het ding af en ik hoorde haar vragen: “Cleon zeg me dat je hier ben, zeg me a.u.b. dat je hier met me ben” en ik een bijna onverstaanbare stem, hoorde ik deze zin: “Sorry, ik ssss jou”. “Zie je…hoor j…papa zei dat hij me mist”, zei mijn moeder vol blijdschap. Ik was er heel sceptisch tegenover en ik zei haar dat ze dingen zoekt op die recorder die gewoon normaal geruis is. Ze wil graag dingen horen die haar gerust zouden stellen. “Ma liever stop het hiermee…want dit kan nooit goed zijn”, zei ik nog aan haar. Maar ze liep toen weer naar boven, nam een bad en kwam toen weer naar beneden om mij te helpen met koken. Ik vond het vreemd, maar wel goed dat ze er nu eindelijk bovenop lijkt te komen.
Ik zat beneden televisie te kijken en mijn moeder was al in diepe rust vanwege de zware medicatie. Ik zat dus televisie te kijken toen ik het gekraak van de trap hoorde, precies als wanneer iemand naar beneden liep. Ik keek niet omdat ik dacht dat mijn moeder naar beneden kwam en hoe ze zich zo goed voelde, zal zij het wel zijn. Maar niemand die om de bocht kwam aanlopen. Ik stond op en liep naar de trap toe en als ik om de muur heen loop en voor de trap sta, hoorde ik zware kneuzen op de trap naar boven gaan, alsof iets aan het rennen was van de schrik. Ik hoorde toen mijn moeder luid praten en vragen of het mijn vader is die naar boven kwam. Ik liep naar boven en maakte haar deur open en zei: “Nee ma, ik ben het.” Ze mompelde nog wat en viel weer in slaap. Ik liep toen de kamer binnen, dezelfde kamer waar mijn zelfmoord had gepleegd. Ik stond nog een tijdje naar mijn moeder te kijken vol medelijden, toen ik opeens een stem hoorde zeggen: “Ga weg van hier.” Het was zo zacht dat je het bijna niet zou kunnen horen, maar de kamer was zo stil, dat ik het toch heb kunnen opnemen. Ik zei toen ook op een zachte toon: “Het is mijn moeder…donder jij op van hier want je bent dood.” Ik voelde opeens een warme ademhaling in mijn hals. Ik verstijfde van de schrik, maar ik liet niet merken dat ik bang was. Toen het geadem weg was, zocht ik naar de recorder van mijn moeder en vond het in de lade van haar nachtkast. Ik nam het mee en bewaarde het in de berging onder de trap, waar ze het niet zou kunnen vinden.
De volgende morgen voordat ik naar het werk ging, zat ik koffie te drinken of mijn moeder rende naar beneden en zei dat ze dit keer een duidelijke stem van hem had opgenomen. Ze haalde de recorder tevoorschijn en speelde het af. Ik stond versteld naar haar te kijken, want ik weet dat ze niet naar beneden zou zijn gekomen en dat ze onder de medicatie was en niet de moeite zou doen om het te zoeken. “Ma, waar was je recorder?”, vroeg ik toen. “In mijn lade toch, daar bewaar ik het altijd”, zei ze, terwijl ze zei dat ik moet luisteren. Ik luisterde aandachtig en hoorde de zin: “kom met me mee.” Ik liep naar haar toen en trok de recorder uit haar handen. “Ma, je moet hiermee stoppen…dit is niet goed. Je weet niet of het papa is en voor zover ik weet kan dit nooit papa zijn die met je praat…stop ermee”, schreeuwde ik. Ze stond met open mond naar me te kijken en begon toen weer te huilen. Dit keer had ik helemaal geen medelijden, want ze weet niet waarmee ze bezig is en dit zal maken dat ze nooit er bovenop zal komen. Ik belde de psychiater en hij verwees ons naar iemand die mijn moeder zou kunnen begeleiden op het geestelijk vlak. Ik nam de recorder mee naar het werk en liet het daar in mijn bureaula. Ik kwam thuis aan die middag en verwachtte de persoon die zou komen helpen tegen een uur of 6 in de middag. Mijn moeder was de hele tijd in haar kamer. Ik liet haar dit keer wel met rust, omdat ze de tijd nodig had om tot zichzelf te komen. Maar toen ik haar mijn naam hoorde roepen, rende ik naar boven en ging haar kamer binnen. Ze zat in het bed en zei dat ze bang was. Ik vroeg haar waarom ze bang was, maar ze zette een vinger op haar mond en wilde niet praten. Ik ging naast haar zitten op het bed en ze strekte toen een vinger naar de badkamerdeur van haar kamer en zei: “Het is daar Clif…het ding is daar in de badkamer.” Zonder nadenken trok ik haar uit het bed en bracht haar naar beneden. Ze was helemaal belabberd van de medicatie, maar voor mijn gevoel was ze veiliger beneden dan in haar kamer.
De persoon kwam op tijd klokslag 6 uur voor de poort. Het was een oude meneer op leeftijd, maar wel eentje die nog heel helder was. We begroetten elkaar en ik bracht hem binnen om kennis te maken met mijn moeder. Hij begon ons te vertellen wat hij allemaal doet en dat hij hier is gekomen om ons te helpen met het zware leed dat vooral mijn moeder droeg. Het eerste dat hij zei is dat we nooit en ter nimmer contact moeten maken met degenen die zijn overleden. We moeten ze altijd de kans geven om te beseffen dat ze dood zijn en verder moeten gaan in de wereld waarin ze zijn. Maar blijkbaar heeft mijn moeder contact gemaakt met iets, dat niet de geest was van mijn vader. Ik keek naar mijn moeder en die knikte van ja…”het is iets anders en het woont in die badkamer van boven.” De meneer begon toen met een gebed van bescherming voor ons drietjes, inclusief hijzelf. Hij wilde een rondleiding in het huis hebben en daar stemde ik mee toen. Mijn moeder bleef zitten in de woonkamer, want ze kon niet echt stevig op haar benen staan. We liepen toen naar boven, de trap op. Bij de bovenste tree van de trap stopte hij en weer naar de kamer van mijn moeder en zei dat er iets naar binnen is gerend. We liepen toen naar de kamer en heel voorzichtig maakte hij de deur open. Hij keek nog even rond in de kamer en liep toen naar de deur van het bad en toilet. Hij plaatste zijn hand op de deur en liet het zo gauw weer los als toen hij zij hand erop zette. Hij keerde zich om en keek naar het bed. “Triest…triest…dit is een gedachten spel…lag je vader op het bed toen hij overleed?”, vroeg hij toen. Ik knikte van wel. “Maar u weet wat met hem was gebeurd?”, vroeg ik aan de meneer. “Ik kan je zeggen dat het een gedachten spel was…je vader heeft iets gezien dat hij niet mocht zien en deze hier…”, zei hij, als opeens de deur van het bad en toilet openging. “Deze hier was jaloers op je moeder”, zei hij toen serieus. Opeens hoorden we gelach…heel zacht, maar het kwam uit de badkamer. De man liep naar de deur en gooide een paar witte ringen voor de deur en een beetje naar binnen. Op hetzelfde moment ging alles aan in de badkamer. Kranen, douche, toilet spoelde door…alles ging aan. “Deze is sterk, maar er zijn meer”, zei hij terwijl hij en ik liepen naar de badruimte. Hij liep naar elke kraan en maakte alles dicht, behalve de douche in de douchecabine. “Er is iets open gemaakt hier…een dimensie is open”, zei hij opeens heel serieus. Op het glas van de cabine, maakte hij kruizen en sprak een gebed op. Gooide een paar van die witte ringen over de glazen muur van de cabine heen zodat het terecht kwam op de vloer in de douche.
Toen hij helemaal klaar was met alles, gingen we terug naar beneden en mijn moeder had een flinke waarschuwing van die man gehad. “Laat de dode dood zijn voor jou als levende…zoek niets meer in het rijk der doden, anders kan je in hele grote problemen komen”, zei hij vermanend. “Ma, zie je…ik had je gewaarschuwd”, zei ik. Ik vroeg hem als de dingen uit het huis waren, maar hij zei dat hij nog een keer zal moeten langslopen met een groepje om de poort te sluiten. Voor nu is er een afbakening en kan niets eruit of erin. “Maar wat bedoelde u toen u zei dat die ene jaloers was op mijn moeder?”, vroeg ik toen. “Dat is een beetje een moeilijke vraag, omdat ik niet echt gecommuniceerd heb met die entiteit. Maar ik kan veronderstellen dat je ouders heel goed op elkaar waren, maar iets is meegekomen met je vader en heeft hem beïnvloed met het noodlottig gevolg van dien”, zei hij en voegde eraan toe, “de reden van zijn keus kan ik ook niet weten…ik veronderstel alleen maar…wat ik wel kan zeggen is dat hij helemaal niet meer hier in het huis was, ook toen hij nog in leven was.”
Mijn moeder liet nu echt helemaal los. Ze werd niet helemaal oude maar wist een nieuwe baan te vinden. Ik kan niet verder gaan met zoeken naar andere redenen voor de dood van mijn vader. Maar ik kan me wel erin berusten en hetzelfde heeft mijn moeder ook gedaan. Ik kan tot de conclusie komen dat mijn vader, toen hij nog in leven was en zijn auto voor de poort parkeerde die bewuste dag, niet zichzelf was. Als iemand dit hem heeft aangedaan of iemand iets voor hem had gestuurd…let wel…Karma is a bitch.