#SpukuTorie 592015 Het begon allemaal op een sombere dag. Ik had heel veel moeten ondervinden en leren om te zijn waar ik nu ben. Weet iemand wat een psychologisch afweermechanisme is? Ik denk dat een paar onder jullie het wel zullen weten. Er is iets in mijn leven gebeurd, waar ik zo een afweermechanisme ben gaan creëren voor mezelf. In de psychologie noemen ze het “Loochening” (dat is het ontkennen van de realiteit om je heen). Jullie zullen het misschien wel begrijpen als dit verhaal ten einde komt, maar houdt in gedachte dat ik niet helemaal sterk ben in mijn geest, in mijn psyché…dit, dankzij de gebeurtenis.
Maar het begon op een sombere dag. Een dag waarop ik iemand dierbaars ben gaan begraven. De persoon was zo belangrijk voor me en was een ontzettend groot deel van mijn leven. Maar ik kon niet meer rationeel denken. Ik observeerde ook niet meer objectief. Ik geloofde niet dat de persoon dood is. Ik loog tegen mezelf dat de persoon overleden was. Ik had verschrikkelijk gehuild bij de begrafenis en toen ik voor de kist stond zakte ik door mijn knieën. “Waarom…waarom?”, gilde ik door de aula heen. Niemand hoefde bij mij op bezoek te komen, ook al drongen ze aan om me te komen zien. Ik wilde niet…ik wilde geen herinneringen kweken aan de desbetreffende overleden persoon, als ik iemand anders zou ontmoeten of zien, die ook bij de begrafenis was.
Nadat het laatste metselwerk over de betonnen plaat was gegooid, baande ik me een weg tussen alle graven. Ik hoorde de mensen mij roepen maar ik luisterde niet. Ik zag mijn man toen in de verte naast mijn auto staan. Ik rende naar hem toe en vroeg hem om gelijk in te stappen; “laten we weg gaan van hier Terence”. Ik maakte de autodeur open en stapte erin. Mijn man zat gelukkig al en staarde een beetje somber naar het met graven bezaaide grond. Ik startte mijn auto en we gingen weg…naar huis. De hele weg naar huis hebben we geen woord gerept over hetgeen ik heb meegemaakt bij de begrafenis. Misschien wilde mijn man er ook niet over praten, dus maakte ik zijn hoofd niet moe. Ik stopte bij ‘Warung Istana’ om zijn favoriete eten te kopen zodat hij kan eten als we thuis zijn aangekomen.
Toen we thuis waren aangekomen, liep ik direct naar binnen en opende de voordeur van mijn woning. Mijn man zat nog steeds in de auto naar het niets te staren. Hij zal wel binnen komen als hij een beetje tot zinnen is gekomen. Ik voelde me weer een beetje prettig en kon zelfs een liedje zingen die voor mij veel betekenis heeft, omdat mijn man en ik hebben gedanst op hetzelfde nummer, bij onze eerste date. Maar enfin, ik schepte zijn eten uit, plaatste het op tafel en dekte het af met een ander bord. Ik wist toen dat hij al boven was want ik hoorde de douche van de badkamer. Ik zette het muziek was luider en ging naar boven om een fris bad te nemen. Toen ik in de kamer, bezig was mijn kleren uit te doen, hoorde ik de douche stoppen. Ik was blij dat hij tenminste een beetje is gaan opfrissen, na zo een sombere dag. Misschien lag het aan mij, maar de badkamer was kurkdroog. Hij zal de badkamer hebben gedroogd met een dweil of zijn eigen baddoek. Toen ik in de badkamer was hoorde ik iets vallen en kapotgaan beneden. Ik droogde mezelf halfjes af om te gaan kijken wat er precies gebeurde, maar het was zijn bord met eten dat op de grond lag. Mijn man zal nog boos zijn om het hele gebeuren van vandaag, dus liet ik dit maar over me heen gaan. Ik riep zijn naam, maar hij was nergens te bekennen…hij is zeker gewoon een stukje gaan lopen.
“Ga je daar naar me staan kijken Terence…kom liggen”, riep ik half slapend naar hem toe, toen hij in de deuropening stond. Ik voelde mijn het bed schudden en viel gelijk in slaap, omdat ik me veilig voelde wanneer hij erbij is. Gedurende de nacht werd ik wakker om naar de wc te gaan, maar ik merkte op dat hij niet meer in bed lag. “Zou hij beneden zijn in de woonkamer?”, dacht ik in mezelf. Ik liep de trap toen af en keek in de donkere woonkamer maar zag niemand daar. Ik maakte alle lichten aan en heb de gehele begane grond afgekamd…’nada’. Ik hoorde de deur van mijn kamer dichtslaan en rende direct naar boven…”hij ligt zeker weer op bed”…maar toen ik de kamerdeur open maakte, voelde ik een koude windvlaag lang mijn gezicht slaan. Ik voelde me direct misselijk en draaierig. Toen ik me zo beroerd begon te voelen ben ik op het bed gaan liggen en ben zo in slaap gevallen tot de volgende ochtend. Maar toen ik wakker werd zag ik een donkere gedaante vanuit de hoek van het plafond naar me kijken. Het zag eruit als iets dat heel lang haar heeft maar met snel bewegende en trillende vingertoppen. “Terence”, gilde ik luid en trok de deken over mijn hoofd. Ik hoorde beweging vanuit die hoek, voetstappen en een vreemd gegorgel. De deken werd opeens van mijn lichaam weggetrokken…Terence stond voor het bed en keek me aan. Ik was toen zo blij dat hij bij me was. Hij liep de kamer uit en zei: “honger”.
Terence en ik hadden nu reeds twee weken, zonder echt met elkaar te hebben gesproken, doorgebracht. Hij at bijna nooit thuis, ondanks ik elke dag eten voor hem plaatste. Hij was zo stil dat ik niet kon begrijpen waarom, maar belangrijk voor mij is, dat ik bij hem kan zijn en hij bij mij. Ik had niemand toegelaten tot mijn huis, maar mijn beste vriendin en kennis zou langskomen en haar kan ik absoluut niet weigeren. Angela had mij voor het laatst op de begrafenis gezien. Het zal goed zijn om haar nog eens te zien. Toen Angela aankwam gaf ze me een innige warme omhelzing en keek me diep in mijn ogen aan en vroeg: “Henna, lukt het met je?” Ik zei dat ik het goed maak en dat Terence alleen een beetje vreemd deed de laatste tijden sinds de dag van de begrafenis. Toen ik de blik in Angela’s ogen zag, wilde ik direct weer dichtklappen. Angela is een goed mens en ik weet dat zij tot nu toe de enige persoon is die ik kan vertrouwen omdat ik weet dat ze me nooit in de steek zal laten. Maar toen ze me weer vroeg: “Henna, lukt het wel met je…vooral met het verlies van je man?”. “Henna je moet hulp zoeken…ik kan je brengen als je niet zelf durft te gaan”, zei ze op serieuze toon. En als een weergalmende echo ging de zin “-vooral met het verlies van je man- “door mijn hoofd en de flitsen kwamen tevoorschijn. Ik begon van oncontroleerbare emoties te barsten in tranen van pijn en woede…”Terence in hier met mij”, gilde ik luid, “Hij is hier!!!”. Angela greep me vast terwijl ik in tranen uitbarstte op haar schouder. “Terence is niet hier Henna…laat hem rusten Henna, ‘come on’…laat Terence rusten”, zei ze op rustige toon. Opeens viel het bord met eten van de tafel. Het bord brak in stukken. Angela schrok en keek me aan met verwarde ogen: “Henna, zeg me a.u.b. niet dat je Terence hebt gezien hier in je huis”. Ik vertelde haar dat ik niet weet wat ik zag, maar dat ik me zeker verbeelde dat Terence in het huis was. Vandaar dat ik eten voor hem zette. “Sinds wanneer zet je eten Henna?”, vroeg ze mij. Ik vertelde haar dat het gebeurde sinds de dag van de begrafenis. Angela maakte een afspraak om me de maandag ochtend naar PCS te brengen voor een afspraak. Ik had die professionele hulp nodig om tenminste normaal te kunnen functioneren binnen de maatschappij.
Ik ben bij de psycholoog erachter gekomen dat ik een afweermechanisme hebt gebruikt, om mijn leed te vergeten. Ik leefde zodanig in de eigen leugen, dat ik geloofde dat mijn man bij mij was, al die tijd. Ik kreeg heel wat medicijnen en ik kreeg een consultatie begeleider die mij op weg zou helpen om weer mezelf te worden. Ik begon langzamerhand te beseffen dat ik alleen verder moet in dit leven. Dat mijn partner kwam de overleiden was buiten mijn doen…God heeft dat bepaald en daarmee moet ik leren dealen. Beetjes bij beetjes kon ik alles een plek geven in mijn hart. Het was een zware maar ook positieve leerweg, maar ik had gauw door dat er toch iets is dat me dwars zat. Ondanks de medicijnen, kon ik duidelijk horen dat elke dag de douches tegen een vaste tijd opengedraaid word. Mijn eten bleef niet lang goed, al heb ik het maar voor een uurtje buiten gelaten om af te koelen. Ik leerde toen van Angela dat ik een peper moet zetten op mijn eten…ik hoefde het zelf niet op te eten, maar zorgde er wel voor dat het eten niet zo snel bedierf. Alles leek vanaf toen de goede kant op te gaan totdat ik een nacht wakker werd doordat mijn deken van mijn lichaam was getrokken. Daar stond Terence voor mijn bed met een grijns op zijn gezicht terwijl hij zijn lippen likte…”honger”, zei hij opeens.
Ik ben nu helemaal de oude na een “was-prati” en een huis inzegening. Het ding dat zich voordeed als Terence is er niet meer.
El Dorpha “Admin Collectief”