#SpukuTorie 1062015 Je hebt van die mensen die zich alles kunnen herinneren. Ik bedoel dan letterlijk alles. Vanaf baby, kan ik me herinneren dat ik soms aan de borst van mijn moeder zat. Ik kan me de blauwe spijlen van het baby bed voor de geest halen. Ik kan me de kamer voor de geest halen, het waren allemaal fracties van momenten die ik me goed kan herinneren. Dit zijn allemaal de mooie momenten, maar daarentegen kan ik me ook minder mooie dingen herinneren. Ik kan me herinneren dat ik op de vloer werd gezet, werd opgetild, werd gebracht naar de keuken en zelfs een keer naar het raam met zicht op het donkere achtererf bezaaid met manja’s en sapakara’s. Ik denk dat ik nog geen 5 maanden oud was. Ik heet Joella. Ik ben 1 van die mensen met een fotografisch geheugen. Oh ja…de dingen die ik daarnet heb opgenoemd, zijn maar een paar van de vele momenten die zijn geprint in mijn geheugen. Hieronder zal ik een paar van deze dingen belichten en hoop dat ik niet de enige ben die zulks heeft ervaren.
Ik werd een nacht wakker in mijn baby bed en keek naar de ramen van de kamer en zag dat het donker buiten was. In het midden van de kamer was er een gele gloeilamp aan het plafond en in de hoek was er een grote fles met daarin van die lange grasstengels met hangende grijze haartjes eraan. Ik kon me toen nog niet keren omdat ik daar nog te jong voor was. Maar ik kon wel zien, al was het niet zo helder, ik kon dingen opvangen en herkennen. Maar die nacht, aan de andere kant van de ramen, gluurde een donkere schaduw naar binnen. Het leek alsof het “picaboo” met mij aan het spelen was. Ik weet dat ik erop reageerde omdat ik mijn lichaam voelde schudden. Het leek voor mij, eerlijk gezegd, alsof ik kon communiceren met die schaduwman die aan de buitenkant stond van het raam. Wanneer ik hem niet meer zag gluren, keek ik nu naar de fles met de grasstengels die precies naast het raam stond. Ik zag de haarachtige dingen aan de stengels bewegen en ik kon de vorm van iets donkers zien. Het was volgens mij een hoofd, maar het was zo zwart, dat ik geen gezicht kon zien. Ik weet dat ik toen begon te huilen en mijn zicht werd wazig van de tranen. Ik stopte op een gegeven moment met huilen, omdat ik werd opgetild en gesust terwijl ik door de kamer werd gebracht. Maar het was niet mijn moeder, omdat ik haar geur kende. Dit had wel een geur, maar het was de geur van drassig zand en bedorven mango’s en mangobladeren. (Degenen met mangobomen op het erf zullen wel begrijpen wat ik bedoel.) Ik werd toen in de hoek van de kamer gebracht en op de koude vloer gezet. Ik zag het plafond en de haarachtige stengels voor mijn ogen, terwijl de schaduwman door de haren van de stengels “picaboo” met me aan het spelen was. Maar de stenen vloer was te koud voor me en ik begon weer te huilen en als mijn hoofd zich draaide, kon ik vanuit dat punt het blauwe metalen baby bed in de verte zien. Op een gegeven moment ging de deur open en ik hoorde mijn moeder schreeuwen toen ze in het bed keek. Ik zag haar naar me toe rennen en tilde me ruw op, waardoor ik nog harder begon te huilen. Haar woorden waren: “Laat me baby met rust…laat me baby met RUUUUUST!”
Ik zat aan de borst. Het was volgens mij overdag want alles was vel verlicht. Mijn moeder was een lied voor me aan het zingen terwijl ze mij voedde. Maar over haar schouder zag ik diezelfde schaduwman “picaboo” met me aan het spelen. Het was zo zwart dat het leef alsof het een 1-dimensionaal gezicht had. Echt als de vorm van een schaduw tegen de muur. Mijn moeder kon hem niet opmerken, omdat ze gewoon door bleef zingen. Ik sloeg nog op de borst van mijn moeder, doordat ik reageerde op de schaduwman. Mijn moeder zei toen: “Wie is mama’s lieveling, dat-ben-jij.” Toen haalde ze mij van de borst en hield me zodanig dat ik nu regelrecht in het gezicht van de schaduwman kon kijken. Maar hij dook achter het bankstel heen en kwam niet meer naar boven. Mijn moeder bracht mij toen naar de blauwe kamer, waarin mijn blauwe spijlen baby bed in zat. De kamer had trouwens dezelfde kleur als het bed. Het was niet de kamer met de grote fles en de harige stengels, het was een andere kamer in het huis. Ik denk dat ze me heeft verplaatst, omdat ze wist dat er iets in de kamer was. Als de deur van de kamer opstond, had ik zicht op een deel van de keuken en een deel van de badkamer. En vanuit de hoek van de badkamer, zag ik diezelfde zwarte schaduwman gluren en het deed hetzelfde spelletje met mij. Ik werd toen weer opgetild en naar de keuken gebracht. Ik kon de verroeste metalen poten van de tafel en de stoelen ruiken, terwijl ik de onderkant van de tafel kon zien. Ik weet niet hoelang ik daar heb gelegen, maar ik hoorde mijn moeder weer schreeuwen en dingen zeggen terwijl ze huilde. Ik werd opgetild en naar buiten gebracht door mijn moeder, terwijl ze iemand aan het roepen was. “Miemie en Mommie (Het kan ook zijn geweest Minnie en Monnie).” Ik was in een andere omgeving omdat het ook anders rook. Er waren twee vrouwen die constant met me speelden en die lachten. Als ik nu eraan denk, moeten het vriendinnen of kennissen van mijn moeder zijn geweest, die in de buurt woonden. Ik heb ook daar geslapen, want toen het donker was geworden had ik nog bij mijn moeder aan de borst gezeten in het andere huis. Ik kan me de geur van iets herinneren dat het karakter had van muskietenkaars.
Ik werd wakker op een heel groot bed, met kussens om me heen. Ik zag een mevrouw over me heen kijken en zei: “Oh je bent wakker Joella Joella Joella.” Ik was verhuisd naar het huis van mijn wijlen oma. En de mevrouw die over me heen keek was mijn tante…zusje van mijn moeder. Ik kreeg geen borst meer en ik kon mijn moeder ook niet meer aanvoelen of ruiken. Het was nu mijn tante en oma waar ik aan gewend begon te raken. Mijn moeder was weg. Mijn oma was bijna altijd met mij bezig geweest. Ze zong me liederen, bracht me naar buiten en ze was er ook altijd wanneer ik in slaap viel. Ik werd ouder en groeide op als een rustig meisje, opgebracht door mijn tante en mijn oma. Het viel me nog niet op dat mijn moeder er niet was en dat ik al die jaren alleen werd opgevoed door oma en tante. Maar er waren ook nog andere mensen in het huis. Die zwarte schaduwman had ik in geen jaren gezien en op mijn zevende jaar kwam hij weer tevoorschijn. Maar dit keer was ik me al bewust van het herkennen van mensen zoals mijn tante en mijn oma. Dit, de schaduwman, was geen mens. Ik vertelde het aan mijn oma, dat de man in de kast van tante me bang maakte en dat hij me aanraakte aan mijn voeten. Mijn oma pakte altijd alles rustig en nuchter aan. Ze liep met mij mee naar de kamer van tante, waar ik in sliep en ik wees haar de deur van de klerenkast en zei: “Daar oma…hij maakt die deur open en dan komt hij me aan mijn voeten trekken.” Mijn oma stelde me gerust en zei dat ze die man voor me zal wegjagen zodat hij nooit meer kan komen. Oma plaatste dingen aan de bovenkant van de raam- en deurkozijnen. Het was een lege leverpastei blikje, met daarin een ei en ernaast een lemmetje. Ik vond het altijd vreemd en keek soms uren naar de eieren en lemmetjes die op bijna alle kozijnen in het huis stonden. Maar of ze hadden geholpen? Neen, want niet lang daarna was die schaduwman terug, maar dit keer was alles anders. Hij kwam met een geluid, als een gezoem. Ik wist dan direct dat hij in de buurt was, maar het lastige ervan is dat ik me concentreer op het geluid van het gezoem en dit maakte dat ik me niet kon verroeren. Ik kon alleen mijn ogen openmaken en ademen. Dit gebeurde als ik op bed lag en het maakte niet uit in welke houding ik lag op het bed, ik zat altijd vast als ik het geluid hoorde. Ik maakte dit voor het eerst mee, terwijl ik lag op mijn rug op het bed. Ik had zicht op de kamerdeur die half openstond en vanuit de deuropening keek het naar binnen. De schaduwman speelde geen picaboo meer, zoals ik dat gewend was. Het liep regelrecht de kamer binnen en kwam naast mijn bed staan. Ik voelde mijn lichaam tintelen, precies alsof er stroom door mijn lichaam ging. Ik begon nu pas echt bang en paniekerig te worden, omdat ik dit keer niet kon wegrennen, laat staan bewegen. Ik zag het donkere gezicht helemaal voor de mijne komen. Ik kneep mijn ogen hard dicht en begon ertegen te vechten. Ik wilde loskomen…ik moest loskomen. Ik probeerde om aan 1 zijde te rollen, maar ik zat zo vast in de greep dat ik niet eens mijn vingers kon bewegen. Maar ik gaf alles wat ik kon…toen ik eindelijk kon omkeren, werd ik wakker met een schok en ik lag nog steeds op mijn rug. Maar ik was niet meer in mijn kamer. Ik lag op het bankstel in de woonkamer. Ik begon mijn oma te roepen, terwijl ik opzat en in het donker tuurde. “Meiske, waar ben je”, hoorde ik haar roepen, terwijl ze de lichten begon aan te maken. “Oma, die man was weer hier en hij heeft me hier gebracht om te slapen”, huilde ik. Mijn oma omhelsde mij en zei me dat ik niet bang moet zijn voor die man. Ik heb toen bij oma geslapen die avond.
Het werd niet beter met mij. Die schaduwman was er overal en zodra ik wilde slapen en het geluid hoorde, werd ik bang. Ik begon toen heel slecht te slapen voor een meisje van zo een jonge leeftijd. Nachten bleef ik wakker, omdat ik bang was om vast te zitten in zijn greep. Ik kreeg slapeloze nachten en ik begon hierdoor heel erg ziek te worden. Mijn routine was zodanig verstoord, dat ik op school in slaap viel. Mijn prestaties gingen achteruit en ik begon verder en dieper achteruit te gaan. Een opa, iets verderop in de straat, kwam naar me kijken en hij gaf me wat te drinken dat de smaak had van melasse. Hij begon toen het hele huis te beroken met een sigaar en dat deed hij ook met mij. Hij keek opeens naar mijn oma en zei: “Waar is haar moeder…dit komt van die moeder.” Ik zag toen mijn tante komen en bracht de man naar buiten en terwijl ze zo spraken kon ik bepaalde dingen horen. Ik ving op dat ze spraken over het vorige huis en dat mijn moeder een drugsverslaafde is en niet voor me kon zorgen. Ze zijn mijn moeder gaan ophalen helemaal op Commewijne. Toen ze haar terug brachten, kon ik haar weer zien. Ze had een afro en een gele jurk met witte balletjes aan. Ze rende naar me toe en tilde me op. “Ik hou van je…ik hou zoveel van je…”, zei ze al huilend. Mijn moeder zei dat ze mij naar de kerk zou brengen omdat Jezus redt. Mijn moeder was vanaf dat moment weer in mijn leven. We gingen naar de samen naar de kerk. Ze bracht me naar school en crèche als zij naar het werk ging bij Postkantoor. Mijn moeder was weer in mijn leven en de schaduwman…die was weg.
Mijn moeder was een “stratie-s’ma”, een rebel van het gezin, het zwarte schaap. Ze was inderdaad aan de drug en was geen koekje bij niemand. Maar toen ze mij kreeg, was ze dieper in de put gezakt omdat mijn vader haar toen had verlaten. Mijn moeder had niet door dat ze iets had meegenomen of opgeroepen in haar tijd van onrust en wanhoop. Het ding, die schaduwman, was door haar in mijn leven gekomen. Het gaf mij meer aandacht en begon zich te binden met mij. Mijn moeder heeft mij bewust afgestaan aan mijn oma en tante, zodat ze kon afkicken ergens op Commewijne. Het heeft jaren geduurd voordat ze helemaal was hersteld, maar toen ze hoorde dat ik nog steeds last had van die schaduwman, is ze gelijk meegekomen met mijn tante. Door gebed, hebben ze die macht verbroken die zich had gekoppeld aan mij vanaf ik baby was. We maken het tot nu toe goed. Dit waren een paar van mijn ervaringen met iets dat ik noemde “De Schaduwman”. Ik heb al jaren geen slapeloze nachten meer.