#SpukuTorie 582015 Mijn verhaal is vreemd…bun vreemd. Ik begin alvast te zeggen dat ik van geluk mag spreken als ik dit verhaal schrijf. Mijn naam is Leandro en ik zal proberen te omschrijven wat ik heb ervaren en wat ik me nog kan herinneren van de gebeurtenis.
Het was een regenachtige zaterdag middag en ik kwam van de Combe Markt op weg naar huis. Om snel op de Kwattaweg te komen, had ik besloten de Ringweg te nemen. Ter hoogte van een soort brug over de kreek, voelde ik iets heel vreemds gebeuren met mij. Mijn auto schokte plotseling en ik sloeg heel lichtjes mijn hoofd tegen de zijruit. Het was niet als zodanig dat ik de controle over het stuur zou verliezen, maar het was wel vreemd dat mijn auto schokte. Ik weet dat ter hoogte van die brug, er geen gaten zijn in de weg. Nou niet erg. Ik reed door in de regen op weg naar huis. Ineens viel het me op dat ik al bijna 10 keer dezelfde kakantri-boom was gepasseerd. Ik stopte aan de kant van de weg en keek door de harde stortbui naar buiten, maar ik kon niet alles duidelijk waarnemen vanwege de regen. Ik trok weer op en begon te rijden…en daar zag ik de kankantri-boom weer in de verte uitsteken.
Ik dacht dat ik aan het hallucineren was en probeerde bepaalde dingen op logische manier te verklaren, maar het was vreemd. “Gebeurt dit met velen die op de Ringweg rijden?” of “Is dit iets dat alleen ik nu meemaak”, dacht ik luid op. Mijn hand ging op de richtingwijzer en ik sloeg gewoon uit het hoofd linksaf. Ik stond stil voor de poort van mijn huis aan de Armandstraat. Ik heb volgens mij op automatische piloot gereden. Hoe kan ik van de Ringweg zo plotseling aan de Kwattaweg zijn in de Armandstraat. Dit alles ging mijn verstand te boven. Ik was zeker moe. Ik stapte uit de auto en rende in de regen naar de poort om het open te maken. Toen ik terug in de auto was en begon te rijden de poort in, zag ik in de verte weer de kankantri-boom…ik was op de Ringweg. Ik merkte dat mijn kleren niet nat waren van de regen van daarnet. Ik weet niet wat er gebeurde maar ik begon angstig te worden om het feit dat ik zo objectief mogelijk probeerde waar te nemen en te observeren wat er precies gebeurde. “Wat doe ik weer hier, WTF gebeurt er met me”, schreeuwde ik luid in de auto.
Ik stond plotseling zonder reden op uit de stoel van mijn auto en stond op mijn bed. Ik keek verward in het rond en verzekerde me ervan dat ik gedroomd had. Ik keek naar de tijd op de klokradio op mijn nachtkast en zag dat de digitale nummers op 14:23 stonden, maar de dubbele punt tussen de nummers knipperde niet. Ik liet mezelf vallen op het bed, maar alles ging zo langzaam. Ik kwam met een zachte plof op mijn matras terecht. Ik ben toen gaan zitten aan de rand van mijn bed en plaatste mijn voeten op vloer…ik keek naar de vloer toe en zag dat ik ‘patta’s’ aan had. Mijn sport ‘patta’s’. Ik keek op en zag dat mijn handen het stuur van mijn auto vasthielden, terwijl het verschrikkelijk hard regende buiten. Ik zag een kakantri-boom en wist toen gelijk dat ik aan de Ringweg was. Ik hoorde gelach van mensen op de achterbank van mijn auto en toen ik in de achteruitkijkspiegel keek, zag ik vrienden van mij. Dominique en Moreno. Mijn vrienden die ik iets eerder op de dag thuis had gezet nadat we van de gym zijn gekomen. “Yo Domi anga Reno ofa manne”, zei ik, terwijl ik even een blik wierp op de weg. Het was toen weer stil. Toen ik weer keek in de spiegel, zat er niemand achter mij…niemand op de achterbank.
Ik voelde me opeens koud en kreeg een pijnlijk gevoel, alsof iemand met een koude vork bezig was lijnen te trekken op mijn borst. Ik zag de brug over de kreek die de twee Ringwegen verbindt en stopte ernaast, precies op de berm langs de kreek. Ik hield mijn borstkas vast en schreeuwde het uit van de pijn. Alles werd opeens langzamerhand helemaal donker en zwart. Het werd zo stil dat het pijn deed in mijn oren. Je weet toch, wanneer het zo oorverdovend stil is…. Ik voelde opeens de pijnlijke steek aan de zijkant van mijn borstkas en weer eentje aan de bovenkant op mijn borstkas. Bij elke steek voelde ik de zwarte donkere ruimte schokken. Bijna dezelfde schok die mijn auto maakte heel in het begin. Ik voelde weer een steek en opeens hoorde ik geluid. Al was het heel ver of vaag, maar ik hoorde geluid. Alles was ineens oorverdovend luid, maar een stem kwam wel door het “lawaai” heen en zei: “Maak je geen zorgen man, welkom terug, je bent in goede handen”…”Hoor je me kerel? ”…”Wat is je naam…weet je hoe je heet? ”…Ik gaf toen antwoord: “Leandro, ik heet Leandro”. Ik hoorde hem toen vragen of ik mijn ogen kon openmaken en wilde kijken naar zijn vingers. “Hoeveel vingers heb ik op”, hoorde ik hem zeggen. Ik maakte mijn ogen langzaam open en daar zag ik dan de donkere lucht verlicht in blauwe en rode knipperende kleuren. “Waar ben ik?”, vroeg ik stotterend aan hem. “Zeg me eerst hoeveel vingers je ziet jongeman”, zei hij. “Ik zie 3 vingers, 3”, zei ik. Ik hoorde hem toen zeggen: “Goed zo…we tellen even tot 3 en dan zetten we je in de ambulance…je was betrokken bij een aanrijding Leandro…maar je bent er”. Ik werd overgezet op een smal bed nadat men tot 3 had geteld en ik zag opeens dat ik in een ambulance was gezet die al loeiend begon weg te rijden. Er waren mensen in de ambulance die bezig waren met een hele hoop dingen die ik niet begreep, maar ik voelde me wel veilig.
Ik breng nog weleens een bezoek aan de verbindingsbrug tussen de twee Ringwegen, de plek waar mijn auto ‘total-loss’ was aangereden door een truck. Ik ben blij dat ik nog in leven ben en dat ik hier mag zitten achter mijn laptop en dit verhaal kan schrijven. Ik weet ook dat ik niet alles kan verklaren wat ik heb meegemaakt toen ik weg was. Ik was weg zoals ik heb begrepen van de mensen die mij hebben geholpen die dag. Maar ik ben teruggekomen. Teruggekomen met een gave.
El Dorpha “Admin Collectief”