Een Onverwachte Verhuizing naar Abra Broki
“We zullen weer moeten inpakken,” zei mijn moeder bezorgd en neergeslagen. Dit wordt de 8ste keer dat we gaan verhuizen. Het is best lastig als je geen eigen huis hebt. Mijn moeder is een alleenstaande vrouw met 4 kinderen. Ik heet Lucia, en dit is mijn verhaal. Nadat we hadden vernomen dat we moesten verhuizen, hadden we binnen een week een andere huurwoning gevonden op Abra Broki. De eigenares woonde beneden, en wij konden onze intrek nemen in de bovenwoning. Het was ruim, en gelukkig reed de bus in de straat, dus kon ik me gemakkelijk verplaatsen.
Een Onheilspellende Buurvrouw en Vreemde Blikken
Vanaf het moment dat we in het huis waren ingetrokken, keek de buurvrouw die naast ons woonde, ons altijd aan met een gemene blik. Het leek erop alsof ze wilde zeggen: “Ik zie wel hoelang jullie in het huis zullen wonen.” De eigenares was een lieve gepensioneerde vrouw en was blij dat ze het huis kon verhuren aan iemand met kinderen, aangezien haar enige zoon in het buitenland woonde.
Ongewenste Bezoekers en Vreemde Voorvallen
De eerste 4 weken leefden we in alle rust, maar in de 5e week begon de ellende. Het was mijn laatste schooldag, en ik was alleen thuis. Mijn moeder was naar het werk, en de anderen waren naar school. Ik zou ’s middags naar school gaan en zat in de woonkamer een boek te lezen toen ik opeens het keukenraam dicht hoorde klappen. Ik stond op om de haak vast te maken, omdat ik dacht dat het raam niet goed was gesloten. Ik liep naar de keuken en zag dat het raam wel dicht was. Ik zocht er niets achter en liep terug naar de woonkamer. Dichtbij de bank struikelde ik, en het leek alsof er garen voor mijn voeten was geplaatst, waardoor ik viel. Ik keek onder de bank en liep even terug om voor de zekerheid te voelen of er garen verwikkeld was, aangezien mijn moeder gisteren bezig was geweest met een knoop aan haar bloes. Ik zag geen garen.
Ik ging weer op de bank zitten en voelde dat iemand onopgemerkt mijn linkervoet greep ter hoogte van mijn hiel. Ik sprong op en dacht dat mijn zusje het huis stilletjes was binnengekomen en een grapje wilde uithalen. Met een glimlach zei ik: “Jullie weten toch dat niemand mij bang maakt met zulke flauwe grappen. Integendeel, jullie worden bang als ik jullie bang maak, dus kom maar tevoorschijn.” Ik keek onder de bank en zag niemand. Ik hoorde voetstappen in de gang rennen. Ik stond op en liep door het huis op zoek naar de “dader”. Uiteindelijk bleek ik alleen thuis te zijn.
Plotseling riep de eigenares mij en vroeg of ik even met haar wilde zitten, omdat ze zich verveelde. Ik sloot de deur en ging bij de eigenares zitten om haar gezelschap te houden. Ik stelde haar enkele persoonlijke vragen en vroeg ook wie de vorige huurders waren. Ze vertelde dat er een zakenman boven woonde die het huis voor privégebruik verhuurde, oftewel hij bracht zijn minnaressen daar naartoe. Hij had het huis zonder goede reden opgezegd. Ik vroeg ook waarom de buurvrouw altijd zo boos keek als ze langsreed of de trap opging en ons met een negatieve blik bekeek. De eigenares vertelde me dat haar zoon, die in Nederland woont, dit perceel en huis van de broer van de buurvrouw heeft gekocht. De buurvrouw wilde het kopen, maar haar broer wilde niet verkopen. “Ze had ook aan mijn zoon gevraagd of hij het perceel aan haar wilde verkopen, maar mijn zoon weigerde,” zei ze. Daarom gedroeg de buurvrouw zich vijandig.
Kort daarna kwam mijn moeder aanlopen, en ik begroette de eigenares en nam afscheid van onze korte ontmoeting, en zei dat ik later weer langs zou komen. Ik opende de deur en vertelde mijn moeder lachend dat er iets mis was met het huis en wat ik die ochtend had meegemaakt. Omdat ik lachte, nam ze me niet serieus. Ze keek me geïrriteerd aan en zei dat ik niemand bang moest maken en moest stoppen met die verhaaltjes. “Jij maakt altijd zulke dingen mee,” zei mijn moeder sarcastisch.
Vreemde Voorvallen Escaleren: Een Ominieuze Ervaring
Op zaterdagochtend, toen ik half slapend de kamer uitkwam, zei mijn moeder: “Je weet dat ik er niet van houd als je op de bank ligt en dan ook nog de televisie aan laat staan. Haal de kussens van de stoelen er snel af.” Ik keek verbaasd naar haar en zei dat ik niet op de bank had gelegen. Ik voelde me niet lekker en was daarom vroeg naar bed gegaan. “Dan moet het wel Kevin zijn geweest (mijn oudste broer),” zei ik tegen mijn moeder. Even later kwam Kevin binnen, en mijn moeder vroeg hem of hij op de bank had gelegen. Hij antwoordde van niet. Hij was net thuisgekomen en had bij mijn tante geslapen omdat zijn bromfiets kapot was gegaan. Mijn moeder keek me boos aan en zei: “Na jouw streken weer, met je rare verhalen. Eerst je broertje, en nu jezelf.” Ze trok een pruillip en zei dat ik niemand bang moest maken.
Op zaterdagavond lagen we te slapen, en ik hoorde mijn zusje praten. Omdat het donker was in de kamer, omdat het licht uit was, keek ik in haar richting en dacht dat ze aan het dromen was. (Ik deelde een kamer met mijn zusje.) Ze zei: “Lucia, stop ermee. Waarom trek je aan mijn tenen?” Geschrokken antwoordde ik: “Wat zeg je? Ik lig al in bed. Waarom zou ik aan je tenen trekken? Kijk hoe ver mijn bed van jouw bed staat.” Ze sprong meteen uit bed en kwam naast me liggen. “Ik ben bang,” fluisterde ze. “Ik dacht dat jij me pestte.” Ze vertelde dat ze voelde dat iemand aan haar tenen trok en toen ze opkeek, leek het alsof die persoon onder het bed verdween. Omdat het donker was, kon ze niet zien of ik het was of niet. Ik kon daarna niet meer slapen omdat ik wist dat er iets mis was. Ik dommelde weg en werd wakker van een vreemd geluid. Vlak onder mijn raam (het leek alsof het geluid daar vandaan kwam) hoorde ik een geluid dat leek op het geluid dat uilen maken. Ik stapte uit bed, keek uit het raam en het geluid stopte meteen. Ik ging terug naar bed, en het geluid begon opnieuw. Ik besloot om niet nog een keer uit het raam te kijken en liet het voor wat het was.
De volgende ochtend vertelde mijn zusje het aan mijn moeder, die me opnieuw de schuld gaf dat ik anderen bang maakte, omdat mijn broertje ook had geklaagd. Hij zei dat hij iemand hoorde kloppen op zijn slaapkamerdeur en dat er niemand verscheen, hoewel hij bleef zeggen: “Kom binnen.” Toen hij ging kijken, zag hij iemand wegrennen. Hij ging naar de keuken en de woonkamer, maar zag niemand. Mijn moeder zei tegen mijn zusje dat ze naast haar moest gaan liggen “want er spoken hier rare dingen rond,” maar wat ik nu ga vertellen heeft mijn moeder me zelf verteld.
Mijn zusje en mijn moeder lagen al in diepe slaap toen mijn moeder voelde dat haar kussen en deken voorzichtig werden weggetrokken. Ze dacht dat mijn zusje dat deed en klaagde dat haar nachtrust verstoord werd. Kort daarna voelde ze het weer gebeuren en opende haar ogen om mijn zusje terecht te wijzen. Maar tot haar schrik keek ze recht in het gezicht van een lelijk “wezen”. Naast het “wezen” zag ze de schaduw van een lange man voorbijlopen. Uit schrik kon ze niet gillen, maar begon ze te schelden. Het “wezen” had de kleren van mijn broertje aan. Het “wezen” schold terug en zei: “Je zult met mij meegaan, en je zult in dit huis blijven.” Mijn moeder sprong op, en het “wezen” verdween in het niets. Ze was de hele nacht wakker en besefte dat ik serieus was en dat ik geen grappen maakte. Ik sliep ook, en opeens voelde ik iets rennen onder mijn bed. Ik keek even, en plotseling werd mijn matras opgetild. Ik sprong meteen op, zette het licht aan, keek onder mijn bed, maar zag niets. Ik zei: “God, bescherm me en houd slechte energieën weg. Niemand is machtiger dan U.” Daarna voelde ik niets meer en had ik een rustige nacht.
De Hulp van Mevrouw Eeltje: Een Wendepunt
De volgende dag nam mijn moeder contact op met mevrouw Eeltje, die veel kennis had van culturele zaken. Mijn moeder vertelde haar telefonisch wat er allemaal was gebeurd en dat ze het erg vond dat ze me eerst niet had geloofd toen ik het lachend vertelde. Ze vroeg of mevrouw Eeltje langs kon komen om te helpen. Rond 17:00 uur kwam ze bij ons thuis en liep ze door het huis. Ze sprak opeens tegen de dingen in het huis en zei: “Laat los… laat de kinderen met rust… ik zal jullie verdrijven… kwade krachten hebben geen plaats in dit huis.” Toen ze klaar was, riep ze ons bij elkaar en zei: “Deze entiteiten zijn gestuurd door de buurvrouw die naast ons woont. Ze wilde dat jullie zouden vertrekken, zodat ze het huis kon kopen.” Ik stond versteld van hoe goed zij op de hoogte was van onze situatie. Ze ging verder: “Haar doel was om het huis onbewoond te maken. Maar de entiteiten wilden niet weg omdat hun taak nog niet was voltooid. Jullie bevonden je nog steeds in het huis.”
Het Einde van de Nachtmerrie: Verlossing en Rust
Ze voerde een ritueel uit om de energie in het huis te zuiveren, en de ongewenste aanwezigheid verdween. Tijdens het rookritueel hoorden we voetstappen door het huis rennen, alsof de entiteiten verstoord waren. Plotseling keek mevrouw Eeltje naar de deur en naar de schutting van onze buurvrouw. Ik hoorde duidelijk geluiden alsof er iemand op de schutting klom. In totaal waren er 5 “bakru’s” en een lange man gestuurd om ons lastig te vallen. Elke “bakru” moest één familielid verstoren. Wat de rol van de lange man precies was, kon ik niet helemaal begrijpen. Terwijl mevrouw Eeltje naar de schutting keek, zei ze nog: “Kijk, kijk, ze gaan naar het huis van de buurvrouw.”
We woonden nog enkele jaren in dat huis, maar zijn uiteindelijk verhuisd naar ons eigen huis. De eigenares was overleden door natuurlijke oorzaken, en haar zoon had het perceel verkocht. In ieder geval niet aan de gemene buurvrouw.