Mijn naam is Lucy en woonde voor een korte tijd aan de Stoelmanstraat, dicht bij de brug van de Gongrijpstraat. Het was een onrustige avond, en de slaap leek ver te zoeken. Ik kon gewoon niet slapen. Om drie uur ’s ochtends kon ik niet langer in bed liggen woelen. In plaats daarvan besloot ik op te staan en wat schoonmaakwerk te doen. Mijn keuken was het doelwit van deze onverwachte wroko-bakru.
Terwijl ik de keuken aan het schoonmaken was, realiseerde ik me dat het keukenraam half open stond, zodat er wat frisse lucht binnen kwam. De luiken waren half gesloten, waardoor ik naar buiten kon kijken, maar slechts gedeeltelijk. Mijn jaloezieën had ik omhoog gelaten.
Na het schoonmaken van het aanrecht, wilde ik een flesje schoonmaakmiddel in het onderste keukenkastje plaatsen. Terwijl ik boog om dat te doen, keek ik automatisch naar buiten. Mijn blik viel op de achtertuin, waar iets ongewoons gebeurde. “Mi ai tuka nanga wan san’.”
Ik zag een gestalte staan, maar in eerste instantie dacht ik dat het mijn eigen schaduw was, veroorzaakt door het licht op het achterterras. Maar toen ik beter keek, besefte ik dat het niet mijn schaduw was. Het was een vrouw met zwart haar, gekleed in het wit. Haar schouders waren omhoog getrokken, terwijl haar onderkaak los leek te hangen.
Ik knipperde met mijn ogen en keek nog eens. Het was geen truc van het licht; het was een echte vrouw. Mijn hart bonkte in mijn keel, en voordat ik er erg in had, ontsnapte een luide kreet uit mijn mond: “A MPP YERE!”
De vrouw keek me aan met een glimlach op haar gezicht en gleed langzaam in de richting van de schutting die onze tuin scheidde van die van de buren. Ze leek volgens mij te zweven.
Ik haastte me naar de badruimte om haar te blijven volgen. Vanuit het raam van de waskamer zag ik haar zweven, zweven als een geest. Ik rende terug naar de keuken en stormde de trap op naar de slaapkamer om vanuit daar een beter zicht te krijgen, maar ze was verdwenen. Ik kon haar nergens meer zien.
Ik besloot de politie niet te bellen; het was te onwerkelijk, te moeilijk om uit te leggen.
De volgende dag sprak ik mijn buurman aan en vroeg hem of hij iemand had gezien in onze achtertuin. Hij lachte en schudde zijn hoofd. “Nee,” zei hij, “ik denk dat ik je wel heb horen schelden.”
Toen vertelde ik hem wat ik had gezien, en zijn lach verdween. Hij keek me ernstig aan en zei: “Welkom in de buurt.”
Ik heb na het voorval slechts enkele maanden daar gewoond. Nu is het mooie witte huis helemaal verlaten. Er woont volgens mij niemand in.
Het bleek dat de buurt gebouwd was op een oude begraafplaats. En wat ik had gezien, leek wel een ontmoeting met het bovennatuurlijke. Haar gezicht en die grijns staan nog steeds op mijn netvlies gebrand, een herinnering aan die vreemde nacht die ik nooit zal vergeten.
Ingezonden: Anoniem
Creatief Recht: LK
#Mysterie #Bovennatuurlijk #Ontmoeting #Verhaal #Begraafplaats