Het was vakantietijd, en samen met familieleden maakten we een trip naar Republiek. We waren op weg om de rest van de familie te ontmoeten, omdat ze een dag eerder naar Republiek waren vertrokken. Mijn naam is Ron, en dit verhaal speelde zich af in Republiek, om precies te zijn, op 23 oktober 2010. Deze dag zal ik nooit vergeten.
Iedereen was druk bezig met uitpakken, en terwijl een deel van de familie het eten klaarmaakte, besloot ik even een verfrissende duik te nemen in de koele kreek. Eindelijk, een welverdiend uitstapje tijdens de vakantie. Het waterpeil stond niet hoog en reikte tot aan mijn middel. Plotseling werd ik geroepen om te komen eten. Ik liep uit de kreek en keek nog even achterom omdat ik dacht dat ik iets hoorde. Er leek iets te zijn, maar toen ik beter keek, was er niets en liep ik maar verder naar ons huisje.
Nadat we hadden gegeten en een beetje wilden rusten in onze hangmatten, leek het alsof iemand in de hangmat van mijn neef lag. Het hing naar beneden alsof er iets in zat. Ik wilde gaan kijken wie erin lag, maar net op dat moment liep mijn neef naar zijn hangmat en gaf er een harde klap op. “Hmm, er was niemand,” mompelde ik.
Daarna ben ik weer naar de kreek gelopen om te zwemmen. Mijn vader en een paar neven en nichtjes zaten in luie stoelen te rusten, terwijl anderen aan het vissen waren. Ik probeerde een paar handstandjes te doen om te laten zien hoe behendig ik was. Na een paar keer boven water te zijn gekomen, zag ik iets aan de oever van de kreek. Een oude Indiaanse vrouw stond daar. Ik wreef in mijn ogen omdat ik haar niet goed kon zien, maar toen ik nogmaals keek, was ze verdwenen. Ik schonk er niet al te veel aandacht aan en ging verder met zwemmen.
Op een gegeven moment stond ik tot mijn middel in het water en voelde dat het zand onder mijn voeten begon te tintelen. Voor ik het besefte, verdween de bodem onder mijn voeten en viel ik recht naar beneden. Ik zocht wanhopig naar de bodem en zonk dieper en dieper. Ik begon te schreeuwen om hulp, maar iets hield mijn benen vast en trok me dieper het water in. Mijn vader zag me vechten om boven water te blijven en sprong in het water om me te redden. Op dat moment waren alleen nog mijn handen zichtbaar. Toen hij dichterbij kwam, klampte ik me vast aan zijn trui met mijn linkerhand. Mijn vader probeerde me uit het water te trekken, maar het lukte niet. Hij begon ook te vechten voor zijn eigen leven, omdat het water hem begon mee te sleuren naar beneden. Mijn neven vormden uiteindelijk een menselijke ketting om ons beiden uit het water te trekken. Eerst lukte het om mij uit het water te krijgen en daarna mijn vader. Mijn moeder stond in het water en bad. Het hele incident duurde meer dan een kwartier.
Uitgeput en verward door wat er was gebeurd, besloten we maar te gaan vissen. Niemand had meer zin om het water in te gaan. Mijn neven, nichten en vader vingen samen meer dan twintig abnormaal grote pataka’s, bijna zo groot als jonge anjoemara’s. Het was een ongelofelijke vangst, en we waren trots. De pataka’s werden schoongemaakt en een deel ervan werd bereid als snack. Mijn tante nam er een paar om mee naar huis te nemen. Ze werden verpakt en in een koelbox met ijs geplaatst.
Voor de rest van de dag verliep alles vlekkeloos, zelfs leuker naarmate de dag vorderde. Maar zoals ze zeggen, geluk is vergankelijk. Het was tijd om naar huis te gaan. Toen mijn tante thuiskwam, legde ze de pataka’s in de vriezer. De volgende dag hoorde ze plotseling geluiden uit de vriezer komen. Ze vond het al vreemd en opende de vriezer. Tot haar schrik ontdekte ze dat de pataka’s niet bevroren waren en nog leefden. Ze schrok enorm en riep haar man om de vissen uit de vriezer te halen. Ze durfde ze niet aan te raken uit angst. Haar man pakte de vissen en plaatste ze in de gootsteen. Hij bad en stuurde iemand anders om de vissen in de rivier te gooien. Daarna hadden ze geen last meer van vreemde gebeurtenissen.
Bij ons thuis was het een ander verhaal. Het leek erop dat iets met ons was meegekomen van Republiek. Ik kon het niet zien, maar ik voelde het. Die avond, na onze uitstap, leek het alsof ik voortdurend iets in mijn ooghoek zag bewegen. Terwijl ik in de badkamer was, kreeg ik een ongemakkelijk gevoel alsof er iets naar me staarde. Telkens als ik de kraan van de douche uitzette om te luisteren, hoopte ik iets te zien. Toen ik eindelijk klaar was met douchen en de badkamerdeur opende, verstijfde ik van schrik. In de verte, vlakbij de schuifdeur, stond een donkere gestalte. Het leek alleen maar een hoofd en een torso te hebben. Het stond stil en staarde naar mij. Ik zette een stap naar voren om te laten zien dat ik niet bang was, maar op dat moment ging het een paar meter achteruit en verdween in de duisternis.
De volgende ochtend, terwijl mijn moeder kleren aan het wassen was, stopte ze de kleren die ik de dag ervoor had gedragen in de wasmachine. Terwijl de wasmachine draaide, hoorde ze een vreemd geluid en rook ze een brandlucht. De wasmachine begaf het en was kapot. Mijn vader probeerde het te repareren, maar tevergeefs.
Dagen gingen voorbij, en op een gegeven moment werd ik ernstig ziek. Mijn ouders brachten me naar de dokter, maar die kon niets vinden. Hij schreef me wat medicijnen voor, maar niets leek te helpen. Mijn gezondheid verslechterde met de dag. Mijn ouders wisten niet meer wat ze moesten doen. Ten einde raad brachten ze me naar een “lukuman,” die toevallig ook de broer van mijn vader was. De “lukuman” keek naar mijn geboortedag en naar de dag van het ongeluk. De numerologie van de “Weton Djangkep” speelde een rol, en hij ontdekte dat er slechts dertien dagen verschil waren tussen die twee dagen, wat als een ongeluksgetal werd beschouwd. Hij gaf me een fles met water om mijn hoofd te wassen.
Enkele dagen later belde de “lukuman” mijn ouders op en vertelde hen dat hij slecht nieuws had. Hij vroeg ons om bij hem langs te komen. Toen we daar aankwamen, vertelde hij ons het volgende. Toen de eerste groep mensen op de plek in Republiek aankwam, hadden ze gegeten, plezier gemaakt en gedronken, maar ze hadden één ding nagelaten: ze hadden geen eten apart gezet voor de plek zelf. Een klein Indiaans jongetje tussen de mensen probeerde van hun borden te eten omdat hij honger had en niemand hem iets gaf. Het jongetje begon te huilen, maar niemand hoorde of zag hem.
Volgens de “lukuman” ging onze groep de volgende dag naar dezelfde plek, en het jongetje was in een hangmat gelegd door een oudere Indiaanse vrouw. Toen mijn neef naar zijn hangmat liep, schudde hij die uit, en het jongetje viel eruit en brak zijn neus. De onzichtbare oudere vrouw begon te vloeken in haar taal en zei dat een familielid hiervoor met zijn leven moest betalen. Dit verklaart waarom er iets met mij en mijn vader was meegekomen, omdat onze neven ons hadden gered.
De “lukuman” vertelde ons dat de vloek was uitgesproken over het gezin van mijn vader en al zijn nakomelingen. Hij moest de vloek verbreken. We maakten een afspraak voor een huisbezoek en voerden verschillende rituelen uit, zoals eten klaarmaken en bidden, voordat we het op straat gooiden. Het eten bestond uit ‘djenang’ (pap met blauw kruid) en ‘gudangan’ (groentesalade met geraspte kokos en ei). Dankzij de numerologie van de “Weton Djankep” konden we snel ingrijpen en voorkomen dat de vloek zou blijven voortbestaan in onze familie.
Conclusie: “Waar je ook gaat, welk recreatieoord dan ook, zorg ervoor dat je eten en drinken
Spuku Tori Original
#SpukuTorie 1702016 #Ongeluksgetal #Republiek #Familievloek
Het is helemaal niet waar, want zoveel keren waren we naar Republiek gegaan en niets is gebeurd daarna
dan wie ben jij dan om te zeggen dat het niet waar is omdat jij toevallig niks hebt meegemaakt
Ja dat is mooi en waar…. Van dat je eten en drinken appart moet zetten voor die plaats.
Maar dit moet je ook nooit vergetn…….. Alsjj ook naar een recreatieoort gaat of naar een ander district moet je altyd groeten en zeggen wat je daar gaat doen.
woon in nederland en ga vaak naar pretparken zowel in nederlabd als belgie.
ook in de belgische ardennen ben ik wezen kamperen,weetje dat in de tweedewereld oorlog zwaar gevochten is door duitsers en amerikanen(200.000 doden)in de ardennen.mijn vraag is waarom heb ik niks gezien of gehoord?.moet ik soms voordat ik ga eten voor de doden eten zetten (bullshit)