Jullie kennen wellicht het voorval waar ik het over heb. Na de geboorte van mijn zoon, verliet zijn vader ons abrupt. Maar laten we niet te lang stilstaan bij mijn relatie. Als trotse moeder nam ik mijn zoontje overal mee naartoe, zonder veel keuze. Soms bracht ik hem naar mijn ouders, zijn grootouders, waar hij geliefd was. Dit veranderde echter toen het ergste zich in onze familie voltrok.
“Pe y’e g’anga p’kin…vrouw pe y’e g’anga p’kin?”
Op een dag, na werk, ging ik van Letitia Vriesdelaan naar Kwatta om mijn zoon op te halen. Hij was toen pas 3 maanden oud. Ik was nog niet eens goed begonnen met het vastbinden van mijn zoontje in mijn draagdoek toen een oude vrouw me bij de arm pakte en me aanstaarde, luid vragend: “Pe y’e g’anga p’kin…vrouw pe y’e g’anga p’kin?” (Vertaald: “Waar ga je met dat kind… mevrouw waar ga je met dat kind?”) Ik was verbaasd en probeerde me los te maken, maar ze hield me stevig vast en zei weer zo luid in mijn gezicht: “A no wojo y’e tjar eng go dame…a no wojo toch?” (Vertaald: “Je brengt hem toch niet naar de markt, dame…niet naar de markt toch?”) Ik rukte me los van haar greep en schreeuwde brutaal terug: “Boi, mevrouw I no sa fas’ wan sma so gewoon. Y’e mek’ a boi’f mi skrekie jongoe”. (Vertaald: “Kom op, mevrouw, pak me niet zomaar vast. Laat mijn zoon niet schrikken.”)
Ik liep weg, richting de markt. Bij de ingang van de markt overwoog ik of die vrouw me achtervolgde. Hoe wist ze überhaupt dat ik naar de markt ging? Maar ik verwierp die gedachten snel en begon met winkelen. Er was niet genoeg tijd om alles te kunnen kopen wat ik nodig heb voor de komende paar dagen. Ik ging de poort van de Centrale Markt binnen en begon mijn wandeling langs de stands.
Onderweg merkte ik dat mijn zoontje sliep in mijn draagdoek. Ik had een speciale doek gekocht zodat hij kon slapen terwijl ik mijn handen vrij had. Bij de tomatenstal sprak een hindoestaanse vrouw me vriendelijk aan. Ze gaf me tomaten en waarschuwde me voor de markt: “a druk tumsie gi a baby jere vrouw, betre yo no go doro na insey” (Vertaald: “het is te druk voor een baby mevrouw, liever blijf je buiten”). Ik vond het nu echt vreemd. “Vrouw, yu na a tweede sma sa teigi mi a san’ dis’ tide,” zei ik tegen haar. (Vertaald: “Mevrouw, jij bent de tweede persoon die mij dit zegt vandaag”)
Een iets oudere mevrouw, die achter haar stond, zei dat het gevaarlijk is onder de markt. “Yu bigi sma no teigi fu disi?” vroeg ze. (Vertaald: “Hebben jou ouders je dit nooit gezegd?”) Ik heb haar toen uitgelegd dat ik dit voor het eerst hoor en niemand die mij iets hierover heeft verteld, niet eens mijn moeder. Het kan zijn dat ze het ook niet weet, legde ik die mevrouw uit. “M’e adviseer yu, go na osso,” zei ze een beetje streng. (Vertaald: “Ik adviseer je, ga naar huis”)
Ik begon al een beetje bang te worden van deze waarschuwingen. ‘If yu skin e pikie yu, no go’. (Vertaald: “Als je een slecht gevoel krijgt, ga niet”) Maar ik gaf geen gehoor aan de waarschuwingen noch aan mijn eigen “skinfiri” (Vertaald: “Voorgevoel”). Ik stopte de tomaten in mijn tas en liep verder. Ik hoorde de vrouwen achter me praten in het Hindi, maar ik kon het niet verstaan. Ze klonken teleurgesteld en boos. Ik ben toch maar snel doorgelopen zodat ik ze niet meer hoefde te horen. Na een poos te hebben gelopen kwam ik bij het gedeelte dicht bij de rivier. Ik voelde opeens een druk op mijn schouder van de knoop die ik had gemaakt in de schouderdoek. Ik keek even naar mijn zoon en fixeerde hem weer goed erin. Enig vreemd gevoel dat ik kreeg, is dat het leek alsof hij zwaarder is geworden binnen die paar minuten. Ik merkte dit op nadat ik hem gefixeerd had in mijn schouderdoek. Mijn schouders en rug voelden moe en pijnlijk aan. “Ach, ik ben gewoon moe.”. Ik had nog een paar dingen te kopen bij de vis en vleesafdeling, dus liep ik door.
Ik liep de vis- en vleesafdeling binnen toen ik een ruk aan de onderkant van mijn draagdoek voelde. Ik stopte, maar kon niet zien wie onder mijn draagdoek aan het trekken was. Ik stond stil en probeerde mijn zoontje dichter naar me aan te drukken zodat ik kon zien wie daar stond. En ja hoor, zoals ik had gedacht, een kind, een kleine jongen. Hij leek mix te zijn. “Mama,” zei hij. Hij leek een jaar of 3 – 4 te zijn. “Hey kleine man, waar zijn je mamma en pappa?” vroeg ik hem. Hij bleef me gewoon aankijken en op een gegeven moment lachte hij. Die lach deed me rillen, want wat ik zag was verre van normaal. Toen die jongen lachte, had hij een mond vol tanden die thuishoren in de mond van een volwassen persoon. Grote tanden. En zijn ogen knipperden vreemd, niet horizontaal zoals normaal, maar verticaal. Met een ruk rende hij weg tussen de mensen door, en ik kon niet anders dan verbaasd en verontrust achterblijven. Al gauw stootte ik het nare gevoel van me af door te zeggen dat het een kind is met een aandoening. In mezelf dacht ik dat hij zeker de markt zal kennen omdat zijn vader of moeder hier een stand hebben. Ik kon het me niet indenken dat ze zo’n jong kind hier vrij te laten rondlopen.
Opeens hoorde ik diezelfde stem, maar van ver boven mij schreeuwen: “Mama”. Ik keek op en aan de rand van de doorzichtige ruiten van het koepeldak van de markt, zag ik hem zitten in een open raampje van het dak. Toen voelde ik weer een ruk aan mijn schouder doek. Ik keek weer maar er was niemand. Mijn zoontje werd een beetje onrustig en begon ongemakkelijk te bewegen. Ik ben doorgelopen naar een eettentje binnen de markt, waar ik nog even rustig kon zitten. Mijn zoontje begon toen immens te huilen. Gelukkig was hij nog jong genoeg voor borstvoeding en kon ik hem op dat moment even voeden. Toen ik mijn borst uit mijn bh haalde voelde mijn bh kletsnat aan van de moedermelk. Ik was net begonnen met het voeden, toen ik twee kinderen achter een mannequin verscholen zag staan. Deze leken nog veel jonger te zijn dan de eerste die ik had ontmoet, 2 jaartjes geschatte leeftijd. Ze keken naar me vanachter de mannequin met de vreemde oogleden en volwassen tanden. “Hey, gaan jullie naar mama en papa,” riep ik naar ze.
De Javaanse vrouw van de etenstent, mevrouw Popke (ik zal die naam nooit meer vergeten), kwam hollend naar me toe rennen met een bakje water. Heel aardig en voorzichtig zei ze me om te stoppen met voeden en mijn borsten te gaan wassen. Ik vond haar verzoek een beetje vreemd maar stopte wel gelijk met de voeding. Ik keek naar mijn zoontje en ik zag dat zijn lippen en rondom zijn mond helemaal zwart was geworden. Alsof zijn mond tegen zwart stoffig vuil was aangedrukt. Ik keek gelijk naar mijn borst. Mijn borst vol donkere vlekken, zat onder de zwarte vinger afdrukken. Ik was op het punt een woede en angst uitbarsting te krijgen totdat die mevr. Popke me vasthield aan mijn arm. “Was’ a bobi, dan gaan ze weg toch,” zei ze zachtjes. Toen ze dat zei keek ik haar geschrokken aan: “Wat bedoel je precies vrouw?” vroeg ik. “Dede dringi na yu bobi, vrouw. Dede nanga libi no musu dringi same, vrouw. Yu bobi ben nati keba, tru?” vroeg ze me, “Luku yu tra bobi tu, a nati?”. (Vertaald: “De dood heeft van jouw borst gedronken, mevrouw. De dood en levende moeten niet samen drinken, mevrouw. Jouw borst was reeds nat, nietwaar?” vroeg ze me, “Bekijk je andere borst ook, is het nat?”)
Ik haalde mijn andere borst voorzichtig uit mijn bh (dit alles gebeurde met mijn rug gekeerd naar de menigte), toen ik zag dat ook die onder de zwarte vuile stoffige vlekken zat en vol kleine zwarte vingerafdrukken. Ik keek vlug naar de mannequin en terug naar mevr. Popke. Ik had 8 kinderen zien staan. “No luku, vrouw. Go na baka sey da yu wasi yu bobie en dan ga je direct weg van hier,” zei ze op een rustige toon. (Vertaald: Kijk niet, mevrouw. Ga naar achteren en was je borsten en ga dan gelijk van hier weg”) Ik waste mijn borsten en plaatste gevouwde papieren zakdoeken in mijn bh. “Gwe snel fos’ a lati,” zei mevrouw Popke ongeduldig. (Vertaald: “Ga snel weg voordat het te laat is”) Ik nam mijn zoon, veegde zijn mondje af en rende in de richting van de midden poort.
Ik was nog nooit zo bang geweest…maar halverwege midden poort voelde ik dat er iets niet goed zat met mijn zoontje. Zijn lichaam voelde slap aan. Ik stopte en keek naar hem…ik zakte door mijn knieën op de ijskoude vuile vloer van de markt. Mijn baby ademde niet meer. Ik overstemde de markt met een hartverscheurende kreet van pijn, angst en verdriet, terwijl ik ze hoorde lachen achter mij.
Ik hoorde ze lachen en voelde ze staren… die “Kinderen van de Markt”.
hoe is het verder afgelopen,want je baby ademde niet meer.heb vaker mijn mening omtrent bepaalde verhalen gegeven,mijn conclusie is dat blijkbaar een dooie sterker is dan een levende persoon!